Nu goed dan ik
was uit het graf geklommen
ik stonk nog
van het hangen aan de balk
al was het
zweet opgedroogd
en het bloed
zwart geworden -
bij die dingen
staan wij niet meer stil dat is
voor
barokschilders en dichters
zonder de
zindelijkheid van het plastic -
het gaat niet
om het doodgaan en daarna
het gaat om het
leven als de leliën
des velds om
het eten en drinken verdelen
zodat ieder
verzadigd wordt en er ruimte komt
voor wat
eigenlijk pas leven is:
de bruiloft en
het dansen en het vrijen
het luisteren
en luieren en leren
en het
meetellen van de timmermannetjes
van de hoeren
en de hadjememaars en vissers
tussen de
witgekalkte graven
tussen de
speculanten in en om de tempels
tussen de
priesters en de professoren
en al die
pilatussen
die donders
goed weten!
nu goed dan ik
liep de weg op in het donker
het was koud
maar toch nog niet moeilijk
en weer aan te
wennen
terug te zijn
en ik zag dat
twee van de jongens
die zich uit de
voeten hadden gemaakt
omdat het link
was in Jeruzalem te blijven
het even goed
koud hadden op de weg -
ik wou echt wel
eens horen
of ze iets
gesnapt hadden
van waar het om
ging of ze
het vlammetje
door zouden kunnen geven
van het
bereikbare in het onbereikbare
en bij
voorbeeld hun kinderen
wat minder
zouden belasten en
ook
wat minder vatbaar maken
voor de bacil
van de angst
en de leugen
en het wie het
eerst mept, mept het best -
ik was mager
geworden die uren
aan de balk eer
ik de spelonk in ging
ik zag er heel
anders uit en het was donker
zodat de
jongens me niet herkenden
toen ik
plotseling naast hen liep en een praatje begon:
jullie kijken
wel sip zei ik
en wachtte
gespannen op het antwoord
ze keken me
niet aan maar een mompelde
weet je dan
niet wat er gebeurd is?
we hebben ons
blij gemaakt met een dooie mus
het nieuwe rijk
stond voor de deur
en we waren
klaar het zaakje over te nemen
toen een de
boel verried en er met de kas vandoor ging
en de man die
gezegd had dat het voor elkaar zou komen
gepikt werd en
opslag ter dood veroordeeld -
zouden we dan
niet sip kijken?
zo ben je
minister en
zo ben je weer
jan boezeroen!
en in die trant
praatten ze verder
ze hadden ook
echt wel met mij te doen
maar veel meer
bleek er toch
niet bij te zitten -
nu goed dan ik
begon het hen opnieuw uit te leggen
dat het niet om
dit einde ging
en dat het
logisch was dat ik het loodje legde
maar dat het
nieuwe rijk er was
voor wie ogen
had om te zien en oren om te horen
dat het niet
ging om mij maar om
de
timmermannetjes
en de hoertjes
en de dichtertjes
om de joodjes
en de germaantjes
om de
hongaartjes en de rusjes
om de negertjes
en de algerijntjes
om de mensjes
die gekke wezentjes
die twintig of
vijftig of tachtig jaar te leven hebben
en leven dat is
werken en wonen en eten en daarna
vrijen en
muziek maken en in het gras liggen
en wat ze
verder plezierig vinden
en die ook
moeten lijden o ja
maar echt nooit
meer dan onvermijdelijk is -
ik legde het
hen uit en ze luisterden
en ze
onderbraken me alleen om te vragen:
zeg ga met ons
mee een boterham eten!
en toen in het
licht keek de een mij aan
en werd wit om
zijn neus en keek weer
en gaf de ander
een duw en riep:
jo kijk eens
hij is het hij opgestaan!
en de ander
keek en riep:
jezus christus
hij is het je hebt gelijk!
een wonder!
riepen ze: een wonder!
alsof het
daarom ging en in hun opwinding
verdween ik
maar stiekum weer in het donker
omdat er toch
niet meer met hen te praten was -
nu ze liepen
zich de benen uit het lijf
om de andere
kameraden
dat wonder te
gaan vertellen en
te redden wat
er te redden viel
om een pausje
te maken
en
pratriarchjes
om met
constantijn te onderhandelen
en met zoveel
anderen
om het
kalvinisme uit te vinden
en weet ik wat
nog meer
tot het ethisch
gehijg van de protestantenbond toe
zodat de
witgekalkte graven
de pilatussen
en de speidels
die donders
goed beter weten
het voor het
zeggen hebben
tot het einde
der tijden
tot het einde
der tijden
en de
timmermannetjes
en de negertjes
en de rusjes
zie boven -
A. Marja
naar jou
persoonlijk, wie je ook bent.
Hij ziet je,
hij begrijpt je,
want Hij is het
die je tot leven riep,
Hij weet wat in
je omgaat,
wat je voelt
wat je denkt,
wat je graag
wilt en wat je kunt,
waar je sterkte
ligt en je zwakheid.
In dagen van
vreugde alsook in tijden
van droefheid
ziet hij naar je om.
Hij voelt met
je mee als je hoopvol bent,
maar ook
temidden van de bekoring
In al wat je
angstig maakt,
in alles wat
door je herinnering gaat
in al wat je
opbeurt en in alles
wat je droevig
stemt, stelt hij belang.
