Zomaar zitten
en kijken luisteren
maar weinig
woorden die nodig zijn
stil denken in
vingertoppen
voelen met ogen
wat jij doet om
gezien te zijn.
Zo wil ik meer
dan buitenkant
gezien zijn
en gelezen door
jou
Annelou Koens
Ik zal niet
geloven
in hebben en
houden,
in onmin en
oorlog,
in gebalde
vuisten.
Ik wil geloven
in geven en
ontvangen,
in uitspraken
en vergeven
in geopende
handen.
Ik zal niet
geloven
in muren,
grenzen en rassen.
Ik wil geloven
in vrije
landen,
open huizen,
gastvrije
mensen,
in alle kleuren
van de
regenboog.
Ik zal niet
geloven
in eten en
drinken
in leven in mij
alleen.
Ik wil niet
geloven
in eten en
drinken,
leven in
overvloed
voor al wie
leeft
op deze aarde.
zal hemel zijn
eindelijk het
eerste onbewolkte
zien staan als
de zonnebloem
met het gezicht
naar de zon gekeerd
doordrenkt van
licht in het stille centrum
gehouden
terwijl de rondcirkelende planeten
gonzen van
opperste vreugde
zien en weten
eindelijk
geheel en al
gezien en
gekend en niet weg draaien
nooit meer weg
draaien
ik kijk niet op
anderen neer
beeld mij niet
in dat ik groot ben
droom geen
geweldige dromen
ik heb mijn
verlangens getemd
mijn ziel is
tot rust gekomen
als een kind
dat gedronken heeft
en rust aan de
borst van zijn moeder
een kind dat
gedronken heeft
zo is mijn ziel
in mij
alles
verwachten van Hem
nu en in
eeuwigheid
De rabbijnen
zeggen:
`God is een
spiegel.
De spiegel
verandert nooit,
maar ieder die
erin kijkt,
ziet een ander
gezicht.'
In een donkere
nacht,
op een donkere
steen,
een zwarte
mier.
God ziet haar.
Afrikaans
spreekwoord
Ik heb geen
bijzondere openbaring
van Gods wil.
Het is mijn vaste
overtuiging dat
Hij zich dagelijks
aan ieder mens
openbaart.
Maar wij
sluiten onze oren voor die
stille stem.
Mahatma Gandhi
Opa keek vaak
in onze tuin
naar de zeven
sprietjes gras,
en daar zag opa
dan een koe
die er helemaal
niet was.
En later, in
het ziekenhuis
kon hij
verwonderd vragen
waarom ze toch
de buitenmuur
uit zijn kamer
hadden geslagen.
Voor opa was
het doodgaan
dus niet zoiets
als nacht;
het was de
steeds grotere ruimte
die hij voor
zichzelf had bedacht.
Willem Wilmink `Vergeef me dat
ik U schrijf.
Het is logisch
dat U me niet kent.
Ik ben niemand,
mijn naam is Pedro da Silva, timmerman,
getrouwd, ik
heb een vrouw en vijf kinderen.
Ik werk in een
timmerwerkplaats (en doe andere klusjes).
Ik ben āān
van uw arme drommels. Vandaar dat mijn krachten
zijn uitgeput
en ook mijn geduld.
Heer, wat moet
vechten voor weinig eten.
Het zou goed
zijn om opnieuw af te dalen en rond te kijken.
Ik heb weinig
onderricht genoten, maar hoorde vertellen
dat U hetzelfde
werk deed als ik, toen U nog jong was.
Ik weet niet
wat U in die tijd verdiende,
maar ik weet
wel dat het hier een groter wonder is
dan dat van
brood en vissen, om iets op tafel te zetten
en uit te delen,
zodat ieder voldoende kan eten.
Probeer het
maar eens.
Kom opnieuw
werken als timmerman hier
en leven van de
opbrengst:
U zult bloed
zweten, zoals eens in die hof.
Kom opnieuw
preken en enkele waarheden zeggen,
zoals eens
tegen de FarizeeŽrs.
