liturgie1
Start Omhoog liturgie2

                 

OPDRACHT

Erectiele disfunctie

TOESPRAAK TOT DE MENS

MIJN LIEVE OUDE ENZOVOORTS

BRIEFKAART AAN JONGE MENSEN

IN DEZE DONKERE NACHT

HEER VAN DROMEN

HET VERDRIET VAN GOD

BEN IK DIT?

IN DEN BEGINNE

DE EERSTE MENS

KAIN

Pasen

JACOB

Psalm 69

PROFETENKOST

JA, RECHTVAARDIG ZIJT GIJ

JEZUS EN ZIJN MOEDER

ONZE VADER

JEZUS WANDELT

WAT DE MENSEN VAN HEM ZEGGEN

EFFATA

WAAROM

KRUISIGING

 

Erectiele disfunctie

GEBED VOOR EEN JONGE DICHTER

 

God van waakzaamheid en hartstocht,

bron en geest van poŽzie;

Gij die mijn hart verwijdt

en mijn bloed verhit,

die in het duister van mijn troosteloosheid

maakt dat de landen, de hemelen en de zeeŽn

stromen als in een magische kristallen bol;

Gij die mijn leven dompelt

in de afgrond van vuur

en het met oceaanwinden samensmelt,

kruispunt van inspiratie,

waterval van licht;

Gij die schiet met het vurige woord als pijl,

jager van beesten en ideeŽn,

mannelijke en vrouwelijke wil,

leven, vagevuur en verrijzenis,

tastbare hoop op onsterfelijkheid;

Gij, mijn God, als ik u goed gediend heb,

sla uw ogen dan neer

en maak uw blauwe lokken los

boven dit kleine en brandende schepsel

dat zingt in het bloedbevlekte braambos;

strooi het zaad in zijn hart,

het zaad dat in zich bergt

de brullende en veelbladige plataan der poŽzie,

vermeerder zijn kracht in hem,

maak zijn tong los,

wek woorden in zijn geest,

en ritme in zijn gehoor,

en maak hem uw mond,

maak hem de trompet van uw troon,

maak hem de stem van de winden en de zeeČn

en de zucht van landen

en de kreet van vuur

en de stilte van sterrestreken.

 

Pandelis Prevel kis


OPDRACHT

 

Zorg dat ik niet te snel inslaap.

Of als ik te snel inslaap

kom me dan wekken. Elk uur van de nacht

mag je komen. Kom fluitend de weg op.

Stamp op de veranda. Bons op de deur.

Zorg dat ik mijn bed uitkom

en jou binnenlaat en een lamp aansteek.

Zeg tegen me dat het noorderlicht te zien is,

en zorg dat ik kijk. Of zeg me dat de wolken

iets aan het doen zijn met de maan

wat ze nooit eerder deden; laat het me zien.

Kijk of ik kijk. Praat net zolang tegen me

totdat ik half zo klaarwakker ben als jij

en me begin aan te kleden, me afvragend

waarom ik Łberhaupt naar bed ging.

Zeg me dat wandelen fantastisch is.

Zeg het niet alleen, overtuig me ervan.

Je weet, ik ben niet al te moeilijk te overtuigen.

 

Robert Francis


TOESPRAAK TOT DE MENS

 

Verfoeilijk ras, blijf jezelf maar wegvagen, sterf uit.

 

Fok sneller, vul, breid uit, zing hymnen, bouw bommenwerpers;

steek speeches af, onthul standbeelden, sluit verbonden, paradeer;

verander de verbijsterde ammoniak en de onthutste cellulose weer in springstoffen;

 

verander de hoopvolle lijven van de jeugd weer

in stinkende troep waar de vliegen op afkomen; vermaan,

bid, zet lange gezichten, wees ernstig, wees alles behalve

onder de indruk, laat je fotograferen;

confereer, vervolmaak je formules, ga handelen in

bacteriŽn die menselijk weefsel kunnen aantasten,

breng de dood op de markt;

fok, vul, breid uit, neem toe, vaag jezelf weg, sterf uit,

homo genoemd sapiens.

