liturgie12
Start Omhoog

                 

Je bent een gelukkig mens (Matheus 5,1-12)

Erectiele disfunctie

Jij bracht haar jouw eerste lachje

De doorleefde stilte is

GEZONDEN ZIJN

Het beste struikje

Adam en Eva

Kom, Geest van leven,

GEZEGEND DE REGEN

HANDEN

GRIJS HANGT DE NEVEL

KLAPROZEN

Jij werd geschapen in liefde,

 Aanroeping

Tweemaal

Letters worden woorden

Verhalen - ik hoorde honderden woorden

VOOR HAAR

WIJ ROEPEN TOT GOD

LEVEN

In de stilte gaat weer open

DE GROTE GODEN VAN WELEER

 

VAN U WIL IK SPREKEN 

 

DIE HEMEL EN AARDE

UW WOORD IS WAARHEID

DE DOOD IS EEN STEEN DIE ROLLEN KAN

Erectiele disfunctie

Dat je handen vol van vrede zijn,

HET LIED VAN JEZUS

HET LIED VAN JEZUS EN DE DIEREN

WIJ, JOUW KINDEREN

 

EEN UITTOCHTSLIED

'Zalig zij die wenen, want ze zullen getroost worden'

Maak van mij een regenboog,

OORDEEL

EEN LEVEN ZONDER LIEFDE

VOOR MEER DAN MIJZELF

ROUWBEKLAG

IK BEN DE IN ALLES GEHOLPENE

ZIEKENBEZOEK

Ruth

Vul aan wat ons ontbreekt,

Vroeg in de morgen, donker was het nog,

GEBOORTE-LIED

Ik was rondom de bron

EEN LIED VAN BEKERING

ANDER OUDER-JIJ NOG NAAMLOZE

Stilte woont daar

NIEMANDSLAND VAN STILTE

DE NACHT WAS ALS EEN HUID


Je bent een gelukkig mens (Matheus 5,1-12)

 

Je bent een gelukkig mens,

als je niet meer wilt hebben

en zijn dan je aankunt

want dan ben je precies

geschikt voor Gods wereld.

 

Je bent gelukkig

als je iets kan betreuren.

want dan komt er

ook weer eens een tijd

dat je blij kunt zijn.

 

Je bent gelukkig als je goed

en vriendelijk bent,

want dan ligt de hele wereld

voor je open.

 

Je bent gelukkig als je

door en door eerlijk bent,

want daar kun je

alles mee bereiken.

 

Je bent gelukkig als je

wat voor een ander

over hebt,

want dan zullen ze ook wat

voor jou over hebben

 

Je bent gelukkig als je je

steeds zuiver

weet op te stellen,

want dan ontdek je God

achter alle dingen.

 

Je bent gelukkig als je

vrede om je heen

weet te scheppen,

want dan zeggen ze

dat je een stukje hemel

op aarde brengt.

 

Je bent gelukkig

als ze je dwarsbomen

omdat je goed doet,

want dat zijn mensen

die de nieuwe wereld

opbouwen.

 

Heb er maar vertrouwen in

want later

zul je er voor altijd

de vruchten van plukken.


Jij bracht haar jouw eerste lachje

een mummelwoord: mam-mam-m

Jij bracht haar een handvol blokjes met hout

jouw eerste tekening

jij bracht haar jouw beste vrienden mee

rapporten vol cijfers van school

jij bracht haar kritiek en zorgen aan

jij hebt haar tot wanhoop gebracht

toen ging jij op een dag aan haar zorg voorbij ---

men bracht het bericht van jouw dood.

 

Annelou Koens


De doorleefde stilte is

de moeder van het gebed,

de bevrijding uit de ballingschap,

de bescherming bij vurigheid,

de behoedster van de overwegingen,

een wachtpost tegen de vijanden,

een kerker voor ons verdriet,

een vriendin voor onze tranen,

de vormster van ons doodsbesef,

de schilderes van de tucht,

de bedrijvige minnares van het oordeel,

de ondersteuning van de onrust,

de vijandin van de vrijblijvendheid,

de gezellin van de rustige adem,

de tegenstandster van de drang tot leraren,

de helpster van de kennis,

de vormster van de beschouwing,

de onzichtbare voortgang en de verborgen opgang ...

De minnaar van de stilte nadert God;

terwijl hij zich in het verborgene onderhoudt met Hem,

ontvangt hij Zijn licht.

 

Joh. Climacus (600 n. Chr)


GEZONDEN ZIJN

Gezonden zijn

is altijd maar weer risico's nemen

om echt mens voor een ander mens te worden.

 

Gezonden zijn

is overal en met iedereen vieren dat de dood

zich verkeken heeft op het leven van Jezus

 

Gezonden zijn

is niet buitenspel blijven staan,

maar jezelf op het spel zetten.

 

Gezonden zijn

is op weg gaan naar waar je bent

naar waar je eigenlijk moet zijn.

 

Gezonden zijn

is feestmaaltijden bereiden

op gloeiende kooltjes van hoop en verwachting.

 

Gezonden zijn

is woedend worden, wanneer onze stierlijkheden

als gouden kalveren bewierookt worden.

 

Gezonden zijn

is niet alleen aan mensen ver weg denken

maar vooral ook hier en nu aan de slag gaan.


Het beste struikje

Als je geen spar kunt zijn

op de top van de rots,

wees dan een struik in het dal,

maar wees het beste struikje

langs de kant van de beek.

