liturgie14
Start Omhoog liturgie15

                 

Zien en horen 

Verlangd 

Erectiele disfunctie

Dat ik aarde zou bewonen

Je ademt leven in 

Aan de maaltijd

Je kunt de eerste toon zijn in een lied

jij ja jou

Vers in de nanacht

INTERVIEW

NAAR IETS KIJKEN

 

De morgen

Ik zal geen onkruid strooien

Een kindje had een vaas

Genesis

Wegen

Water in Water

De schemering

o dichtbij

Hoop

Onze grootste angst is niet

Het lied van de Ziel

MODERN MARIALIED

OM WAT WAS

Wel dood (Anne Frank)

GELOOF HET

MACHT  

GELUK  

MELODIE

TROUW

BID

Erectiele disfunctie

Zien en horen 

Een horizon

waarachter niets en niemand

kwijt zal raken of verloren -

het oude landschap van je ziel,

bewaard in stille nevel:

het grasland en de sloten; de heuvels;

twijgjes aan oude bomen;

de lage zon, scherende over rivierenland.

 

Het oude hopen en het oud verlangen

dat je zult rusten, omdat beloofd is

dat je rusten mag.

Zie: alles is voor even haast volmaakt;

het scheiden en het afscheid zijn voorbij

en alle dingen liggen klaar.

 

Hij heeft gezegd:

ik wacht altijd totdat je komt.

Klein mensen kind, gezegende,

speel voor mijn Aangezicht.

 

Voorbij de wereld en de tijd

zal ik er zijn;

wees niet alleen,

blijf bij elkaar

totdat ik kom,

heeft Hij gezegd.


Verlangd 

Ze zoeken U overal,

en zeggen U,

en U alléén, te vinden -

daar en hier, in tempels,

kerken en paleizen.

 

Vertwijfeld ben ik in een kerk

en ook in mijn gebed.

 

Alleen een lied

vertrouwt en zingt het

niet - vertwijfelde 'O God van mijn verlangen'.

Naar U verlang ik

zo ik kan verlangen naar mensen om mij heen.

Naar U verlang ik

zo ik kan verlangen naar mijn kind en naar mijn lief.

 

Waar niemand weet

of U ook woont in zulk verlangen,

blijft dit verlangen diepste grond van mijn bestaan.


Dat ik aarde zou bewonen 

Dat ik aarde zou bewonen

niet op vleugels als een arend,

niet in schemer als een nachtuil,

niet kortstondig als een bloem

 

niet op vinnen onder water,

niet gejaagd en niet de jager,

niet op hoeven, niet met klauwen,

maar op voeten twee

 

om de verte te belopen,

om de horizon te halen -

en met handen die wat kunnen:

kappen, ruimen, zaaien, oogsten;

 

met een neus vol levensadem,

met een buik vol van begeerten,

met een hoofd niet in de wolken,

wel geheven naar de zon

 

om te overzien die aarde,

haar te hoeden als een kudde,

haar te dienen als een akker,

en te noemen bij haar naam.

 

Dat ik ben, niet meer of minder,

dan een mens,

een kind van mensen,

één van velen, één met allen,

groot en nietig, weerloos vrij

 

om te zijn elkaar tot zegen,

om te gaan een weg van dagen,

liefdes weg, die ooit zal leiden

naar een menselijk bestaan.

Genesis 1-2

Huub Oosterhuis


Je ademt leven in 

 

je ademt leven uit

je ademt naar anderen toe

met je woorden,

je lachen

je zingen

je huilen

je klagen

 

die adem, dat ben jij zelf.

Het is jouw levensadem.

 

De Geest van God

is als de adem die uitademt

naar ons toe

En wij mogen die Geest van God

weer inademen.

Maar je moet het zelf willen.

 

De Geest van God

is een goede geest.

Hij zet mensen in beweging

Hij maakt mensen vurig

Hij zet hen in vuur en vlam.

 

En wat doen ze dan, die mensen?

 

Ze maken een nieuwe wereld.

Ze troosten waar verdriet is.

Ze geven waar gebrek is.

Ze luisteren waar nood is.

Ze bevrijden waar slavernij is.

Zegen en dansen.

 

Soms komen ze samen

dan bidden ze tot God

en vragen opnieuw om zijn Geest.

 


Aan de maaltijd

 

Ik zit brood

te rijmen

op dood

en wijn

op rein.