Zeg opnieuw
tegen de rijken, zoals van die kameel
door de naald.
Maar kijk uit voor de gevolgen.
Als ze U niet
opnieuw kruisigen, is het omdat
er andere
manieren zijn om iemand de mond te snoeren.
Heer, kom ons
helpen, opdat ze niet kunnen zeggen:
"zelfs
jullie Christus kan geen oplossing brengen".
Van timmerman
tot timmerman,
ik smeek om Uw
komst en teken.
Uw nederige
dienaar:
Pedro da Silva'
Eens, lang
geleden, is de mens begonnen
met zaaien en
maaien, met dorsen en malen,
en hij bakte
het eerste brood,
om goed van te
eten
en dan weer
verder te gaan.
Eens, lang
geleden, is de mens begonnen
met planten en
sproeien, met plukken en persen,
en hij vulde de
eerste beker met wijn,
om goed van te
drinken
en dan weer
verder te gaan.
Eens, lang
geleden, is een mens begonnen
met zoeken en
vinden, met geven en delen,
en hij nam het
brood en de beker
en werd de
eerste die zei:
brood met
anderen gedeeld
en wijn voor
anderen verschonken,
om mens van te
worden
en dan weer met
velen verder te gaan.
Eens, ooit, nog
hoeveel eeuwen kan het duren,
zullen we leven,
voorgoed en zonder angst,
van geven en
ontvangen, van aanzien en beminnen,
en voor het
eerst zullen wij weten,
dat liefde is
gedeeld en leed vergeten,
dat de hemel de
aarde is,
om zomaar
eindeloos verder te gaan.
Een wereld
zonder angst en pijn
waarin het goed
zal zijn te leven,
waarin geen
kwaad meer wordt bedreven,
en niemand meer
bedroefd zal zijn
en niemand meer
naar macht zal streven.
Een wereld
zonder hongersnood,
waar vogels
gouden liedjes kwelen,
waar nooit meer
iemand vals zal spelen,
waar nooit een
Kačn Abel doodt,
waar louter
vreugde is te delen.
Een wereld
zonder zucht naar geld,
zonder kazernes
waar soldaten
geleerd wordt
wie ze moeten haten,
een wereld
zonder bruut geweld,
vol veiligheid
in alle straten.
Een wereld
zonder eenzaamheid,
waar geen
gevaren zullen dreigen,
waar naamlozen
hun naam herkrijgen,
een wereld
waarin haat en nijd
voor eens en
altijd zullen zwijgen.
Jules de Corte
Waar de klappen
vielen
stonden zij
steeds vooraan
als je die een
stok geeft
dan gaan ze er
mee slaan
ze voelen zich
belazerd
verliezen hun
geduld
willen een
simpel antwoord
en iemand voor
de schuld
Ze zijn er weer
ze zijn er weer
terug van weggeweest
nieuwe laarzen
van een oude leest
botte leugens
van een foute geest
nieuwe laarzen
van een oude leest
of ze wonen in
hun villa's
en ze hebben
het daar goed
ze zien nooit
een buitenlander
en ze vinden
dat dŠt zo blijven moet
want als je
gaat geloven
wat ze lezen in
hun krant
zijn zij straks
de vreemden
in hun eigen
land
wat mensen wel
eens denken dat
zeggen zij
hardop
zien enkel wat
ze willen zien
daar houdt hun
wereld op
voor wat er was
en komen gaat
doen zij hun
ogen dicht
trappen naar
beneden
wat toch al
onder ligt
De Dijk
Als ik aan m'n
land denk, denk ik niet aan Holland
maar altijd aan
het ťťn of ander land
dat eig'lijk
overal kan zijn
zolang er maar
geen grenzen zijn
zodat ik
ongestoord op weg kan zijn
naar een ander
land
Want waar een
vuur brandt vind ik
wel een huis
waar een boom
bloeit daar herken ik
goeie aarde
waar een rivier
is stroomt het water
met de
zekerheid dat later
de open armen
wachten van de zee
En waar een
stad is is een mens om
van te houden
en waar een
kerk is is een toren vol
met hoop
en waar een weg
is om te gaan
weet ik dat ik
niet stil moet staan
weet ik ik moet
verder gaan
met het
verlangen mee
Als ik van m'n
land zing zing ik niet
van Holland
maar altijd van
dat ene stukje grond
dat eig'lijk
overal kan zijn
want waar twee
armen open zijn
zal een
liefdeslied m/n volkslied zijn
de liefde zelf
m'n koning zijn
en een hart m'n
vaderland
Liselore Gerritsen
De wereldbol
ligt uit het lood
en draait zich
kreunend in 't slot
want elk
conflict dreigt wereldgroot:
alles wat heel
is, moet kapot.