 

Kun je geen snelweg zijn,

wees maar een pad;

kun je de zon niet zijn,

wees dan een ster.

Groot of klein zijn,

maakt voor slagen niet uit:

munt uit in wat je ook bent.

 

D. Mallock

 


Adam en Eva

 

Het verhaal begint met een vader die uit adem

en stof een jongen maakte en uit rib en slaap een meisje.

Hij gaf ze namen en een tuin om vrij te zijn.

 

Ze werden kinderen.

Ze werden mooi als kinderen. Ze deden niets

verkeerd, want ze wisten niet wat slecht was, of goed,

zoals dieren dat niet weten.

Ze zochten niets, ze hadden nog geen reden.

 

Ze waren altijd samen.

Als een fruit at, dan at de ander ook; als een speelde,

dan speelde de ander mee.

Ze waren altijd samen,

ze wisten niet dat ze ook alleen konden zijn.

 

Ze aaiden elkaar met sprietjes, ze liepen hand in hand

of lagen in laag gras als lepeltjes.

Er gebeurde niets anders dan het waaien van de wind en

het onstuitbare groeien van leven.

 

-Kinderen worden groot. Dan worden tuinen klein.

 

Op een dag, op zomaar een dag, ontdekten ze een hek,

verscholen achter struiken. Ze schrokken niet,

ze waren nog nooit geschrokken.

 

Ze keken door het hek en zagen dieren op elkaar

jagen en vechten om dood vlees. Ze zagen een slang.

 

Het waren kinderen, ze deden niets verkeerd, want

ze wisten niet wat goed was, of slecht.

Ze klommen over het hek.

 

Het was anders aan de andere kant van het hek.

Het rook er naar bedorven gras.

 

Hein Walter


TEGEN DE WIND IN ZINGEN

 

Voor Huub Oosterhuis

ter gelegenheid van zijn 65ste verjaardag

1 november 1998

 

Tegen de wind in zingen

tegen het onweer te keer gaan

onmogelijke dingen

beweren en verzinnen

wat immers niet kan bestaan

 

Refrein:

Tegen de wind in zingen

tegen de heersende wind

dat het verhaal van de eerste dingen

weer eens te meer begint

 

Wat immers niet kan gebeuren

tempelgordijnen die scheuren

een hemel met open deuren

vrolijkheid uit de treure

een haast vergeten verhaal

handhaven in de taal

 

Dat van die vele planeten

er een Tuin van Adam zal heten

en iedereen zal het weten:

aarde is enkelvoud, deze,

ontgonnen is de woestijn

het is waar wij mensen zijn.

 

En dat daar die God zal wezen

van wie wij hartstochtelijk lezen

in woorden die zijn verrezen

een naam die wordt geschreven

in letters van brood en wijn

een liefde van mijn en dijn :

die alles in allen zal zijn.

 

Willem Barnard


Kom,

Geest van leven,

Ziel van ons bestaan,

Hart van het heelal,

 

kom,

Licht van toekomst,

Zicht van morgen,

Inzicht voor vandaag,

Toezicht op ons doen en laten,

 

kom,

Liefde voor alles en allen,

Hoop van de kleinen,

Geloof in het minste,

 

kom,

Machteloos-Machtige,

mosterzaadje,

graankorrel

zuurdeeg

van onze ommekeer ten goede,

 

kom,

Stille Roepkracht

van vernieuwing en bevrijding,

dring door tot achter

onze huid,

tot in ons hoofd en hart.

 

Kom,

Grondige Genezer,

geef ons nieuw terug

aan onszelf

en aan de anderen,

doe ons elkaar zien

met nieuwe ogen

 

kom,

Geest van menswording,

help ons recht doen

en vrede zoeken,

en laat ons niet los,

houd ons vast ten einde,

ten goede.

Jan van Opbergen


ADEM IS LEVEN

 

Je ademt leven in

Je ademt leven uit.

Je ademt naar anderen toe met je woorden ,

je lachen  je zingen  je huilen  je klagen.

 

Die adem, dat ben jij zelf.

Het is jouw levensadem.

De Geest van God is als God die uitademt naar ons toe.

En wij mogen die Geest van God weer inademen.

Maar je moet het zelf wel willen.

 

De Geest van God, is een goede Geest.

Hij zet mensen in beweging.

Hij maakt mensen vurig.

Hij zet hen in vuur en vlam.

En wat doen ze dan, die mensen?

Ze maken een nieuwe wereld.

Ze troosten waar verdriet is.

Ze geven waar gebrek is.

Ze luisteren waar nood is.

Ze bevrijden waar slavernij is.

Ze zingen en dansen.

 

Soms komen ze samen, dan bidden ze tot 

God en vragen opnieuw om zijn

Geest.


OPSTANDING

 

Opstanding is een groot woord,

ik probeer het kleiner te zeggen,

schaal ťťn op tienduizend.

 

Opstanding is wakker worden

en de lijsters preken van de daken

en de raven van de kansels:

Jezus leeft!

 

Opstanding is Luther

die er niet meer tegenop kon

en met grote letters

op z'n tafel schreef:

Vivit! Hij leeft!

 

Opstanding is mijn moeder,

ten dode opgeschreven

door alle mogelijk doktoren

en een razend knappe professor,

maar kijk, ze leeft

zo bedrijvig als een huismus.