Al het on-

gerijmde

dat ik heb

bedreven,

zie ik hier

bij brood

bij wijn

vergeven.

 

G. Boogaard


Je kunt de eerste toon zijn in een lied

waardoor alle grenzen vergeten worden

wees niet bang

wees niet bang

ook wanneer de toon amper klinkt

wees niet bang

 

Je kunt de eerst vonk zijn voor een vuur

dat alle wapens tot ploegen omsmelt

wees niet bang

wees niet bang

ook wanneer de tegenwind je striemt

wees niet bang

 

Je kunt de eerste graankorrel zijn op en akker

die alle handen vullen zal met brood

wees niet bang

ook wanneer het land vol stenen zit

wees niet bang

wees niet bang

 

Je kunt de eerste druppel zijn voor een bron

die in de woestijn levensliederen zingt

wees niet bang

ook wanneer de wolk nog zwijgt

wees niet bang

wees niet bang

 

Je kunt de eerst pas zijn voor een dans

die alle voeten leidt naar God

wees niet bang

ook wanneer je voet nog struikelt

wees niet bang

wees niet bang


jij ja jou

 

op de snijtafel gelegd

door specialisten

onder handen genomen

vakkundig

uit elkaar gehaald

voorwerp

van wetenschappelijk

onderzoek

geen mens meer -

tenzij iemand

me nog herkent

tenzij iemand

nog jij tegen me zegt

jij ja jou

 

H. Bouma


Vers in de nanacht

 

De nanacht ademt als een zomerzee.

Vergeefs vraag ik zijn ruisen door mij henen.

Gelijk een dode ben ik zo alleen en

Mijn bloed doorwoelt een onuitsprekelijk wee.

 

God, Die mij kent, mijn schuld en mijn gemis,

Aanzie mij, nimmer, nimmer was ik naakter,

Nimmer de nacht bitterder en doorwaakter.

Geef mij de vrede die in Christus is.

 

                                                     J.Eekhout


MET DE DEUR OPEN

 

Iets wil ik aan je doorgeven,

ik houd de deur tussen ons open.

Ik kan het niet zeggen,

ik ben alleen blij

dat de deur tussen ons openstaat.

 

David Ignatow

 


INTERVIEW

 

Als hij komt, de bezoeker,

de nieuwsgierige, en jou ondervraagt,

beken hem dan, dat je geen postzegels spaart,

geen kleurenfoto's maakt,

geen cactussen kweekt.

Dat je geen huis hebt,

geen televisie,

geen kamerlinde.

Dat je niet weet,

waarom je gaat zitten schrijven,

wrevelig, omdat je er geen plezier aan beleeft.

Dat je de zin van het leven nog steeds niet

ontdekt hebt, ofschoon je al oud bent.

Dat je van iemand gehouden hebt, maar ontoereikend.

Dat je gevochten hebt, maar met aarzelende armen.

Dat je op vele plaatsen thuis was,

maar nergens een vaste plek hebt om te wonen.

Dat je hunkert naar de dood

en er tegelijkertijd bang voor bent.

Dat je geen ander voorbeeld geven kunt dan dit:

je staat nog steeds open.

 

Marie Luise Kaschnitz


NAAR IETS KIJKEN

 

Naar iets kijken

- tenminste als je het wilt leren kennen -

betekent: er lang naar kijken.

Naar dit groen kijken en zeggen

'Ik heb de lente gezien in deze bossen',

dat werkt niet.

Wat je ziet, moet je zijn.

Je moet de donkere slangenstengels

zijn en de varen - veren van blaren,

je moet kruipen in

de kleine stiltes tussen

de blaren,

je moet er de tijd voor nemen

en de vrede zelf aanraken

waaruit zij voortkomen.

 

John Moffit


De morgen

 

Het water brengt het eerste licht

en sijpelt door de kieren heen

de nacht ontkracht

de morgen wacht -

een samenballen

in 't verschiet

 

wat afgesloten leek

voorgoed voorbij

krijgt nu een nieuwe kans

 

daar komen zij...

een hoofd vol nacht

en handen vol belofte

 

zij strelen zacht

de steen die wacht

die sloot

wat op hen wachtte

 

een engelengestalt

duidt de plek die was:

een tombe voor de nacht

 

hun ogen dwalen nu,

 - nog vol van tranen -

van donker naar het licht...

en omgekeerd...

 

het hart, dat slaat,

dat plotseling weet:

hij leeft voor mij

 

een nieuwe ochtend

bloeit langzaam open...


