Erectiele disfunctieStart Nederlands4
Start Omhoog

                 

Gerrit Achterberg

Onderweg

Kleine ode aan het water

Afscheid

Hechting

Herschepping

Job

Duur

Eenzaamheid

Lente en de dood

Stil ogenblik

Kind 

Deisme


Onderweg 

Dit is het blinkend lopen

tussen het weten en het hopen

van nergens en naar niets.

Dit is de tijd gestenigd

met iederen voetstap en allenig

het lopen, blinkend en omniet

onder de wolken van den hemel,

op de wegen, met een eeuwig

geluk dat zich herkennen liet.


Kleine ode aan het water

 

Zo staat de regen als een raam

over de bloemen, mond en maan

leggen er groot en rond zich aan,

liggen er groot en rond om dicht,

o teug, waaraan ik lig;

met mijn gezicht in maan en water

staan bloemen in mijn ogenwater

gespiegeld, sta ik spiegelend in

waterramen en maanbloemen.


Afscheid

 

Ik zie haar klein geworden schreden in de verte;

nog een kwartier en zij is aan de wateren;

ik kan het nu niet meer beletten.

 

Dwalende zal ik haar nagaan als de verten

haar hebben ingeademd uit mijn ogen;

de weg ligt van een heengaan overtogen;

 

wij zagen het onzichtbaar wenken. 


Hechting

 

De engelen hebben zich aan u gehecht

en gij zijt bijna onvindbaar meer.

De grote perspectieven van weleer

staan in mijn ogen, leeg en recht.

 

Blauwe zoeklichten van de ziel bij nacht

schuiven hun cirkel het geheugen door:

vleugels bewegen in het witte spoor;

overal is het vol van uw gezicht.


Herschepping

 

De wereld is vergaan, haar naam spelde een nieuw getal,

het licht viel van de sterren af: verdwaald.

 

Eenzaam lag de goede aarde te wenen

over zoveel wederkeer van liefde en

haar weelde sloeg in lentebloemen neer.

 

En de vogelen vervolgden het lied

dat lang geleden was gestaakt

zo ongemerkt,

dat wij vergaten hoe het tot zwijgen was geraakt.


Job

 

Vrienden verbitteren het vuur;

ze zeggen God - en maken rook

tussen mij en de muur;

wij knielen neder in de smook,

zondaren van natuur.

 

Maar als zij weer verdwenen zijn,

herbid ik om het helder uur,

waarin die allerlaatste strook

opnieuw tot tuin ontlook, den duur

der woorden die mij vlam doen zijn,

en van de liefde puur.


Duur

 

Vanuit een lente achter glas

verdwalen bloemen in mijn bloed,

geluiden van het hese gras

doven uw laatste groet.

 

nachtvlinders breken door de muur

en blinken in mijn ogen;

ik zeg; het is gelogen,

ik ben alleen nog duur

voor woorden die vermogen

te reiken tot het uur,

waarin zij voor mij is verborgen;

ik kan voor geen heelal meer zorgen:

ik ben het verste vuur.


Eenzaamheid

 

O ruiten mijner eenzaamheid

waarlangs de avondstromen nemen

hun beddingen, water en licht

vermengen zich voor mijn gezicht

geruisloos tot een glanzenvolle schemer;

alles in alles vloeit terneder

ik nog alleen blijf opgericht:

een in zichzelf versomberd teken.

 


lente en dood

 

De lente en de dood gaan saam,

een vriendschap zonder vorm of teken.

wie aan de ene is bezweken,

zal aan den ander ondergaan.

 

Wie háár ontmoette, voor de ziel

afstand gedaan had van het bloeien,

zal zij met zoveel licht vermoeien

als aan geen bloem geviel.

 

Wie hém vergat voordat het laatst

uur zich voltrok in donkere nood,

heeft zich van roos tot roos

vergeefs gehaast.

 

De lente en de dood gaan saam

een vriendschap zonder vorm of teken,

wie aan de ene is bezweken,

zal aan den ander ondergaan.

 


stil ogenblik

 

De torens hadden een stilheid bereikt

die niet was uit te spreken.

Ergens oneindig ver in mij

werd deze toestand vergeleken

met wat daar groeit en niet weerkeert:

een liefde in zijn eigen staat

bloeiend en ongemoeid gebleven,

en die der wereld niet meer raakt

en waarvan woorden niet meer weten.

 


EN JEZUS SCHREEF IN 'T ZAND

 

Jezus schreef met Zijn vinger in het

zand.

Hij bukte Zich en schreef in 't zand,

wij weten

niet wat Hij schreef, Hij was het

zelf

vergeten,

verzonken in de woorden van Zijn

hand.

 

De schriftgeleerden, die Hem aan

de tand

hadden gevoeld over een vrouw

van

hete

hartstochten naar een andere man

bezeten,

de schriftgeleerden stonden aan de

kant.

 

Zondig niet meer, zei Hij, ik oordeel

niet.

Ga heen en luister, luister naar het

lied.

En Hij stond recht. De woorden

lieten los

van hun figuur en brandden in de

blos

waarmee zij heenging, als een kind

zo licht.

Zo geestelijk schreef Jezus Zijn

gedicht.

 


Kind

 

Terwijl we het niet laten blijken

dat werelden in ons bezwijken,

kijkt het kind ons aan.

 

Hij weet er alles van

en vindt vanzelf een naam,

bewaard binnen zijn koninkrijken,

 

en vangt met ons het spelen aan

als zijnsgelijke.

Een gans heelal is eeuwig voor

zolang.


DEISME

 

De mens is voor een tijd een plaats van God.

Houdt geen gelijkteken nog iets bijeen,

dan wordt hij afgeschreven op een steen.

De overeenkomst lijkt te lopen tot

deze voleinding, dit abrupte slot.

 

Want God gaat verder, zwenkend van hem heen

in zijn millioenen. God is nooit alleen.

Voor gene kwam een ander weer aan bod.

 

Wij zijn voor hem een vol benzinevat,

dat hij leeg achterlaat. Hij moet het kwijt,

al de afval, met zijn wezen in strijd.

 

Sinds hij zich van de schepping onderscheidt,

gingen wij dood en liggen langs het pad,

 

wanneer niet Christus, koopman in oudroest,

ons juist in zo'n conditie vinden moest;

alsof hij met de Vader had gesmoesd.


                 

 

      de Rijn - collage 30 x 40 cm

    voor meer en ander werk zie http://landscape.mystiek.net

canandanann - 20-02-2006 18:04:14