 

Opstanding is een berm vol bloemen,

een poldersloot vol even,

beter geen vogel in de hand

en tien in de lucht.

 

Opstanding is een grafsteen

van Martin Luther King

en daarop de letters:

God zij dank

ik ben eindelijk vrij.

 

Opstanding is licht

dat terugkeert naar de zon

regen naar de wolken

woorden terug in mijn mond.

 

Opstanding is een wonder,

een verwondering,

je wrijft je ogen uit,

het is klaarlichte nacht.

 

Opstanding is een schaterlach

van het licht,

de hoeken van je mond krullen om,

je ogen gaan open en dicht

van zoveel licht

en zoveel waarom.

 

Jaap Zijlstra


GEZEGEND DE REGEN

 

Gezegend de zon

die de aarde verwarmt,

de knoppen laat uitbarsten

en wat groeit,

doet reiken naar het licht.

 

Gezegend de regen

die de aarde drenkt,

het zaad doet ontkiemen

en de wortels laat drinken.

 

Gezegend de wolken

voor hun schaduw,

de wind

voor ander weer,

de donker en de bliksem

voor een nieuw begin.

 

Gezegend de mensen

die met eerbied

de aarde bewerken,

opdat zij vrucht voortbrengt

voor al wie er op leeft.

Kees Posthumus


HANDEN

 

Lege handen

gereed om te bidden

te ontvangen

te strelen.

 

Werkende handen

gereed om te vormen

te vullen

te zorgen

 

Dragende handen

gereed om te tillen

te koesteren

lief te hebben.

 

Haar handen

onze handen

gereed om ineen te slaan

en aan de gang te gaan.

 

Anny Matti


GRIJS HANGT DE NEVEL

 

Grijs hangt de nevel

in het landschap

van mijn ziel.

 

Gelijk de ochtendmist

met grauwe sluier eerst

de kleurenpracht bedekt

van de komende dag.

 

De zon komt langzaam op

vaag breken contouren

en kleuren door.

 

Het zachte groen

met dauw bedekt

een schittering op het water

een torenspits.

 

Stil komt deze morgenpracht

en op mij wacht

een nieuwe dag

Daisy Smith


KLAPROZEN

prachtig

in hun vergankelijkheid

diep rood

fel en doordringend

in hun volle bloei

 

samen

een stukje leven leven

even vergankelijk

onderweg zijn

met

en aan alkaar

kunnen groeien

 

bloeien

kan alleen

in liefde -

 

Carla van Ammers


Jij werd geschapen in liefde,

mooi, schoon en zo diep

in mijn binnenste getekend,

dat, als jij jezelf verliest, mijn lief,

ziel, jij jezelf moet zoeken in Mij.

 

En mocht je soms niet weten

waar je Mij zult vinden,

dwaal dan niet van hier naar ginds,

maar als je Mij wilt vinden,

moet je Mij zoeken in jezelf

 

Want jij bent mijn onderdak

jij bent mijn thuis en plaats van rust,

en daarom klop Ik altijd bij jou aan,

als Ik in jouw gedachten

de deur gesloten vind.

 

Buiten jezelf hoef je Mij niet te zoeken,

want om Mij te vinden

zal het genoeg zijn Mij slechts te roepen;

Ik zal dan zonder talmen naar jou toegaan,

en Mij moet je zoeken in jezelf

 

T. van Avila


           Aanroeping

 

       Vlam van de Geest,

        verwarm ons hart

 dat wij onze naaste liefhebben.

 

       Vlam van de Geest,

        verlicht ons pad

dat wij wandelen in de waarheid.

 

       Vlam van de Geest,

       wakker in ons aan

 de hartstocht voor de vrijheid.

 

       Vlam van de Geest,

         smeed ons samen

  tot een vierende gemeenschap.


            Tweemaal

 

    Naar alle dingen kijk ik

           Twee maal,

       Een keer om vrolijk

 En een keer om droevig te zijn.

 

 De bomen hebben een schaterlach

    In hun kroon van bladeren

       En een dikke traan

         In hun wortel.

         De zon is jong

      Aan de top van haar stralen,

        Maar haar stralen

    Zitten vast in de nacht.

 

     De wereld past precies

   Tussen deze twee omhulsels,

Waar ik alle dingen heb opgetast,

        Die ik twee maal

         Heb liefgehad.


Letters worden woorden

en zoeken zinsverband,

moeten zwijgen in het wit

en wachten langs de kant.

 

Klanken scholen samen

zwanger van taal en lied,

woelend in het donker, ach,

ze zijn zichzelf nog niet.

 

Schemering lost op en

het licht vindt een begin

dat de dagen openscheurt;

en nacht van macht bindt in.

 

Mensen worden mensen

en krijgen een gezicht,

zingen elkaar tot zielsverband

van zien en horen: licht

 

Wij zijn in weeŽn, leven niet

totdat in ons dat licht geschiedt.

 

S. Bellemakers


Verhalen - ik hoorde honderden woorden

en dronk de toekomst in.

Zou ik ze vergeten nooit zou ik weten

van ooit een nieuw begin.

 

Woorden die de angst bezworen riepen mij

en ik stond rechtop, ademde, fier en vrij

om te zaaien en te baren levenslang,

om te gaan en vrucht te dragen, niet meer bang.

 

Wegwijswoorden: struikelwoorden onder het gaan

tot ik vond de minne, tot ik kon verstaan.