Ik zal geen onkruid strooien

 

"Ik zal geen onkruid strooien op de akkers 

die Gij met korrels liefde hebt bezaaid.

Ik zal het onkruid tussen mensen

niet hardhandig uitroeien,

want Gij alleen draagt het hart in uw ogen

en peilt wat goed en kwaad is

in een mensenleven.

Gij zijt barmhartigheid.

 

De kleine mens is groot voor U,

de zondaar is U even lief

als wie geen smet draagt op zijn handen.

 

Gij houdt het stil

wat Gij van mensen weet

en ongezien en onverwacht

redt Gij verdwaalde schapen uit de doornen.

 

Pas als de zomer op zijn hoogste is

en Gij de oogst gaat binnenhalen

zal ik het weten:

wat mensen zijn geweest voor U

 

en wat Gij in barmhartigheid

van mij verdragen hebt;

want ik ben klein en zondig

door de tijd gegaan,-

ik mocht zo zijn van U,

van mensen niet,

van U alleen, zachte Herder.

 

Gij kent het onkruid dat ik in mij draag,

wil mij toch sparen

terwille van de tarwe

van mijn goede wil,

want ik begeer met hart en ziel

een minzaam mens

en welgevallig

in uw oog te zijn.

 

Als ik in doornen ben verstrikt,

zal ik vertrouwvol wachten

tot Gij komt

en mijn gekwetste leven

op uw schouder neemt.

In U geloof ik,

Herder van de honderd schapen".

 

M. WEEMAES,


Een kindje had een vaas

 

"Een kindje had een vaas van duur kristal

gebroken,

Val Saint-Lambert.

Scherven en tranen,

alleen nog verdriet.

 

De moeder raapte de scherven op,

tilde haar kindje op de arm

en plukte bloemen in de tuin,

en heerlijke ruiker

in een mengeling van kleuren,

de armen van het kindje vol.

Op enkele bloemen

hlonk een saffieren kindertraan.

 

En de moeder zei:

Kindje, huil niet meer,

de vaas diende alleen maar

om bloemen in te zetten.

Maar nu draag jij de bloemen

en ik draag jou!

Kom,

we spelen'vaas',

jij en ik.

Zing je iets?

 

Gelukkig kind!

Als je groot bent zal ik je vragen:

Wie is God?

En je zal antwoorden:

lemand die scherven opraapt

als ik iets gebroken heb,

lemand die met mij bloemen plukt,

die mij draagt,

die mij vraagt:

zing je iets?"

M. WEEMAES


Genesis

 

Jouw handen scheppen mijn lichaam

jouw mond ademt leven in mij

mijn gezicht schijnt in jouw ogen

jij noemt mij bij mijn naam

 

Hoe zou ik alleen kunnen schijnen?

Alleen ben ik in duisternis

alleen ongevormde kluit aarde

alleen besta ik niet

 

Eva Toth


Wegen

I

Soms ga je door het water voor me uit

en moet ik waden tot mijn benen zwaar zijn.

Mijn voeten zakken in het slik en willen

heimelijk met het zand versmelten.

Daaronder is geen grond, maar jij

gaat voor mij uit.

II

Soms leer je me de weg, die is

eenvoudig lichtovergoten - als de morgen

van een zondag in Frankrijk. We kijken

tegen de zon in. We horen de kleinste vogels

in donkere struiken -

dit is alles.

III

Soms ben je er niet. Dan heeft de weg

zich in de grond verborgen.

Waar ik maar voeten in de aarde zet

ontstaat een spoor. Toch zie ik hier

geen teken van de weg.

 

Renee van Riessen


Water in Water

 

Langs de bochtige oever

van het wielende water

leeft op sommige plaatsen

verscholen terzijde

een bijna stilstaan

een helder verbeiden

 

er rijst uit de bodem

een als stilstaand bewegen

van doorzichtige wellen

van water in water

in vrede Zich mengend

zo wezenlijk een

dat wie toeziet verlangen

zou water te worden

met water gemeen

 

Inge Lievaart


 De schemering

 

Als het paars der petunia's langzaam zwart wordt

en het witte sneeuwkleed lange tijd wit blijft

de poes binnenkomt, de wolken vergrijzen

dan is het tijd om je dichter te voelen

 

Niet zomaar dichter maar dichter bij iets

bij God bijvoorbeeld of bij het eigen ik

bij je vrouw, bij je vriend, bij je tuin

bij het klein heelal van je omgeving

 

Dichter bij het Wonder de Avondwind

dichter bij de lichtende avondster

vlakbij de late merel en de vroege vleermuis

pal bij de maan en het sterrendak

 

O de schemering is als een goede bekende

die aanschikt aan tafel en kaarslicht ontsteekt

slagschaduw aanbrengt, contouren vervaagt

kortom een goede vriend van de stilte der avond.