Van je voetzool
tot je kruin kent hij jou
Hij omsluit je
helemaal
hij draagt je
in zijn armen,
hij tilt je op
en zet je neer.
Of je
glimlacht, of je schreit,
ziek bent of
gezond,
hij leest het
af van je gelaat.
Teder kijkt hij
op je neer;
hij hoort je
stem, je harteklop,
hij hoort je
tot je zuchten toe.
Niet m‚‚r
geef jij om jezelf
dan Hij houdt
van jou...
GROND EN
WATER,LICHT EN VUUR
BEWAAR EN HOED
HAAR
VOOR DE LANGE
DUUR
Gegroet het
lieve leven
al wat geboren
is
en wie het
heeft gegeven
een menselijk
gezicht
Gegroet de
lieve aarde
die onze voeten
draagt
onschatbaar is
haar waarde
zij voedt ons
ongevraagd.
Gegroet de
zonnestralen
onmisbaar licht
en vuur
die ons uit
ontij halen
uit
nachten,koud en guur
Gegroet het
bruisend water
steeds onderweg
naar zee
het zingt voor
nu en later:
'Wie stroomt er
met mij mee?'
Gegroet het
lieve leven
uit water,
grond, en licht
en wie eraan
wil geven
een menselijk
gezicht.
Gegroet u lieve
mensen
hier samen weer
bij elkaar
om te worden
vrienden, vriendinnen
eens wordt het
waar.
GROET DE AARDE
IN DIT UUR
GROND EN
WATER,LICHT EN VUUR
BEWAAR EN HOED
HAAR
VOOR DE LANGE
DUUR
wilgen roos en
vlinderstruik,
de wouw en de
klauw,
de brem, het
slangenkruid;
rode klaver,
steppeheks
omringd door
varkensgras,
de
duizendknoop, de klis,
de kleine
herderstas.
loof het
onkruid,
mensen, volken
niet in tel
de laagsten die
zuchten
onder hoog
bevel;
hongerslaven,
krotbewoners,
wijd en zijd
verspreid,`
bestempeld en
geschuwd
als last en
minderheid.
Loof het
onkruid,
en gedenk het
oude woord:
de minste zal
lachen,
leven
ongehoord.
Onkruid wint,
wat zeker is,
het allerlaatst
gevecht
en brengt de
minste mens
tot zijn
verloren recht.
denkend aan het
verleden
op de grens van
het bestaan:
dat slavenland
zwervend in het
heden
in het zand van
de woestijn:
dat dorre land
luisterend naar
woorden
over tekens van
nieuw leven:
dat komend land
dromend van de
toekomst
aan de oever
van de Jordaan:
dat vruchtbaar
land
oriënterend in
de richting
van een
liefdevol bestaan:
dat beloofde
land
aarzelend aan
de oever
gaan wij door
het water heen:
dat helend land
wagend de stap
naar vrijheid
van een beter
nieuw begin:
dat bevrijdend
land
bevrijd van het
verleden
levend in Gods
Geest:
dat hemels land
Partnerschap
tussen God en mens
Partnerschap
tussen God en mens
Vriendschap
tussen gelijken
Jij en Ik, Ik
en Jij
Gesprek
Dialoog
dat is wat wij
leren
uit de
ontmoeting tussen God en Mozes
God en Elia
God en Samuel
God en Jezus
En God spreekt
de mens
antwoordt
De mens spreekt
vraagt
smeekt
God geeft
antwoord
zwijgt
stilte
de stilte als
Aanwezigheid
God in de
stilte
God is stilte
Wij ontmoeten
God
als wij stil
worden
openstaan
langzaam
opengaan
voor het
onbegrijpelijke
voor Zijn Naam
Zijn woord
van leven
klank van water
kabbelend
van de rotsen
Bron van leven
Lamp voor onze
voeten
mens en God
Ik en Gij
Ik en Jij
partners
vrienden voor
het leven
j. hacking
als pionnen op
een schaakbord
Licht betekent
de duisternis
die onbekend
wil blijven.
Langs elkaar
heen gaan zij:
De ongelukkige
zonder hoop
en de
welgestelde
met de wereld
aan zijn voeten.
Ze vertrekken
als reizigers
en ontmoeten
een kruispunt
waar de rollen
worden omgedraaid.
De nacht wordt
ochtend
en de
verdrietige glimlacht
terwijl de zon
uitdooft
van de eerst zo
stralende
maar onzalige
mens.
Esther Disveld
Mensen wachten
af.
Je kunt iemand
een klap in
zijn gezicht geven.
Je kunt iemand
een kus geven,
als teken van
liefde.
De wang wacht
af,
wat zal het
worden:
een klap of een
kus?
die stil, maar
woedend vrezen:
het is niet
waar, dat koninkrijk
dat komt, het
is een goed bedoeld,
begrijpelijk en
vroom bedrog.
Wij zijn de
eersten niet
die zuchten
onder de geschiedenis:
één stroom
van bloed,
onafgebroken
series rampen,
haat en geweld,
voortdurend
vechten om te overleven,
en waarvoor,
waarheen,
is er iemand
die het antwoord weet?