Vrede spelen, liefde leren, kleurig licht

om te winnen, te ontginnen. Land in zicht.

 

Uit de diepte, uit den vreemde opgehaald,

uit de doden - oude woorden vrij vertaald

om te leven, door te geven, aan te gaan,

om te doen, te talen naar een nieuw bestaan.

 

Verhalen - ik hoorde honderden woorden

en dronk de toekomst in.

Zou ik ze vergeten nooit zou ik weten

van ooit een nieuw begin.

 

S. Bellemakers


VOOR HAAR

Zij verstaat de kunst van bij me horen,

in mijn lichaam heeft ze plaats gemaakt voor twee,

in mijn ogen woont ze, in m'n oren,

ze hoort en ziet m'n hele leven met me mee,

soms begint ze, in mijn hart te zingen,

waar het nacht was, heeft ze lichtjes aangedaan,

en door haar, weet ik dan door te dringen,

tot de onvermoede schat van ons bestaan.

 

Zo alleen maar wil ik verder leven,

schuilend bij elkaar,

en als ik oud moet worden, dan alleen met haar.

 

Zij kent al mijn dromen en mijn wanen,

al mijn haast en al mijn honger en mijn spijt,

als ik lach kent zij alleen de tranen,

die daar achter liggen in de tijd.

 

Zo alleen maar wil ik verder leven,

schuilend bij elkaar,

en als ik oud moet worden, dan alleen met haar.

 

Zij is meer dan deze woorden zeggen,

in mijn lichaam heeft ze plaats gemaakt voor twee,

maar wie weet een wonder uit te leggen,

en een wonder draag ik met me mee.

 

door Frans Halsema


WIJ ROEPEN TOT GOD

 

Wij roepen tot God:

ons leven verloopt!

Uw scheppingslicht wordt

hier langzaam gedoofd.

Als ons zienderogen

geen toekomst meer wacht,

wat rest er voor later

nog anders dan nacht?

 

Hebt Gij niet vanouds

uw grenzen gesteld

aan chaos en dood,

aan wapengeweld?

Gij kiest voor ons leven

en deelt onze zorg.

Gij staat voor de aarde

met uw liefde borg.

 

Wij roepen om moed,

om daadkracht die telt,

die weet van protest,

die alle geweld

ontwapent met liefde,

met hoop en geloof.

Zo hebt Gij de toekomst

aan mensen beloofd.

 

Wij bidden voor hen

die vůůr moeten gaan:

dat waarheid alleen

voor alles zal gaan.

Aan ieder die recht doet,

alwie vrede sticht,

verpandt Gij uw hart en

hen toont G'uw gezicht.

 

Gij die ons begin

vanouds zijt geweest,

verhoor ons gebed

en adem uw Geest

in allen die zoeken

naar vrede en recht.

Houd ons aan het woord

dat Gij hebt toegezegd!


LEVEN

Leven is: Gaan zitten

Met je hoofd in je handen

Wat haalt het allemaal uit

En waar begin ik aan

En toch weer opstaan en verder gaan

En in godsnaam niet weten

Waar je de moed vandaan haalt

 

Leven is: Vertrouwen dat het goed komt

Is onverwoestbaar een mens zijn

Is niet kunnen geloven dat alles afgelopen is

Maar hopen dat er toekomst is

En in godsnaam niet weten

Waar je de moed vandaan haalt

 

Leven is: Iemand verliezen die je dierbaar is

Op wie je huizenhoog gebouwd hebt

Is verdoofd en wanhopig zijn

Omdat zo iemand aan het kruis is geslagen

En dan toch weer doorgaan

Eerst aarzelend maar langzaam sterker

En slechts in Gods naam weten

Waar je de moed vandaan haalt

Hans Harmsen


In de stilte gaat weer open

wat zolang gesloten was

Ogen zien wat was verborgen

Angst houdt dat niet langer vast

 

In de stilte geef je leven

als de andere luisteren wil

Leven dat je door kunt geven

aan wie het maar horen wil

 

In de stilte krijg je liefde

als je anderen binnenlaat

Als je al je zorgen even

in jezelf bezinken laat

 

In de stilte, als je handen

net als bloemen opengaan

Kun je als je heel goed luistert

weer het woord van God verstaan.


Dat je handen vol van vrede zijn,

je voeten in de goede richting gaan,

je ogen licht in donker zien

je oren in de stilte God verstaan.

 

Dat je stem met elke nieuwe klank

de oude wereld kleur en inhoud geeft

je hart tot in de eeuwigheid

plaats voor liefde heeft.


HET LIED VAN JEZUS

 

Licht in onze ogen,

dagelijkse zon,

uitzicht veelbelovend,

glimlach om Gods mond.

 

Vrijheid van beweging,

richting die wij gaan,

ruimte om te leven,

zin van ons bestaan.

 

Brood op onze tafel,

herder die ons hoedt,

bron van levend water,

land van overvloed.

 

Hart van deze aarde,

dak boven ons hoofd,

blijk van Gods genade,

broeder, huisgenoot.

 

Vrede allerwegen,

kracht die ons vervult,

hand van God die zegent,

Jezus ons geluk.


HET LIED VAN JEZUS EN DE DIEREN

 

Ook de dieren

mogen vieren

wie de Here Jezus is.

Heil en vrede

allerwegen,

uitzicht in de duisternis.