 

Kees Winkler


o dichtbij

 

Het water vertelt haar verhaal

zo dichtbij mjn oor

zo dichtbij verstaan

dat ik stil word

al stiller van binnen

verlangend dat het raken zal aan mijn hart

 

het raakt mij -

en laat mij

 

laat de vliesdunne afstand

die nog tussen ons is

niet overwinnen.

 

Inge Lievaart


Hoop

 

Diep in onszelf dragen we hoop

als dat niet het geval is,

is er geen hoop.

 

Hoop is een kwaliteit van de ziel

en hangt niet af

van wat er in de wereld gebeurt.

 

Hoop is niet voorspelbaar

of vooruitzien.

Het is een gerichtheid van de geest,

een gerichtheid van het hart,

voorbij de horizon verankerd.

 

Hoop in deze diepe en krachtige betekenis

is niet hetzelfde als vreugde,

omdat alles goed gaat

of bereidheid je in te zetten

voor wat succes heeft.

 

Hoop is ergens voor werken

omdat het goed is,

niet alleen

omdat het kans van slagen heeft.

 

Hoop is niet hetzelfde als optimisme

evenmin de overtuiging

dat iets goed zal aflopen

wel de zekerheid dat iets zinvol is

onafgezien van de afloop,

het resultaat.

 

 

V. Havel


Onze grootste angst is niet

 

Onze grootste angst is niet, dat we onvolmaakt zijn.

Onze grootste angst is, dat we mateloos krachtig zijn.

Het is ons licht, niet onze schaduw, die ons het

meest beangstigt We vragen onszelf: wie ben ik om

briljant te zijn, talentvol, fantastisch?

 

Maar: wie ben jij om dat niet te zijn? Je bent een

kind van God. Als je je onbelangrijk voordoet,

bewijs je de wereld geen dienst Er is niets verlichts

aan jezelf klein te maken, opdat andere mensen

zich bij jou niet onzeker voelen.

 

We zijn allemaal bedoeld om te stralen als kinderen.

We zijn geboren om de glorie van God, die in ons is,

te openbaren. Die is niet alleen maar in sommigen

van ons; die is in iedereen.                      

 

En als wij ons licht laten stralen, geven we onbewust

andere mensen toestemming hetzelfde te doen.

Als wij bevrijd zijn van onze eigen angst bevrijdt

onze aanwezigheid vanzelf anderen

 

Nelson Mandela


Het lied van de Ziel

 

Ik ben niet het denken, het ego, de rede, en ook niet gedacht,

Ik ben niet te horen, te zien of te ruiken, kan niet onder woorden

gebracht:

Ik ben niet te vinden in licht en in wind, niet in lucht of in aarde -

Bewustzijn, vreugde, Verrukking van de Verrukte is al mijn waarde.

 

Ik draag geen naam, bezit geen leven en adem geen lucht,

Geen element vormt mij en geen lichaam is mijn toevlucht:

Ik spreek niet, heb handen noch voeten, onderga geen groei -

Bewustzijn en vreugde ben ik, Verrukking in chaos en bloei.

 

Ik ken haat noch hartstocht, raak niet door waan uit de koers,

Geen spoortje trots is in mij, ik word dus nimmer jaloers:

eik niet naar geloof en geloof niet in rijkdom -

Bewustzijn ben ik en vreugde, Verrukking tooit mij rondom.

 

Goed en kwaad, pijn en plezier gaan mij niet aan,

Noch heilige boeken, offers, gebed, ter bedevaart gaan:

Ik ben niet het voedsel, niet eten, niet degene die eet -

Bewustzijn en vreugde, Verrukking van de Verrukte is al wat ik weet.

 

Ik vrees niet de dood, ras of afkomst kende ik nooit,

Geen ouder noemde me kind, geen geboorteband bond me ooit:

Ik ben leraar noch leerling, heb vriend noch familie -

Bewustzijn ben ik en vreugde, Verrukking is al wat ik zie.