Maar telkens
weer kom ik u tegen,
op het spoor
gezet door goede mensen,
betrouwbaar en
eerlijk voor u,
en zij zijn u
blijven vertrouwen,
in de donkere
uren van hun leven
zijn zij de
worsteling met u begonnen
en lieten u
niet los, op hoop van zegen.
En telkens weer
zie ik die ene mens
die eenzaam was
en zelfs door u verlaten,
maar die u niet
verliet, zijn vrienden hielp
en zei: Ik ben
de waarheid en het leven
en wijs de weg
naar God die liefde is.
Wij zijn de
eersten niet,
wij laten u
niet los
tenzij Gij ons
zult zegenen
Heer, ik
geloof,
maar kom mijn
ongeloof te hulp.
Nick Schuman
Ik luister naar
de angst van God
Ik, die gevoed
ben
die nooit een
dag honger heb gekend
ik zie de doden
-
de kinderen,
van honger omgekomen -
ik zie hen en
poog te bidden.
Ik luister naar
de angst van God
ik, die het
warm heb
die nooit de
beschutting van een
huis heb hoeven
te missen.
In stille
paniek
zwerven de
mensen rond
die van hut en
huis beroofd zijn.
Ik luister naar
de angst van God
ik die sterk
ben en gezond
die liefde kent
en lachen in mijn ziel
ik zie massa's
kinderen
die niet uit
kunnen groeien
ik zou hen zo
graag heel willen maken.
Ik luister naar
de angst van God
maar ik weet
maar al te goed
dat pas als ik
hun bitter lijden deel
-de pijn en de
hel van de aarde -
God in mijn
geest kan wonen
om het
Koninkrijk nabij te brengen.
Ik had honger,
maar niet uit
behoefte aan
brood
maar uit
behoefte aan vrede, die uit
een zuiver hart
komt.
Ik had dorst,
maar niet uit behoefte aan water
maar uit
behoefte aan vrede, die de
brandende dorst
naar oorlog lest.
Ik was naakt,
niet uit behoefte aan kleren
maar uit
verlangen naar
waardigheid van
mannen en
vrouwen omdat
hun lichaam zo mooi is.
Ik had geen
huis, waar ik thuis kan zijn
niet omdat er
geen onderdak was,
gemaakt van
stenen
maar er was
geen hart, dat begrijpt,
dat beschermt,
dat lief heeft.
Ik had honger,
ik had dorst,
ik was naakt,
ik had geen huis
Toch heb ik
vrede gevonden,
vrede en
waardigheid
en een hart vol
liefde.
Nancy Telfer
Vertel mij
je geheim
dat zwart ziet
van verdriet,
vertel mij,
zodat ik met je
kan sterven,
zodat wij
dezelfde
afgrond onder ons zullen
voelen
afbrokkelen,
en wij elkaar
zullen wurgen van angst;
vertel mij.
Eigenlijk
geloof ik niets,
en twijfel aan
alles,
zelfs aan u,
maar soms,
wanneer ik denk dat Gij
waarachtig
leeft,
dan denk ik,
dat Gij liefde bent,
en eenzaam, en
dat Gij in dezelfde
wanhoop, Gij
mij zoekt, zoals ik u.
Telkens schrikt
zij weer,
het meisje met
de grijsblauwe ogen
vol herinnering
en verlangen,
als zijn zoen
langs haar lippen glijdt.
Die ogen weten
het geheim
van haar zachte
kopje, zoals hij dat noemt.
Soms zijn wij
golven van de zee,
die samen
vloeien.
Stanislawa
Ze stroopten de
vrede zijn vel af
je kon het
vlees zien
weerzinwekkend
was het
rood en het
trilde
maar zij sneden
het open
en haalden de
oorlog eruit
die maakten ze
klaar
op een vuur van
boeken
en kruidden hem
met oude
beproefde
specerijen
vervolgens een
aftreksel erover en opgediend
met brood en
wijn
ze zitten nog
steeds te eten.
Erich Fried
als ik nee zeg
tegen mijn gevoel
dat vreugde wil
beleven;
en als ik tegen
feesten ben
bonbons en
goede wijn omdat die
duivels zouden
zijn
duivels is
als ik het niet
aandurf
de priester van
wie ik houd
-en antwoord
voel -
te vragen om
dat kind-van-liefde
dat in mij
leven wil:
omdat
liefdeskinderen
niet goddelijk
zouden zijn
duivels is
als ik doorga
in de relatie die
in feite niet
meer bestaat zoals
die ooit
begonnen werd en
ingezegend:
omdat
bevrijding-wederzijds
niet liefdevol
zou zijn
duivels is
als ik met
tegenzin een plicht vervul
-die mij allang
niet meer vervult-
en plicht
geschreven zie
als hoogste
goed:
dan
ben ik goed op
weg
een duivels pad
te gaan
Annelou Koens
Het geluid,
dat mij
verhindert
de stem van God
te horen
is niet,
werkelijk niet,
het geroezemoes
van mensen
of de
bedrijvigheid van de steden,
en nog minder
het geruis van
de wind
of het gemurmel
van het water...
Het geluid,
dat de
goddelijke stem smoort
is het
innerlijk oproer
van gekwetste
eigenliefde,
van opkomende
argwaan,
van eerzucht,
die nooit inslaapt...