 

Hun beschermer

goede herder,

die bevrijdend tot hen spreekt.

Hij is Adam,

zij verstaan Hem

als Hij namen aan hen geeft.

 

Os en ezel,

bange wezel,

al wat leeft is Hem zo lief.

Heel de schepping

zingt van redding,

Jezus is haar hoogste lied.


WIJ, JOUW KINDEREN

 

Uit jou zijn wij geboren,

geschapen naar jouw beeld.

Jij gaat aan ons verloren,

jij deelt ons lief en leed.

 

Jij weet van ons verlangen,

wij drinken van jouw licht,

jouw stem de eerste klanken,

jouw lied een zacht gedicht.

 

Jij koestert in jouw armen

de mensen bar en boos.

Jouw vuur wil ons verwarmen,

jouw woorden geven troost.

 

Wij komen met de weeŽn

die leven aan ons doet,

en jij kalmeert de zeeŽn,

de storm die in ons woedt.

 

Jij blaast in ons jouw adem

die ons rechtop doet gaan,

die ons beweegt tot daden

waarvoor wij durven staan.

 

Jij wijst ons met jouw woorden

wat recht is en wat krom,

en dreigen wij verloren

te gaan, buig jij ons om.

 

Jij roept ons tot de vrijheid,

de kleinen maak jij groot -

wij zijn in jouw nabijheid

in leven en in dood.

 

Jouw roep is ons gegeven,

in ons hart neergelegd.

Jij daagt ons uit tot leven

in vrijheid en in recht.

 

Jij wilt dat wij het houden,

wat kwaad ons ook bedreigt,

jij wilt dat wij vertrouwen

en gaan rechtop, bevrijd.

 

Wij volgen onze wegen,

een mensenleven lang,

door droefenis en zegen,

ons lot in eigen hand.

 

Ach lieve verre moeder,

zie toch jouw mensen aan.

Doe ons in liefde groeien,

want zij toch is jouw naam.


EEN UITTOCHTSLIED

Zee van de dood,

was is er gebeurd

met mensen in nood,

dat je openscheurt?

 

Man met je hand

gestrekt over zee,

ga weg uit dit land,

neem ons met je mee.

 

Mensen met vuur,

wie geeft jullie kracht

dat de zee als een muur

op je doortocht wacht?

 

Leger van bloed

en wapengeweld,

kom om in de vloed,

voorgoed uitgeteld.

 

Mensen bevrijd

uit doodsslavernij,

wie of leidt je

door het water vrij?

 

Hoe wordt het water

zo'n veilige weg,

en waarheen gaat

dat volk op zijn weg?


'Zalig zij die wenen, want ze zullen getroost worden'

Alleen wie peilloos heeft ervaren

De ontoereikendheid van al

Wat ons van tijd tot tijd kan boeien

En in haar armen sluiten

Maar ons steeds weer teleurstelt.

 

Alleen wie diep ervaren heeft

Dat wie zijn eigen leven zoekt

Als de graankorrel sterven zal

Een weg ten dode gaat

En dat wie alles wil verklaren

Zichzelf verminkt, de pas afsnijdt.

 

Alleen wie zelf ervaren heeft

In lief en leed, in dag en nacht

Wat voor een mens een mens kan zijn

En deze mens heeft zien verdwijnen

Tot buiten 's levens horizon

 

Hij weet zijn hart gericht

Op meer dan deze wereld

Hij kan de boeien breken

Hij is op zoek naar eeuwigheid

Zoals het was in den beginne

 

Melancholie wijst ons de weg

Onstilbaar ons verlangen

Gij alleen zijt ons genoeg

In staat die dorst te lessen

Onrustig is ons hart

Totdat het rust in u.

 

Hans Harmsen


SIMON VAN CYRENE

 

Hij sprak geen enkel woord tot mij

en toch riep hij mijn naam.

Hij gaf geen enkel teken mij

en toch heb ik verstaan.

 

Eerst zei ik: nee ik draag het kruis

niet op mijn rug voor hem,

hij zegt het om mijn zwarte huid,

omdat 'k een neger ben.

 

Maar voor een droombeeld stierf hij daar,

en was zo zacht gezind,

zijn ogen waren diep en klaar,

zoals men nergens vindt.

 

't Was Christus zelf die zo ik won,

ik deed voor hem alleen,

waartoe geen Rome dwingen kon

met wond van zweep of steen.

 

Countee Cullen


Maak van mij een regenboog,

met al die mooie kleuren

waarin u, God, voor iedereen,

uw licht breekt na de regen.

Maak van mij een regenboog,

symbool van betere tijden,

die na iedere storm op zee

uw licht mag laten schijnen.

 

Is het waar, Heer dat u ook vandaag de dag

nog graag naar de wateren kijkt,

naar de wind en naar het licht?

Is het toeval dat het vogels zijn,

bloemen en ook kinderen

waarvoor u speciale aandacht hebt?

Maar zeker weet ik ook

dat u niet minder oog hebt

voor wat mensen onophoudelijk doen,

die delen in uw schepping.

 

Als ik kon zou ik ieder kind

een globe geven of een wereldkaart,

om hun een wijde blik te geven

en hart voor ieder volk en ras.

 

Is het waar dat u de regenboog

als teken van vrede aan de hemel plaatst,

als teken van verzoening met alle mensen?

Geef ons opnieuw zo'n duidelijk teken,

dat de wereldbevolking wakker schudt.