 

Edna St. Vincent Millay


MIJN LIEVE OUDE ENZOVOORTS

 

mijn lieve oude enzovoorts

tante Lucy kon tijdens de

net voorbije oorlog vertellen

en wat māār is, dat deed ze ook

waar iedereen voor aan het vechten

was,

mijn zuster

Isabel breide honderden

(en honderden) sokken nog afgezien

van hemden antivlooien-oorwarmers

enzovoorts wanten enzovoorts, mijn

moeder hoopte dat

ik zou sterven enzovoorts

heel dapper natuurlijk mijn vader

werd telkens schor van het praten over

wat voor voorrecht het was en als

hij maar gekund had ondertussen

lag mijn persoontje enzovoorts rustig

diep in de modder

enzovoorts

(dromend)

enzovoorts, van

jouw glimlach

ogen knieŽn en van jouw Enzovoorts)

 

E.E. Cummings


BRIEFKAART AAN JONGE MENSEN

 

Zwicht niet zoals wij gedaan hebben,

ga niet in op de verleidingen, denk na, weiger,

weiger, wijs af.

Denk na voordat je ja zegt,

geloof niet meteen, geloof ook hen niet voor wie het duidelijk is;

geloven sust in slaap, en je moet wakker zijn.

Begin met een schone lei, schrijf zelf de eerste woorden,

laat je niets voorschrijven.

Luister goed, luister lang, aandachtig,

geloof het verstand niet waaraan wij ons onderwierpen.

Begin met het zwijgende verzet van het nadenken, onderzoek en verwerp.

Vorm langzaam het ja van je leven.

Leef niet zoals wij.

Leef zonder vrees.

 

Walter Bauer


IN DEZE DONKERE NACHT

 

In deze donkere nacht

waarin demonen dansen rond de maan

waarin wind en bomen samenzweren om mij te storten

in diepten dieper dan ooit tevoren.

O zal ik ooit vrede ervaren

in deze donkere nacht?

 

In deze donkere nacht

waarin anderen lachen en schertsen

en ik stik in tranen over eenzame voorbije dagen

in herinneringen aan pijn

en een toekomst waar ik niets van weet

O zal ik ooit licht zien

in deze donkere nacht?

 

De klamme bries rondom mijn dijen

de vleug van koude aan mijn schouders

en in mijn verborgen diepten een intensere kilte

en toch een zucht

een schreeuw

naar iets voorbij de blindheid

van deze donkere nacht.

 

Anthony Rose

 


HEER VAN DROMEN

Wij zwijgen niet!

Gij alleen zwijgt.

Wees toch een bedding

voor het protest en voor de hoop. Want kijk,

wij kunnen niet veel kiezen,

wij hebben alleen deze ene kans

om,

wanneer alles gezegd is

en gedaan,

in contact te komen

met het mooie, om

met het bloed een heilige beker te vullen

waarmee de geest verkwikt wordt

en gesterkt, om te gaan

terug

rechtstreeks

naar de wereld.

 

Abba Kovner

 


HET VERDRIET VAN GOD

 

(God spreekt)

Ik zie jullie komen

en gaan bij het beven van de aarde zoals

tijdens de eerste twee dagen van de wereld,

maar groot is het verschil,

mijn werk is niet langer in mij,

ik heb het helemaal aan jullie gegeven.

Mens, mijn welbeminden,

ik kan niets doen bij jullie tegenspoed,

ik heb jullie alleen maar je moed en tranen kunnen geven,

dat is het warme bewijs voor het bestaan van God.

De vochtigheid van jullie ziel is

wat er van mij in jullie overblijft.

Ik kon niets anders doen.

Ik kan niets anders doen voor de moeder

wier zoon op sterven ligt

dan licht aan jullie geven, kaarsen van hoop.

Als het zo niet was, zou je het weten,

slecht beschermde bedjes,

de verlamming van de kinderen.

Ik ben losgesneden van mijn werk,

wat voltooid is is ver weg en gaat elke dag verder heen.

Wanneer de bron van de berg neerkomt

hoe kan zij dan weer omhooggaan?

Ik kan evenmin tot jullie spreken

als een pottenbakker tegen zijn pot,

van de twee is er een doof,

de ander stom tegenover zijn werk

en ik zie hoe jullie op verblindende afgronden aflopen

zonder dat ik ze aangeven kan,

en ik kan jullie niet influisteren

hoe je daarmee moet omgaan,

jullie moeten helemaal alleen uit de problemen komen

zoals wezen in de sneeuw.

 

En ik zeg elke dag tegen mezelf na een diepe stilte:

'Daar is er weer een die fout doet wat hij goed kon doen,

weer een die struikelt omdat hij niet de goede kant op kijkt.

En die ander die zich te ver over zijn balkon neerbuigt,

en de zwaartekracht vergeet,

en die daar, die zijn motor niet nakijkt,

dag vliegtuig, dag mens!'