Geef mij een
woord, een lichtblauw woord
tegen wind en
water, aarde en zon.
De kleurloze
wind waait de verhalen weg.
Het water lost
mijn zinnen in een onzin op.
Luchtige
woorden zakken door de zwaartekracht.
De zon doet de
letters verschroeien.
Maar een
lichtblauw woord waait niet weg.
Het is
waterproef en bestendig.
Het kent sfeer,
het is levend en licht,
vol warmte van
binnen, met van buiten een schild.
O, rustig,
lichtblauw woord
tegen meer dan
vier elementen!
Thijs Weerstra
Mocht ik één
helder lied horen van de merel,
één wilde
roos zien, kamperfoelie
ruiken, en zon
in het water zien schijnen,
dan heb ik niet
voor niets geleefd.
Mocht ik één
ogenblik voelen van
bevrijdende
dankbaarheid,
voor alle
goeds, mij geboden
uit het hart
van medemensen,
dan heb ik niet
voor niets geleefd.
Mocht ik één
druppel meedrinken
uit de oceaan
van lijden,
en onpeilbare
eenzaamheid van
Jezus, de
Nazarener,
dan heb ik niet
voor niets geleefd.
Mocht ik één
lichtje ontsteken van
vrede, liefde
en begrip,
door mijn eigen
zin, en streven om
te groeien in
geesteslicht,
dan heb ik niet
voor niets geleefd.
Anne-Margreet
en open mijn
venster.
Kom binnen
door een deur
die
gesloten was;
kom met je
vragen
en leg je hoofd
in het kussen
van de stoel,
die ik
op je te
wachten schoof.
Roer in je ik,
als ik in
mijn gestorven
zijn.
Geloof in het
wonder,
dat wat voorbij
ging
vervangen werd
door nieuwe
kracht.
Laat heel je
wezen rusten
in die zegen en
wacht
op de Hand, die
ook mij
dit wezenlijke
gaf.
Lia Barbiers
niet anders
kunnen dan
schreeuwen
vloeken
m'n vuisten
ballen
tegen God.
geen weg zien
om te gaan.
een leeg gat
zijn:
koud
dood.
geen warmte
voelen
geven.
hunkeren naar
iemand
die m'n hand
pakt
en zegt:
ik ben er
voor jou
zoals je bent
sta maar op
ik loop met je
mee.
Wil Kamminga
weet:
Hier is het zo:
er is geen vreugde,
er is geen
geluk.
Hier op aarde
is de plaats
van vele tranen,
de plek van
grote vermoeidheid
waar droefheid
en verslagenheid
maar al te
bekend zijn.
Een grauwe wind
blaast
en strijkt op
ons neer.
De aarde
is een plaats
van smartelijke vreugde
van vreugde die
bedroeft.
Maar ook al was
dit zo,
al was het waar
dat er slechts lijden is,
al was het zo
gesteld op aarde,
is het dan
nodig altijd bang te zijn?
is het dan
nodig altijd te beven?
is het dan
nodig altijd te huilen?
Opdat wij niet
jammerend door
het leven gaan,
opdat de
droefheid ons nooit verzadigde,
heeft Onze Heer
ons
de lach, de
droom, het voedsel,
onze kracht
gegeven,
en tenslotte,
de daad van de
liefde
die mensen
zaait.
Nahuatl,
Mexico, 16e eeuw.
en het gebeurt
nog steeds
en het zal
blijven gebeuren
als er niets
tegen gebeurt
De onschuldigen
weten van niets
omdat ze
onschuldig zijn
en de
schuldigen weten van niets
omdat ze
schuldig zijn
De armen merken
het niet
omdat ze te arm
zijn
en de rijken
merken het niet
omdat ze te
rijk zijn
De dommen halen
hun schouders op
omdat ze te dom
zijn
en de
intelligenten halen hun
schouders op
omdat ze te
intelligent zijn
De jongeren kan
het niet schelen
omdat ze te
jong zijn
en de ouderen
kan het niet schelen
omdat ze te oud
zijn
Daarom gebeurt
er niets
en daarom is
het gebeurd
en gebeurt het
nog steeds
en zal het
blijven gebeuren.
Erich Fried
Naar jouw
aangezicht verlang ik, o Heer,
en het is de
nood van mijn leven dat ik het niet vind!
Ik weet dat je
er bent.
Ik weet wat je
sprak en wat je wilt.
Ik riep zo vaak
naar je,
maar je liet je
aan mij niet zien.
Ik heb je
melodieën van mijn leven voorgezongen: jubelend,
sidderend,
dankend, smekend, treurig en stil - ik heb met je
gepraat, ik heb
geklaagd en gescholden,
ik heb je van
tijd tot tijd uit het oog verloren,
maar steeds
weer moest ik naar je terug.
Steeds heb je
toen op me gewacht,
want je had me
mijn vrijheid gelaten.
Je wist zeker
dat ik terug zou komen.
En nu ben je
mij zo nabij gekomen
dat ik je adem
op mijn wang voel.
Jij, mijn
oerbron. Jij, mijn einddoel. Jij, mijn hemel.
En nu moet ik
naar huis,
in het 'leven',
in het 'eeuwige leven',
in de 'vreugde
des Heren', in het 'koninkrijk'.