Maak dat de rijken van deze aarde

de waanzin van de oorlog zien

en de armoede van zo velen

als schande voor hun kinderen.

 

Dom Helder Camara


OORDEEL

 

Ze zeiden:

Iemand die er niets

aan doet

dat kwetste toen

mijn ambtelijk

gemoed.

Ik zei: Als Jezus komt

zal anders blijken:

Zij heeft drie Koreaantjes

opgevoed.

 

Geert Boogaard


HUWELIJKSLIEFDE

 

Bij onze liefde komt zo'n warmte vrij

dat er een vuur ontbrandt in dorre takken.

Je zou daarop van alles kunnen bakken,

bijvoorbeeld poppetjes gemaakt van klei.

 

Als wij een kleihomp samen aan gaan pakken,

maak ik een beeld van jou en jij van mij,

en als ze dan goed droog zijn allebei,

gaan we ze fijn in duizend stukjes hakken.

 

Pas als hun vorm geheel is weggewist,

als we de brokken hebben laten weken,

boetseren we opnieuw onszelf in klei.

 

Ik ben in jouw klei, jij in die van mij.

We delen in de slaap dezelfde deken;

we delen in de dood dezelfde kist.

 

Kwan Tau Sjeng


EEN LEVEN ZONDER LIEFDE

 

Een leven zonder liefde

is als een landschap

zonder zon.

Als er geen

grote schaduwen zijn,

dan zijn er

ook geen grote lichten.

 

Ren de Masny


TIJD

 

Tijd is de wisselwerking

tussen

gisteren en morgen.

 

De mens en zijn verlangen

zijn in de tijd gevangen

gekluisterd in

de wisseling

van

toekomst en herinnering.

 

Verlangen is

minuten

uren

dagen

weken

laten duren.

 

Nex van Aarssen.


VOOR MEER DAN MIJZELF

Ik ben op zoek

naar een weg.

Naar alles wat meer is

dan

stofwisseling

bloedsomloop

voedselopname

celafbraak.

 

Ik ben op zoek

naar een weg

die breder is

dan ik.

Niet te smal.

Geen eenmansweg

maar ook geen

stoffig, duizendmaal

platgetreden pad.

 

Ik ben op zoek

naar een weg.

Op zoek naar een weg

voor meer

dan mijzelf


ROUWBEKLAG

 

Hoe kan ik

wat mijn moeder

heeft geleden,

toeschrijven aan die God

die haar gebeden

opving en tot aan

die dag bewaart,

waarop een eind komt

aan toevalligheden?

 

Geert Boogaard


IK BEN DE IN ALLES GEHOLPENE

 

Ik ben de in alles geholpene,

de voortgereden

dagmens,

de omgekeerde

nachtmens,

de op - en neergaande

liftmens,

de eenzame

wachtmens.

 

Wie komt er naar me toe

zonder dat ik roep,

wie begrijpt mijn zwaaiende zoekhand,

wie ervaart mijn gevoel

van verlatenheid,

wie ziet het

dat ik geen zin zie,

geen doel,

dat alles telkens

weg is,

dat God weg is,

een schim,

meer niet,

wie huilt er

met me mee om

toekomst?

 

Geert Boogaard


ZIEKENBEZOEK

 

Mijn vader had een lang uur zitten

zwijgen bij mijn bed.

Toen hij zijn hoed had opgezet

zei ik, nou, dit gesprek

is makkelijk te resumeren.

Nee, zei hij, nee toch niet,

je moet het maar eens proberen.

 

Judith Herzberg


Ruth

 

Zes volle maten, bijna zeven maten

gaf hij mij van zijn pas gedorste graan.

Met zijn belofte die ik heb verstaan

heb ik hem in de schemering verlaten.

 

Zes maten, dat betekent: wacht nog even.

Maar in zijn ogen was het volle ja!

O Bethlehem, o veld van Efratha,

waar ik gebukt ging om te kunnen leven!

 

Zes maten glanzend koren in de morgen!

Wat brengt dan wel de dag en avond voort?

Vandaag reeds overlegt hij in de poort.

Hij is de losser en ik ben geborgen.

 

Zes volle maten, ik zal hem verbeiden

en stil zijn met zijn woord, bij brood en wijn.

Hij is betrouwbaar en hij zal er zijn

om op zijn tijd mij in zijn huis te leiden.

 

Jo van Veen-Nusmeijer


Vul aan wat ons ontbreekt,

want stukwerk is ons pogen

en wat ons afleidt van

de vrede uit den hoge,

laat dat, verheven licht,

in vuur en wind vergaan.

Houdt Gij ons staande door

het wonder van Gods naam.

 

Wie s'Heren Geest bezielt,

wie s'Heren woord doet zingen,

wie met ons vieren wil

het feest der eerstelingen

die stemme met ons in

en prijze Gods verbond

dat Hij vandaag vernieuwt

en elke morgenstond


Vroeg in de morgen, donker was het nog,

zijn wij gegaan, een keer,

nog in ons hart de dichtheid van de nacht.

 

Jij bent niet die wij dachten.

Uit het vuur riep ons bij naam een stem.

Wij zagen niets. Jij riep: 'Ik zal er zijn'.

 

Op licht en schaduw, bomen aan de bron, op stilte leek die

naam. Een gloed van liefde schroeide ons gezicht.