Ik kan niets meer voor jullie doen,

helaas als ik me herhaal gebeurt dat

omdat ik eronder lijd.

Ik ben een herinnering die neerdaalt,

jullie leven in een herinnering,

de hoop die jullie heuvels beklimt,

jullie leven in hoop.

Heen en weer geschud door de gebeden en vloeken van mensen,

ben ik overal tegelijk en kan ik me niet laten zien,

zonder te bewegen dool ik rond en ga van hemel tot hemel,

ik ben de zwerver in mijzelf,

en de krioelende kluizenaar,

gewend aan afstanden,

ik ben zeer ver van mijzelf vandaan,

ik verdwaal diep in mijzelf zoals een kind in het bos,

ik roep mijzelf, ik haal mijzelf binnen,

ik trek mijzelf naar mijn centrum.

Mens, als ik jou schiep was het om het wat helder te zien

en om in een lichaam te leven,

ik die geen handen of gezicht heb.

Ik wil je danken voor het feit dat je serieus van alles doet

wat maar een korte tijd gegeven is op de welbeminde aarde,

o mijn kind, mijn schat, o moed van jouw God,

mijn zoon, die over de wereld bent gelopen

in mijn plaats voor mij uit

in je zo kwetsbare lichaam met zijn grote ellende.

Geen stukje huid waar diep verval zich niet zal voordoen.

Ieder van jullie weet hoe,

hoe hij een dode moet voorstellen

zonder dat hij het hoefde te leren,

een volmaakte dode die alle kanten op gedraaid kan worden,

op wie niets aan te merken valt.

 

God overleeft jullie, hij alleen overleeft

omgeven door een grote slachting van mannen, vrouwen en kinderen,

ook al leven jullie,

jullie sterven voortdurend een beetje,

kom tot een schikking met het leven,

met jullie trillende liefdes.

Jullie hebben hersens, vingers om de wereld

naar eigen smaak gestalte te geven,

jullie hebben de mogelijkheden om de rede te laten leven

en ook de waanzin in jullie kooi,

jullie hebben alle dieren die de schepping uitmaken,

jullie kunnen rennen en zwemmen zoals de hond en de vis,

voortbewegen zoals de tijger of zoals het lam van een week oud,

jullie kunnen jezelf de dood aandoen zoals het rendier, de schorpioen,

en ik blijf de onzichtbare, de onvindbare op de aarde,

heb medelijden met jullie God die jullie niet gelukkig heeft kunnen maken,

kleine stukjes van mij, o dansende vonkjes,

ik bied jullie slechts een haard waar je weer vuur zult vinden.

 

Jules Supervielle


BEN IK DIT?

 

Wie ben ik? Wat ben ik?

Waardoor word ik wat ik ben?

De ik die je ziet, ben ik dat echt?

Of is het de ik die jij wilt dat ik ben?

Ben ik het zoals ik nu ben?

Verschilde mijn ik van gisteren

van de ik die ik morgen zal zijn?

 

Wanneer je naar mij kijkt, kun je dan iets

zien van wat me overkomen is?

Gebeurtenissen, gedachtenwisselingen, en gevoelens

die elk ogenblik van elke dag vullen,

zijn aan mij toegevoegd,

en maken mij tot de ik die ik nu ben.

Maar mijn ik van morgen zal anders zijn.

 

Als een chirurg mijn hersens zou openen,

zou hij dan de daarin verborgen

rijkdom van geheugen zien?

Verborgen schat, voorgoed opgeslagen,

verborgen voor hem, verborgen voor jou,

en grotendeels ook verborgen voor mij.

 

Alleen God weet wie ik werkelijk ben,

en kent alle ingrediŽnten uit het verleden

die door elkaar gemengd zijn om mij tot mij te maken.

Alleen God kent de maat

van iedere ervaring, sterk of zwak;

Hij weet hoe die mij hebben beÔnvloed,

en welk deel zij van mij vormen.

 

En ofschoon Hij alles weet, houdt Hij toch van mij.

En vindt dat ik de moeite waard ben om voor te sterven.

En terwijl Hij opnieuw in mij leeft

in de mij die ik ben,

verandert en wijzigt Hij de ik die ik ben,

en maakt mij meer zoals Hij.