Nu wil ik niets
meer zeggen,
nu wil ik
luisteren wat jij me te zeggen hebt
over mijn
hemel, waar je mij hebben wilt.
Joseph Müller
die mij niet
opgeeft
en als ik
ondermaats
en alles tegen
me
geen gat meer
zie
en ook niet
zoeken wil
die weet
van voor ik was
wie ik zal zijn
en roepen
blijft
ook als ik
nauwelijks hoor,
die d…n de
minste is
de grootste, of
een vader
een vijand
lijkt en liefste is
die wil ik
noemen:
jij die bent -
een heilige naam
als gisteren en
morgen
mensen, mensen
zijn en zoals jij
en ik als jij
en zij en jij
en ik
en alles om ons
heen
zoals jij ooit
hebt uitgedacht
d…n zal de
aarde hemel zijn
dat denk ik wel
zo zeggen ze in
Nazaret
dat iemand wist
en aan zijn
naasten deed
en uitsprak wat
hij kon vermoeden
en niet meer
laten zou
wat nog wordt
doorverteld:
die schuld
vergaf
en daardoor
schuldloos was
zoals een mens
k…n zijn
een zoon
zo kan het
morgen zijn
met iedereen
dan zal de
aarde hemel zijn
dat denk ik wel
Annelou Koens
Al zoveel moet
ik van mezelf,
moet ik dan ook
nog wat van U?
Ik stoot op
woorden van graniet:
gij zult niet
zus, gij zult niet zo.
Wat moet ik met
die stelligheid?
Laat uw woorden
liever peilers
worden van een
huis waarin ik
wonen kan, en
zeg niet aldoor
nee, zeg ja.
Zie hoe ik probeer
te bouwen in uw
geest: een hart
van vlees
waarin haast als vanzelf
liefde bedding
vindt, een ziel die
zich niet
verliezen wil in lomp
gelijk, maar
geduldig wachten
durft en
hoopvol verder groeien.
Uw woorden rol
ik voor mij uit
zoals een loper
waarop de
toekomst open
ligt; of als een
haag van bomen
plant ik ze langs
de weg die ik
met U gaan wil.
Wie zouden wij
zijn, hoe zouden wij bewaard blijven,
als God ons
niet zou dragen?
Gods liefde is
het fundament, de grond van ons bestaan.
Ik zal er zijn
heet Hij. Wij mogen er zijn, al onze dagen,
de goede en de
slechte. In geluk en pijn.
ln zorgen en in
vreugde.
Wie zouden wij
zijn, waar zouden wij zijn,
als er geen
nieuw begin was?
Als God niet
steeds opnieuw, het met ons zou proberen.
Als wij alles
mee moesten dragen, hoe ver zouden wij dan komen?
Met handen en
voeten, met lichaam en ziel
zijn wij
gebonden aan de aarde.
Gebonden aan
hebben en houden, aan wat niet blijft.
Wie zouden wij
zijn, als de Eeuwige ons niet wilde
kennen?
Kwetsbaar zijn
wij, klein.
Een leven kan
zomaar over zijn.
In het licht
van de eeuwigheid, wie zijn wij dan nog?
Toch, het gras
en de bloemen in het veld,
zo kwetsbaar
als zij zijn, zijn zo volmaakt.
Uit liefde
geschapen. Wat zou een mens dan nog vrezen?
Als wij ons
gedragen weten, als wij er mogen zijn;
kleine mensen,
aarde, stof;
als God zich
aan ons bindt
kunnen wij dan
anders dan antwoorden met liefde?
Kunnen wij voor
een ander, hart en handen zijn van God?
"Een
zwaard zal door uw eigen ziel gaan" Luc. 2,35
De dagen zijn
bijna op,
zo ook de
jaren,
zelfs de eeuwen
van deze tijd
en zijn
eeuwigheden.
Wie omkijkt
voelt het verlies:
vruchteloze
pijn, vervlogen hoop,
miskende
liefde, vergoten bloed.
Wie uitkijkt
voelt wat begint:
graag zien,
vergeven ook,
en vrede, het
paradijs.
Zo blijven we
oud,
zo worden we
nieuw.
En het
eeuwigste wat ik zie
is het oeroude
onnozele getortel
van een koppel
duiven
en de eerste
glimlach van een kind
voor zijn
moeder.
Haar hart
krimpt.
Jos van Pelt
Geen groter
geheim
dan het geheim
dat leven heet,
Leven -
creatie van de
Levende,
Schepper van
hemel en aarde
Geen groter
geloof
dan het geloof
dat kiest voor
het leven,
het leven van
mensen,
het leven van
dieren,
van alles wat
adem heeft.
Geloven -
je verbinden
aan de Levende,
eerbied voor
het leven.
Hans Bouma
Problemen,
steeds weer problemen leg ik u voor;
maar wanneer
zwaai ik u eens wat lof toe,
zet ik u eens
in de bloemen van mijn liederen.
laat ik u
gewoon 's merken
hoe gelukkig ik
met u ben.
Hans Bouma
Ik heb dat
tedere gevoel voor elke zot,
voor elke dwaas
die buiten ronddaast
zonder doel die
niemands knecht is, niemands baas.
Ik heb dat
tedere gevoel voor ieder
die zich
luidkeels uit
die elk gebaar
ervaart
als koel
voor wie zich
elke kudde sluit.