 

Om wat wij hoorden (maar wat hoorden wij?)

om wat op vrijheid leek,

omdat het moest en blijven niet meer kon,

 

zijn wij gegaan, onstuimig en verward,

om nergens om, om jou

om liefde, over alle grenzen heen.

 

Een troep die sloft en zwerft, de richting kwijt.

De nagalm van een stem.

De weerklank van wat woorden in ons hart.

 

Een slingerende stoet naar goed wijd land.

Een eeuwenlang smal pad.

Een ademtocht, de route van het licht.

 

Het duizendschone, schitterende licht,

een file in de nacht,

een spoor van mensen die de nacht verslaan.

 

Die strompelen tot waar? Tot waar jij bent,

in rusten aan de bron,

in gloed van liefde, vuur dat niet verflauwt.

 

Vroeg in de morgen, donker was het nog,

zijn wij gegaan, een keer,

met niets dan in ons hart: 'Ik zal er zijn'.


GEBOORTE-LIED

 

Ooit, in schaduw van rozen,

langs snelvlietend water

zullen wij wandelen, vreemdelingen bekenden,

zingen, liefkozen, lachen

in alle talen.

Dat zal een droom zijn.

Daar, aan wijd open vensters,

in menigte stemmen

zullen wij wonen, honderd

worden en sterven

zoals graankorrels sterven:

niets zal verloren

niemand voor niets zijn.

 

Hart vermoedt het, verstand wikt

en weegt het - God geve het,

of zeg niet God, zeg Bron

van vrijheid, Genade.

Noem hem Komende, Liefde,

Eerste en Laatste.

Alles in allen.


Ik was rondom de bron

 

Ik was rondom de bron

rondom de waterval

de vorstelijke bron.

 

Ik putte uit de grond

het water dat verblijdt.

Ik drenkte dier en mens.

 

Een nacht had ik een droom:

ik was die brom, maar leeg

ik had een schoot van steen.

 

Er kwam een vreemdeling,

vroeg mij te gaan met hem

naar een wijd land. Ik ging.

 

Een weg die nog niet was.

Ik heb mijn lijf gestrekt.

Ik werd een vrouw die weet.

 

Ik kreeg een levenslot

een plaats onder de zon.

Gesloten bleef mijn schoot.

 

Geopend werd mijn schoot.

Twee zonen bracht ik voort,

twee stromen van mijn bloed.

 

Ik draag mijn eigen naam.

Er is geen weg terug.

Mijn liefde is voorgoed.


EEN LIED VAN BEKERING

 

Heer,een stem klinkt op:

Baan een weg voor Hem,

dwars door de woestijn.

 

Trek voor onze God

door dit onland heen

een geŽffend pad.

 

Graaf de heuvels af,

haal de bergen neer,

vul ravijnen op.

 

Kap het ruige oord,

maak de steilste rots

tot begane grond.

 

Openbaar als licht,

onweerlegbaar nieuw,

zal Hij met ons zijn.

 

Alle vlees dat leeft

zal zijn aankomst zien

in āān oogopslag.

 

Uit zijn eigen mond

hoorden wij dit woord,

in ons eigen hart.


ANDER OUDER-JIJ NOG NAAMLOZE

 

Ander, ouder, iemand in ons verborgen: plotseling, oplaaiend vuur van visioenen,

aanschijn der aarde vernieuwend.

 

Rede, dwaasheid hart, onbedwingbare die ons weten doet wat wij niet weten wat

onmogelijk is bij mensen en goden.

 

Ingepakt in wolken schoorvoetend gaan wij, in onze handen klemmen wij wichelroe

den, spiegels en zwaarden.

 

En neerdrukt ons droefheid om het gedane, om niet te keren woorden, om wat

groeide, om wat versteende, verwaaide.

 

Jij, nog naamloze, ademt ons open en wekt in ons weerbarstig geheugen wat wij

zagen met onze vroegste ogen.

 

En doet ons gaan in tranen maar ongebroken door de nacht van de schepping en

houdt ons gaande naar een nieuwe geboorte:

 

blinde muren zacht licht, water geworden en aan de overzijde rozensteden en de

zang van de lijster.


Stilte woont daar

waar men stilte toelaat

vrijheid daar

waar men om vrijheid vecht

God woont daar

waar men voor Hem openstaat

 

Wie leeft die maakt

zijn eigen lied

wie niet leeft

verstaat het niet


NIEMANDSLAND VAN STILTE

Over zeven zeeŽn van wachten, eb en vloed,

komt uit de verre verten een woord ons tegemoet;

een groet, met vreemde tekens geschreven in het zand,

het wordt alleen gelezen door wachters op het strand.

 

Over zeven zeeŽn van feiten uit de tijd

wordt ons uit 't ver verleden een boodschap aangereikt;

een taal van hoop en zegen, een vogel in de hand,

een weldaad als de regen, die valt op dorstig land;

 

Over zeven zeeŽn van uitzien naar de dag

zal eens de hemel komen waarop de wereld wacht.

De vaders zullen zaaien, hun zweet valt in de voor;

de zonen zullen maaien, zo gaat het steeds maar door.

 

K. Pannekoek en P. Bruggeman


DE NACHT WAS ALS EEN HUID

 

De nacht was als een huid om mij heen,

nooit had een morgen mij wakker gestreeld.

De mensen waren zonder gezicht;

wel tasten van handen, nooit zien in een ziel.