 

Sue Hudspith


IN DEN BEGINNE

In den beginne was er jij, was er er, was er toen, was er de blauwe hemel, was er het

zonlicht, was er de lente, was er de warmte, waren er de velden, waren er de bloemen, waren er de bomen, was er het gras, waren er de vogels, was er het bos, was er vriendschap, was er vastberadenheid, was er genade, was er vertrouwen, was er het geven, waren er de rijken, was er de vreugde, was er de vrolijkheid, was er gelach, was er zang, was er taal, was er ophemeling, was er lof, was er respect, was er begrip, was er zoetheid, was er zuiverheid, was er schoonheid, was er bevestiging, was er geloof, was er hoop, was er liefde, was er de toekomst, toen werd jij zij, daar werd hier, toen werd nu, de blauwe hemel werd zwarte rook, het zonlicht werd regen, lente werd winter, de warmte werd kou, de velden werden moerassen, bloemen werden dorre stengels, bomen veranderden in as, het gras in modder, de vogels in prooi, kracht in zwakheid, moed in lafheid, vastberadenheid werd besluiteloosheid, genade werd onbeholpenheid, vertrouwen werd achterdocht, het geven werd zelfzucht, de rijken vervielen tot armoede, de vreugde verandert in verdriet, de vrolijkheid in somberheid, het gelach in tranen, de zang in gekrijs, de taal in gestamel, ophemeling werd veroordeling, complimenten werden vervloekingen, respect werd verachting, begrip werd conflict, zoetheid veranderde in bitterheid, zuiverheid in vuiligheid, schoonheid werd afzichtelijkheid, bevestiging werd ontkenning, geloof werd twijfel, hoop werd wanhoop, liefde werd haat, de toekomst werd het verleden, en alles begon van voren af aan.

Imre Oravecz


DE EERSTE MENS

 

Hij is gekomen. Waarvandaan?

Hij is opgeroepen. Waartoe?

Hij heft zijn handen omhoog.

Handen.

 

Zij gaan voor hem uit.

Zij kondigen hem aan.

Zij verraden dat hij het is:

de begiftigde.

 

Begiftigd met Eva, Lilith, Abel,

met het vuur, het werktuig, de druif,

de reisstaf

begiftigd met de aarde

die moet hem onderdanig zijn.

 

Met deze handen

zal hij de toren bouwen in Babel

de stenen tafelen grijpen op de Sinač

 

in deze handen zal voor een ogenblik

neerstrijken

dat wat nooit te ontvangen is.

 

Gertrud Fussenegger


KAIN

Ik ben je broeder Kain

aan de blauwe wirwar van mijn aders

verandert jouw leven

hoe moet ik je hoeden

aan mijn knokige hart

laat de dood moeizaam een klaaglied ontspruiten:

hoe moet ik je hoeden.

 

Ik ben je broeder Kain

en zoek de totale vergetelheid

aan de warme bron

van jouw bloed

springt vaal mijn hart op

en huilt in twijfelende angst

Mijn God - hoe moet ik me hoeden voor mezelf.

 

Willi Sagert


Pasen

Uw trouw

staat om mij heen

gelijk een muur

waarin geen bres te slaan valt

 

Uw liefde

loopt ontafgebroken wacht

 

zo zal ik in U

meer dan overwinnaar wezen

 

in U

die vandaag voorgoed

de dood ontkracht

 

O.Kruythof


JACOB

Jaren en littekens later

ontdek ik eindelijk

dat alle engelen reizen

onder aangenomen namen.

 

George Garrett


Psalm 69

Sterker dan wij onze zonden

een gewicht als van werelden

krijgt ons eronder.

 

Een steriele last: winters

de heldere stroom van het hart.

Stokstil staan we

 

hoop in het zand geschoten

zaden in de wind geslagen.

 

O wees ondanks alles

een eind aan onze winter

soelaas en zonnewende.

 

Louter schaduwen zijn we

die langer worden, dood nabootsen.

 

Geruchten ontzetten ons

de zeeŽn rijzen op

de aarde kan niet tegen onze

onverdraagzaamheid, dwaasheid.

 

Heb geduld. Zend een nieuw seizoen

naar ons toe, een nieuwe wil

die de bolster breekt

van onze wandaden.

 

We hebben berouw, willen goedmaken.

Schep ons opnieuw.

 

Daniel Berrigan


PROFETENKOST

Toen sprinkhanen onze stad bezetten,

geen melk meer in huis kwam, en de krant stikte,

opende men de kerkers, liet de profeten vrij.

Nu trokken zij door de straten, 3800 profeten.

Ongestraft mochten zij spreken, zich rijkelijk tegoed doen

aan dat springende, grauwe beleg, dat wij de plaag noemden.

Wie had iets anders verwacht.