Ik heb dat
teder gevoel voor wie
zich in zijn
droom verwart en
waar de droom
de waarheid ramt
klinkt soms
zijn droom net iets te hard.
Ik heb dat
tedere gevoel voor elke vrouw
voor elke man
die in volkomen weerloosheid
een ander mens
beminnen kan.
Hans van Veen
En toen ze
vroegen wat ze later wilde worden
zei ze: 'Graag
invalide!',
-en zag zich
al, benen onbeweeglijk in bruin-geruite plaid,
door toegewijde
man en bleke zonen voortgeduwd,
geen zegel zelf
te plakken,
geen brief te
schrijven, geen reis te maken.
Dan zou ze
eindelijk echt vrij zijn,
zo treurig
kijken als ze wou,
in winkels voor
haar beurt gaan,
bij optochten
vooraan staan,
geen mooie
kleren aan,
en elke avond
zachtjes snikkend zou ze zeggen:
'Heus niet om
mij, maar om die last voor jou!'
En beide zonen
zouden altijd bij haar blijven,
hun leven aan
haar wijden
en nooit zou
haar iets overkomen,
nooit, nooit
zou ze slijten...
Judith Herzberg
Heer, ik ben de
kat. U moet niet denken dat
ik u iets
bepaalds zou hebben te vragen.
Dat niet... Ik
vraag aan niemand iets.
Maar mocht u
misschien bij toeval op de
graanzolders
van uw hemel een wit muisje hebben,
of een
schoteltje melk,
dan weet ik wel
iemand die dat op prijs zou stellen...
Zoudt u op een
dag het honderas
niet eens met
uw vloek willen treffen?
Want in dat
geval, zou ik zeggen: Het zij zo.
Amen.
Ons hart vol
liefde handen die zacht verzorgen
de dag weer
soepel maken
kinderen
strelen en sterren plukken
woorden vinden
die nooit zeer kwetsen
en liedjes
verzinnen tot troost
stem die nooit
te hard wordt
want niemand
luistert
maar hard
genoeg om onrecht aan te klagen
ogen die de
belofte dragen
van een nieuwe
morgen
ook als er
tranen nodig zijn
aandacht
fijngevoelig bewaren
voor die stil
en verlaten langs de weg
zijn blijven
zitten
mogen onze
handen en woorden
ogen en bovenal
ons hart vol liefde zijn
Bert Wirix
Er is een wand
die de wereld scheidt van het koninkrijk gods.
Die
scheidingswand is onze beperktheid,
onze zelfzucht,
onze hardheid.
Maar er breekt
telkens een straaltje van dat koninkrijk door
een scheur in
die wand. I
k wil het zo
stellen:
Overal waar
mensen zijn als Jezus, Boeddha,
moeder Teresa
en talloze anderen die liefde uitstralen,
daar is een
scheur in die wand.
Maar ook als
gewone mensen zich geven in de strijd
voor de vrede,
gerechtigheid, hulp aan anderen,
daar breekt
iets van dat koninkrijk door,
zoals een
zonnestraal kan doorbreken door de zwartste wolken.
Ja, het
koninkrijk Gods is nabij, het is midden onder ons.
Bram Burger
Klaprozen,
korenbloemen,
barstensvolle
goudgele aren streelden mijn gezicht.
Groengouden
vliegen zoemden een gedicht.
Rood liet het
ooft de appelwangen bollen.
Zomernachtdonker
is gesmolten licht. N
iet bang zijn
voor kabouters en voor trollen.
Ze komen 's
nachts het grasveld voor je rollen.
Alleen een dom
kind houdt zijn ogen dicht.
Zullen we dit
soort zomers nooit meer zien?
Ging dan het
paradijs voorgoed verloren
omdat wij aan
de wereld toebehoren?
Huil niet, huil
niet, de hemel zal misschien
een zolder in
een huis zijn zonder zorgen.
Daar hebben ze
die zomers opgeborgen.
Kees Stip
minachtend
lopen wij de aarde onder de voet
gevangen in ons
wegennet hapt zij naar adem
huizenhoog
stampen wij het onheil uit de grond
wij bouwen en
bouwen wij maken een leven als een oordeel
wij gaan over
lijken voortvarend en trots lopen wij dood
Hans Bouma
Hoelang zal het
duren dat macht en geweld,
het recht van
de sterkste alleen nog maar telt?
De morgen meldt
oorlog, de avond brengt pijn;
de hel moet
beslist hier op aarde zijn.
Hoelang zal het
duren dat mensen in nood
vergetelheid
hebben als dagelijks brood?
De morgen meldt
oorlog, de avond brengt pijn:
hoe kan er nog
hoop in de mensen zijn?
Hoelang zal het
duren dat ieder goed woord
verkeerd wordt
begrepen, niet eens wordt aangehoord?
De morgen meldt
oorlog, de avond brengt pijn:
zou vrede
alleen maar een droombeeld zijn?
Moet het zolang
duren tot goedheid het wint
van moordende
wapens en vrede begint,
tot honger
verandert en welvaart alom en
haat gaat
verdwijnen als sneeuw voor de zon?
Moet het zolang
duren,
zijn wij dan te
groot ons schuldig te weten
aan oorlog en
dood?