 

Ik ben niet het kennen, de kennis, de kenner, mijn vorm heeft geen

vorm,

ik verblijf in de zinnen, maar ze zijn noch mijn huis noch mijn norm:

Altijd sereen in evenwicht, ben ik noch vrij noch gebonden -

Bewustzijn ben ik en vreugde, in Verrukking word ik gevonden.


MODERN MARIALIED

 

Wij kronen u zelden meer met rozen

noemen U nauwelijks nog Sterre der Zee.

Toch hebben wij U als voorbeeld gekozen.

Want ook voor ons heeft U alles nog mee.

 

Ons spreekt het aan dat U het riskeerde,

zonder begeleiding op tocht te gaan.

Was het uw moeder die het U leerde,

of had U van binnen een stem verstaan?

 

Had U geen vrees om zo alleen te lopen,

voelde U zich niet door gevaren bedreigd?

Of had U de rust van degenen die hopen

dat wie erin gelooft bijstand verkrijgt?

 

Lieve Maria, U wordt niet vergeten.

Wij hebben van U een eigentijds beeld.

Vrouwe der mantelzorg mag U van ons heten.

Weet U, dat U zo ons aller harten steelt?

 

Joke Forceville-van Rossum


OM WAT WAS

 

Om wat was-

oorspronkelijk en bezield,

golvend als de zee,

hartgrondig als een boom,

om wat was-

ook al versleet het,

lekte het weg,

vond het een einde,

door tranen heen

bl¡jven spreken van geluk.

Omdat j¡j het was-

mens

zo onherroepelijk mooi,

mens zo onvergetelijk in bloei.

 

Hans Bouma


Wel dood

ANNE FRANK

Wel dood,

maar ze geloofde,

visioenen

gloeiden in haar ziel.

Wel dood,

maar ze hoopte,

dromen

vonkten in haar ogen.

Wel dood,

maar ze had lief,

vlammen

sloegen haar uit.

Wel dood,

maar mens,

hoe vurig mens.

Dood?

Te laaiend,

te aanstekelijk was zij-

onuitblusbaar.

Wie zo leeft,

leeft voorgoed.

 

Hans Bouma


GELOOF HET

 

Alles wordt anders,

alles wordt nieuw,

hemel wordt aarde,

aarde wordt hemel,

alles bloeit open,

komt tot z'n recht.

Geen honger meer,

geen oorlog,

geen verdriet meer,

geen bederf.

Geloof het,

zoals

de vogels het geloven,

verwacht het,

zoals

de bomen het verwachten.

 

Hans Bouma


MACHT

 

Niet dichtslibben,

niet vervagen.

Gevoelig blijven

voor het licht,

het omhelzende,

koesterende licht.

Niet dichtslibben.

met de macht van de hoop

geloven in het leven-

het leven

dat zo in jou gelooft.

Je hebt er een naam voor,

een gezicht,

je bent er mens voor.

 

Hans Bouma


GELUK

 

Een boom

die je in vertrouwen neemt,

jij mens zo verwant.

Of een lied

dat je over alle grenzen heen

met zich meezingt

en je weer thuisbrengt -

vervoerd, volkomen helder,

transparant kom je weer thuis.

Of een kind dat als een lente

bij je inloopt, uitloopt,

een kind dat je in bloei zet.

Of een knipoog van de zon,

een vleugje tederheid,

een rimpeling van liefde.

Je zult het maar beleven.

Je leeft. Geluk is je deel.

 

Hans Bouma


MELODIE

Waar niemand mij vindt-

in het holst van mijn naam,

aan de oever

van mijn diepste droom,

tonen die mij raken,

een melodie

die mij koestert,

oneindig teder koestert.

 

Hans Bouma


TROUW

Onderschat jezelf niet,

mens ben je,

onherroepelijk mens,

mens

met een eigen naam,

een eigen gezicht,

mens

met een eigen geheim.

Weet wat je waard bent,

blijf trouw aan jezelf,

verloochen nooit

het landschap van je ziel.

 

Hans Bouma


BID

Val je uiteen,

verlies je jezelf,

bid

om de ontferming

van een bloem,

de herbergzaamheid

van een boom,

bid

om de vrede

van een gedicht,

de koestering

van een gezicht -

of bid

om de tederheid

van de hemel,

de warmte, de hand

van een God.

 

H. Bouma


 

 
                 

 

      de Rijn - collage 30 x 40 cm

    voor meer en ander werk zie http://landscape.mystiek.net

canandanann - 20-02-2006 18:04:09