 

Zodra we weer melk kregen, en de krant herademde,

vulden de profeten de kerkers.

 

GŁnther Grass


JA, RECHTVAARDIG ZIJT GIJ

(Jeremia 12,1)

 

Ja, rechtvaardig zijt gij, als ik twist, Heer,

met u; maar wat ik aanvoer is terecht.

Waarom gaat het zondaars goed? waarom slechts

teleurstelling voor al wat ik probeer?

 

Waart gij mijn vijand, o gij vriend van mij,

hoe zoudt gij erger mij kunnen verslaan,

tarten? O, zij die in drank en lust opgaan

gedijen meer in korte tijd dan hij

 

die u zijn leven wijdt. Berm en heg, zie

nu, hoe dik in 't blad! weer afgezet

met kervelkant, kijk, schuddend in een bries.

 

Vogels bouwen - maar ik niet; ik verzet

als eunuch werk, en broed; uit komt er niets.

O dat gij, levensheer, mijn wortels regen zendt!

 

Gerard Manley Hopkins 


JEZUS EN ZIJN MOEDER

 

Mijn enig kind, meer van God dan van mij,

blijf in deze tuin vol rijpe peren.

De oogst van wat zij zijn vertoont

een bescheiden en tevreden glans:

en als zij van ouderdom wenen, zijn

hun tranen geen pekelnat maar luie stroop.

'Ik ben van mij en niet van mij.'

 

Hij leek veel op een andere man,

die stille vreemdeling die aan

mijn deur verscheen met een leliestaf:

hoe kon ik weten wat ik begon

toen ik ogen ontmoette, woester dan

de ogen van Jozef, die van God?

Ik was van mij en niet van mij.

 

En wie zijn die twaalf zwoegende lui?

Ik begrijp je woorden niet:

ik leerde je praten, we gaven namen aan de vogels,

je hield hun grote trek bij toen

als ieder kind. Keer dan terug

van het plein der massa's naar de stilte.

'Ik ben van mij en niet van mij.'

 

Waarom ben je nors wanneer ik praat?

Hier is je gereedschap, de zaag, het mes,

de hamer op je werkbank. Je leven

wordt hier gemeten week na week

geschaafd zoals de meubels die je maakt,

en ik zal je leren zoals een vrouw

van mij te zijn, en geheel van mij.

 

Wie wenst niet, als een verwaande wind

die blaast waar hij belieft, tevredenheid?

Toch herinner ik mij hoe jij wegging

om te spreken met in bont gehulde geleerden.

Ik hoor geschreeuw in de stad:

wie draagt dat duister instrument?

'Een, geheel van hem en niet van hem'.

 

Het groene lichte grasveld betredend

staar ik naar een vreemde schaduw.

Ben jij de jongen die ik alleen baarde

zonder dokter die de streng doorsneed?

Ik kan er niet toe komen je Heer te noemen,

antwoord mij als mijn enig kind.

'Ik ben van mij en niet van mij'.

 

Thom Gunn


ONZE VADER

 

Onze Vader, die in de

hemel zijt,

en die mogelijk doof zijt.

 

Gij hoort onze gebeden;

Gij ziet

hoe onmogelijk zwak ze zijn -

deze woorden aaneengeregen,

geweven, geborduurd, geknoopt

tot armzalige vormen.

 

Als onze woorden draden waren

zouden we dromen van gouden gewaden

maar we worden wakker in vodden.

 

Heer, geef ons heden

onze dagelijkse hoop.

 

Ziet u het?

Deze handen hebben ooit gedroomd;

onze woorden

hebben eens koningen gekleed.

 

Ed Ingebretsen


JEZUS WANDELT

 

Toen Jezus de woestijn in wandelde

droeg hij een mens op zijn rug,

tenminste, het had de vorm van een mens,

een visser misschien met een natte neus,

een bakker misschien met meel in zijn ogen.

De man was dood naar het scheen

en toch was hij ondoodbaar.

Jezus droeg vele mensen

toch was er maar ťťn mens -

als het inderdaad een mens was.

Daar in de woestijn strekten

alle blaren hun handen uit

maar Jezus ging eraan voorbij.

De bijen wenkten hem naar hun honing

maar Jezus ging eraan voorbij.

De beer sneed zijn hart uit zijn lijf en bood het aan

maar Jezus ging eraan voorbij

met zijn zware last.

De duivel kwam nader en sloeg hem in zijn gezicht

en Jezus wandelde verder.

De duivel liet de aarde bewegen als een lift

en Jezus wandelde verder.