De dauw uit zijn mond op mijn ogen gelegd:

toen werden mensen jij voor mij.

 

Op wegen waagde ik nooit een voet,

ik werd gedragen naar waar ik al was.

Nooit groot en recht naar anderen toe,

nooit vliegen op vleugels,

geen gaan en geen staan.

Zijn lieve genade stiet mij overeind:

toen ben ik vrij op weg gegaan.

 

Mijn wereld was maar zwijgen voor mij-

al wat ik proefde aan vreugde en leed,-

mijn tranen schreven het neer in het zand.

Nooit lachen, nooit juichen,

geen taal, geen verhaal.

Zijn woord werd een lied in mijn oor en mijn mond:

leven werd toen muziek voor mij.

K. Pannekoek en P. Bruggeman


VAN U WIL IK SPREKEN 

Van U wil ik spreken, God,

uw naam bezingen,

eeuwig duurt uw trouw.

Kom Gij ons tegemoet

 

Kom Gij ons tegemoet,

wek ons opnieuw tot leven

die ons weer leven doet,

Uw naam aan ons gegeven.

 

Zie uit uw hemel neer,

laat ons uw stem toch horen

wees Gij voor ons de Heer

dat wij U toebehoren.

 

Kom levend aan het licht,

breng ons opnieuw tezamen;

geef ons een nieuw gezicht

dat wij uw woord beamen.

 

Laat ons uw hart verstaan

en richt dan onze schreden,

dat wij uw weg opgaan

en leven in uw vrede.

 

Kom God van eeuwigheid

naar allen die U zoeken,

die leven in de tijd

en blijvend om U roepen.

 

Laat dan uw eigen Geest

in onze harten wonen,

zoals Gij zijt geweest

voor IsraŽl, uw zonen.

K. Pannekoek en P. Bruggeman


DIE HEMEL EN AARDE

Die hemel en aarde en mij

ten leven roept, Hij zegt:

Zie, Ik ga iets nieuws beginnen

het is al ontloken,

merk je het niet?

 

Klamp je niet vast aan wat gist'ren gewoon was

zweer niet bij paden die uitgesleten zijn.

Zie naar uw vaderen die alles verlieten

weg uit hun land, werd de weg hun tehuis.

 

In de woestijn leg Ik brede rivieren,

gras zal er groeien, geen mens lijdt meer dorst.

Sla Ik de rotsen, dan geven ze water

levend water, merk je het niet?

 

Harten die bang zijn en karig in liefde,

'Leven! Leven!' roep Ik hen toe.

Wie zich durft wijden en wagen aan mensen,

nieuw wordt zijn leven, Ik zelf maak het nieuw.

K. Pannekoek en P. Bruggeman


UW WOORD IS WAARHEID

Uw woord is waarheid, Heer,

uw woord is de weg

waarvan uw volk niet wijken wil.

Wie zal ons leiden?

K. Pannekoek en P. Bruggeman


DE DOOD IS EEN STEEN DIE ROLLEN KAN

De dood is een steen die rollen kan,

een pad door de zee voor alleman,

een nacht met een morgen in 't verschiet,

een nieuw begin, een ander lied.

 

Een afscheid voor eeuwig, zo zeggen de meesten,

een avond, maar zonder een morgen op til.

Maar zingend staan wij rond een graf, want wij weten

dat God niet de doden, maar levenden wil.

 

Geen nacht als een ijskoude steen op je lichaam,

geen tolgeld aan 't ijzige noodlot betaald,

want God zal als morgenlicht over je opgaan:

een heden dat niet meer naar gisteren taalt.

 

Van kindsbeen af sterven de mensen bij leven,

de dood draag je mee als een pijn in je bloed,

totdat in het einde, ten dode genezen,

je eeuwig ontwaakt tot een God die je roept.

 

De dood is de zoon van God zelf overkomen,

want al wat de mens ondergaat, was zijn lot.

Maar God heeft de steen voor het graf weggenomen,

de mensenzoon leeft nu in t huis van zijn God.

 

Een heimwee naar morgen, verwijlen bij dingen

van nu niet, van toen niet, van meer dan altijd.

't verrijzen ten leven kan heden beginnen,

de dood, onderweg, is zijn gelding al kwijt.

K. Pannekoek en P. Bruggeman


DE GROTE GODEN VAN WELEER 

De grote goden van weleer

die op hun voetstuk stonden,

hoe hebben ze ons gekleineerd,

aan wet en schuld gebonden.

Die goden van de koude grond,

op eigen grootheid pochend,

ze lieten bijten in het stof

de mensen die hen zochten.

 

Het einde is aan hen geschied,

geteld zijn nu hun dagen.

Hun aarden voeten konden niet

de stenen lijven dragen.

Ze zijn gevallen in het zand

waar zij ons lieten liggen,

ze moesten wijken voor Gods hand,

die mensen op komt richten.

 

Nu zoeken wij op deze berg

in waarheid te aanbidden

de God die mens voor mensen werd,

een broeder in ons midden,

De God die hart heeft voor wie leeft,

zijn hand ligt op de kleinen,

die woorden van vergeving spreekt,

zijn geest geeft aan de zijnen.

 

K. Pannekoek en P. Bruggeman


                 

 

      de Rijn - collage 30 x 40 cm

    voor meer en ander werk zie http://landscape.mystiek.net

canandanann - 20-02-2006 18:04:58