Hoe zou het
toch worden als wij,
in Gods naam,
onszelf gaan vergeten,
elkaar weer
verstaan?
Henk Jongerius
Ik zie een
stad, een fonkelnieuw Jeruzalem,
maar dan
wereldwijd en aarde-rond.
De grenzen
tussen naties en volken zijn vergeten
en heel de
aarde is hospitium
voor wie tekort
aan brood en liefde hebben.
Wapens en
sleutels mogen rusten en roesten,
want tot oorlog
voeren is niemand meer bereid,
en op een
sleutelpositie vanwege extra geld
of macht zit
geen mens meer te wachten.
Het onderling
verkeer trekt bescheiden
door overwegend
groen,
en
niet de haast maar de aandacht bepaalt het tempo voortaan.
Overal zijn de
deuren open gegaan
en uit alle
hoeken van voormalig behoud,
uit alle
gesloten systemen,
komen de mensen
te voorschijn
om elkaar te
vinden en te dienen.
Van angst en
moeten bevrijd,
uit sleur en
gewoonte opgestaan,
zullen allen
het beste en mooiste uit hun traditie
in de nieuwe
wereld bijeen leggen
en zonder
geheimtaal zullen ze elkaar
helpen zien wat
er vandaag gebeuren moet
om morgen ook
te leven.
Hun groeiende
gemeenschap zal kerk noch tempel heten,
maar voortaan
en voor allen: 'Huis van vertrouwen',
tent van de
Eeuwige, voorgoed onder ons opgeslagen.
De één zal
zeggen: Het nieuwe Jeruzalem is van boven
onder ons
neergedaald.
De ander: Het
is opgekomen vanuit
ons eigen hart
en weldenken.
Maar om dit
verschil in overtuiging
zullen ze samen
alleen maar lachen.
En de Eeuwige,
Zij lacht met ons mee
en zwijgt ons
in grote blijdschap toe:
Jullie zijn me
uit het hart gegrepen
en de aarde is
mijn globe-trots.
En het blijkt
goed, zeer goed,
alles wat ik
ooit ten leven riep!
Jan van
Opbergen
De eeuwen
voorbij zong een lied in de nacht,
door donker en
dreiging zo dapper verwacht.
Een kiem van
geloven zo krachtig en blij:
de aarde te
boven, de tijden voorbij.
De mensen
voorbij uit een schamele stal,
de doop en de
duivel, het niets en het al.
De vrienden,
vriendinnen, geroepen en blij:
een volgen,
beminnen, de harten nabij.
Een leven
voorbij en de vrede geen huis.
Alleen en
verlaten, een kroon en een kruis.
Nu breekt uit
de nachten een dageraad vrij:
vervulling van
wachten tenslotte nabij?
Mieke de Jong
Sla met de stok
op de zee,
sla in woede
met de stok op de eeuwige zee,
splits de
golven, jaag weg het schuim, baan een pad.
Muren en
golven... breken ze niet?
Ze trekken zich
taktisch terug en
komen woedender
weer en dat gaat altijd maar door.
Weten zij veel
wat er woedt in de hand met de stok.
Kennen zij de
droogte, de dorst en het zweet,
het verlangen
naar het land, dat beloofd is?
Sla met de stok
op de zee,
sla met een
woedende stok op de zee,
de onwetende,
muurvaste, eeuwige zee.
Blijf slaan
naar nieuw land.
Thijs Weerstra
Dag van staken
om te waken bij het leven.
Dag van
godsvrucht tegen winzucht,
dag van inkeer
en van omkeer, van herleven.
Dag als deze
zevende, van God vergeven.
Dag van gratie,
recreatie,
een op zeven,
dag van
godstrouw, tegen roofbouw.
Dag van inzicht
en van uitzicht,
van herleven.
Dag als deze,
zevende, van God gegeven.
Dag van leren,
nieuw beheren alle leven.
Dag van
godsspraak tegen afbraak.
Dag van
heelheid en van eenheid, van herleven.
Dag als deze,
zevende, van God gegeven.
Jan van
Opbergen
neem je de tijd
om gelukkig te zijn?
Je bent een
wandelend wonder op aarde.
Je bent enig,
uniek, onvervangbaar.
Weet je dat?
Waarom sta je
niet verstomd,
ben je niet
verbaasd over jezelf en over al die anderen om je heen?
Vind je het zo
gewoon, zo vanzelfsprekend,
dat je leeft,
dat je leven mag,
dat je tijd
krijgt om te zingen en te dansen,
om gelukkig te
zijn?
Waarom dan je
tijd verliezen in een zinloze jacht naar geld en bezit?
Waarom je een
massa zorgen maken om dingen van morgen en overmorgen?
Waarom ruzie
maken, je vervelen,
je verdrinken
in zinloos amusement
en slapen als
de zon schijnt?
Neem rustig je
tijd om gelukkig te zijn.
Tijd is geen
snelweg tussen wieg en graf,
maar ruimte om
te parkeren in de zon!