De duivel bouwde een stad vol hoeren,

elk in een engelenbedje,

en Jezus wandelde verder met zijn last.

Veertig dagen lang, veertig nachten lang

zette Jezus de ene voet voor de ander

en de mens die hij droeg,

als het een mens was,

werd zwaarder en zwaarder.

Hij droeg alle bomen van de wereld

die ťťn boom vormen.

Hij droeg veertig manen

die ťťn maan vormen.

Hij droeg alle schoenen

van alle mensen in de wereld

die ťťn schoen vormen.

Hij droeg ons bloed.

Eťn bloed.

 

Bidden, wist Jezus,

is een mens zijn die een mens draagt.

 

Anne Sexton


WAT DE MENSEN VAN HEM ZEGGEN

 

de leugenaars zeggen

hij is een leugenaar

 

de dichters zeggen

hij is een dichter

 

de profeten zeggen

hij is een profeet

 

de revolutionairen zeggen

hij is een van ons

 

de heiligen zeggen

hij is een heilige

 

de machtigen zeggen

hij is gevaarlijk

 

de bezitters zeggen

hij is een communist

 

de nietszeggenden zeggen

niets

 

de burgers

voelen zich verontrust

 

de geliefden zeggen

hij voelt zoals wij

 

de verlorenen zeggen

hij heeft ons gevonden

 

de hongerigen zeggen

hij is ons brood

 

de blinden zeggen

we zien alles nieuw

 

de stommen zeggen

we wagen het weer

onze mond open te doen

 

de doven zeggen

het is de moeite waard

naar hem te luisteren

 

de leugenaars zeggen

hij heeft ons bedoeld

 

de machtigen

hebben het laatste woord

of het voorlaatste

in elk geval

weg met hem

                                                Wilhelm Willms

 


EFFATA

 

Ik ben doof -

de leegte in mijn oor

is zwart als een rottende vrucht.

 

Ik ben stom -

een zware steen mijn tong in mijn mond.

Nooit kan ik je roepen.

 

Maar ik versta de taal van de huid.

Wanneer iemand mij aanraakt,

onderscheid ik:

warm en koud,

teer en stevig,

goed en slecht.

 

Degene, naar wie ze mij heenbrachten,

was goed.

In mijn dode oren

greep hij met handen van liefde.

Als een kus

was zijn speeksel op mijn mond

en ik zag,

hoe hij zuchtte.

 

Toen liet de band van mijn tong los

en de oren,

de dove oren,

hoorden.

Hij beval mij daarover te zwijgen.

Maar zeg nu zelf, Heer:

Hoe kan ik nu niet zingen over jou,

dat jij mijn lippen bevrijdt.

 

Friederike Nestler


WAAROM

Waarom van zomaar sporen

zeggen dat het wegen zijn?

Ieder die op weg gaat, wandelt,

zoals Jezus, op het water.

 

Antonio Machado


KRUISIGING

 

Altijd hetzelfde en altijd nieuw. De spijkers

worden hard ingeslagen in alle plaatsen die we kennen

op onze kaarten. In al onze boze verlangens

weerklinken onze betere keuzes. Het lijkt zo

gemakkelijk om iets dat misgaat te beschouwen

 

als de fout van een ander, van onze ouders of als

een ziekte waarvan we niet kunnen bewijzen dat zij

verantwoordelijk is voor daden die wij verafschuwen.

En toch kennen we verfrissende vlagen van twijfel

en haten wij de sluwe oorlog

 

die wij in onszelf voeren. Wij moeten naar buiten kijken

en Pasen vraagt dat van ons. De lente blaakt

wanneer Gods menselijk lichaam weer op een kruis

wordt gelegd om ons lijden te dragen.

Een beetje liefde kan ons nog

 

leiden naar de plek waar andere mensen

de God van bevrijding navolgen en de onrechtvaardige

doodsstrijd op zich nemen. Christus' heilig lijden

wordt gedragen door zijn beste kinderen. Ja, de Zoon

van God brengt Pasen binnen

 

wanneer bloesems dorens bedekken, wanneer zoete frisse lucht,

die ruikt naar knoppen en blaadjes, ons dwingt om

deze wereld te eren die niet onherstelbaar is.

Meeleven is de enige weg om te groeien

en daar ligt Christus begraven.

 

Elizabeth Jennings


 
                 

 

      de Rijn - collage 30 x 40 cm

    voor meer en ander werk zie http://landscape.mystiek.net

canandanann - 20-02-2006 18:03:57