Ik wil een
staking, van ons allen
staking van
armen, benen, haren
een staking die
in elk lichaam geboren wordt
ik wil een
staking
van arbeiders
van duiven
van chauffeurs
van bloemen
van technici
van kinderen
van artsen van
vrouwen
Ik wil een
grote staking
die zelfs de
liefde omvat
een staking
waarin alles stopt
het horloge de
fabrieken
de
elektriciteit de scholen
de bus de
ziekenhuizen
de weg de
havens
Een staking van
ogen, van handen, van kussen
een staking
waarin ademhalen niet is toegestaan
een staking
waaruit stilte voortkomt
om de stappen
te kunnen horen
van de tiran
die vertrek
Niet anders
scheen het licht over de jonge wereld op de eerste dag,
en zó was het
seizoen bestendig,
droom ik mij -;
het was lente,
-lente vierde
al het geschapene,
de oostenwind
hield in zijn vorstige adem -,
toen de eerste
dieren 't licht indronken
en de mensen,
der aarde
kroost,
opkwamen uit de
stugge bodem,
het bos vol
dieren stormde,
't hemelruim
vol sterren.
die van al zo
hoge zijt, ons bestralen met uw licht.
Kom, Gij kiest
de arme kant, kom,
Gij geeft met
gulle hand, kom, Gij hartverwarmend licht.
Allerbeste
trooster, Gij, goede gast,
ons zo nabij,
goede koelte die verfrist.
Door U krijgt
ons tobben rust,
door U wordt de
koorts geblust, door u tranen afgewist.
Dring dan met
uw zachte gloed diep door tot in het gemoed
van wie uw
getrouwen zijn.
Waar Gij ons
niet inspireert,
blijft de mens
niet ongedeerd, zal niets ongeschonden zijn.
Was dan, al wat
morsig is;
drenk, wat dor
geworden is; heel dan, wat vol wonden is.
buig, wat star
geworden is;
koester, wat
bevroren is;
recht, wat krom
getrokken is.
Schenk uw gift
in zevenvoud ieder
die op U
vertrouwt, ieder die gelovig is.
Geef ons deugd
die dienstbaar is,
geef ons, wat
ons zalig is: geef ons vreugd die eeuwig is.
Jan van
Laarhoven
Licht,
verlicht
ook het hart
in m'n lijf,
het heeft
van haast niets
dan verlies
geleefd -
keer het naar
je toe.
Vieren dat je
er bent,
mens door God
overwogen,
mens door God
gewild,
mens van vlees
en bloed,
mens met een
hart in het lijf,
mens toegerust
om te beminnen.
Vieren dat je
er bent,
vreugde
scheppen in je bestaan,
je had er niet
kunnen zijn,
je verheugen
over je lichaam,
je verheugen
over je ziel,
subliem ben je.
Vieren dat je
er bent-
zoals je
Schepper viert dat je er bent,
hoe gelukkig is
Hij met jou,
hoe verblijdt
Hij zich over het werk van zijn handen.
Hans Bouma
Wij geloven in
Jezus van Nazaret
die leefde en
werkte tussen de armen
als een van
ons.
Hij was machtig
in woord en daad
kwam op voor de
verdrukten
en verdedigde
de zaak van de zwakken als de zijne.
Hij liep langs
de wegen
en nodigde de
mensen uit
van elkaar te
houden.
Hij doorstond
de gesel van de machtigen
en stierf uit
liefde voor al zijn broeders.
Wij geloven in
Jezus
en in zijn
doel:
een wereld van
iedereen
en voor
iedereen,
een wereld van
vrije mensen,
een
broedermaal.
Wij geloven in
Jezus en in zijn doel:
een stad zonder
hongerige kinderen op straat
zonder
gefolterde gevangenen,
geen bedelaars
meer, geen honger, geen prostitutie,
een wereld van
vrede.
Wij geloven in
de verrezen Jezus,
de weg, de
waarheid en het leven,
aanwezigheid
die sterkt, voorstuwt en moed geeft.
Wij geloven in
Jezus die ons opwekt.
Wij geloven in
Jezus die aanwezig is in onze broeder,
aanwezig in de
angst van de arbeider,
in de gekromde
ruggen van de boeren, aanwezig in de strijders.
Wij geloven in
Jezus,
'God van de
armen', hoop van de zwakke.
Wij geloven in
Jezus,
en in onze
strijd om zijn rijk op te bouwen.
Wij geloven in
de Vader,
uiteindelijk
middelpunt van verzoening,
rechtvaardigheid,
liefde en vrede.
Niets was
triester geen triester makend tekort
dan het
dodelijk gebrek aan muziek.
zelfs in de
betrekkelijk prettige fase
van voorarrest
was dat de ontbering die zich het meest deed gelden.
na het vonnis,
in de
schrijnende dagen cellulair groeide het aan tot een honger -
het verbod te
zingen
of te fluiten
en
onverschillige oren maakten het erger.
later ging je
om dezelfde reden hen
met wie je
hartstocht en honger deelde
nog meer
waarderen -
Fiks en Jeff en
Neville en al die anderen.
flarden Eine
Kleine Nachtmusik
de Royal
Fireworks-suite aus der Neuen Welt
het
Kaiserkonzert
en de Eroica
Jesu, Joy of man's desiring.
heimelijke
sprankjes melodie
in vochtige
grijze betonnen gangen.
Dennis Brutus
|
voor meer en ander werk zie http://landscape.mystiek.netcanandanann - 20-02-2006 18:04:57 |