Wat mooi was,
klein was, waardevol,
dat ligt
verpletterd aan de kant.
Want recht is
krom; de nieuwe wet
is "hoofd
om oog en land om tand".
Maar ergens in
dit niemandsland
sluipt toch van
struik naar struik
een paria, met
Maria
en de belofte
in haar buik.
Hens Stel
Herdenken. Hoe
was het ook weer?
Eān minuut
stilte of twee minuten.
Nou, en als die
om zijn, wat dan???
Jules de
Corte
Ik begrijp het
nog steeds
niet zo heel
goed,
maar ik zie
dat telkens
opnieuw
er IETS is dat
mij in beweging zet.
Ik begrijp het
niet,
rijk
burgervrouwtje
dat ik door
geboorte ben,
waarom ik dan
opsta uit mijn luie stoel
en mij waag -
ver - te ver -
in de hoeken
waar de klappen vallen
en dan sta ik
op
en ik ga
en ik ben
en ik schrei
ik bid en ik huil
ik vloek
en ik ben
ik waag mij
ik kwets mij
ik doe mij
en ik heel
en heb lief
en dan zie ik
mij staan
- maar STAAN -
bij onrecht en
de stille pijn
bij het onrecht
dat gebeurt
aan het kind
dat niet telt
- echtscheiding is een
grote-mensen-zaak maar
zij zit er mee,
aan de vrouw
die telkens opnieuw
verkracht wordt
- al 17 jaar of telt dat niet
verkrachting in het huwelijk
aan de man die
geen man is
- zo zegt men
want impotent en dus geen man
of homofiel en dus verkeerd
en dan kan ik
niet zwijgen
over het grote
onrecht dat op de aarde huilt
oorlog-armoede-honger-rassendiscriminatie-
vluchtelingen-milieuvervuiling-vrouwenhaat
Waarom zwijg je
niet,
domme vrouw
er is toch
niets aan te doen
en je maakt de
mensen hier
onrustig en
bang.
ze hebben 't al
moeilijk genoeg.
Maar ik kan
niet zwijgen
ik kan het echt
niet
want ik heb een
opstandig geloof.
Ik geloof in de
opstanding
in de opstand
in het opstaan
in het breken en de brokken
is dit mijn
IETS dat mij zo beweegt?
want kijk
dat IS beweging
ťťn groot
bewegen van het LEVEN
uit alles -
alles
wat dood is
wat dodelijk is
wat dodend is.
opstaan
weg uit
uitweg
uittocht
naar:
bevrijding adem levenskracht,
Ik geloof er zo
sterk in
dat ik daardoor
zelf beweeg
en niet blijf
zitten.
ik geloof dat
het kan
dat LEVEN zal
zijn voor allen:
bevrijding uit
alles wat doodt.
het grote IETS
dat mij beweegt
heeft zich aan
mij kenbaar gemaakt
ik herken het
nu
ik ken het
en het kent mij
wij samen
zullen opstaan
en doen opstaan
met velen samen
ja en amen
neen en
verdomme
rust en onrust
Lieve Bogaerts
trok je door de
tijd.
het spoor van
jou in mij
is korter
maar draagt de
tekenen
van zoveel
mensen
die jou delen.
W.
Kamminga
Met een natte
vinger
wees de doper
op je voorhoofd
en zei: Het is
maar voor even
en de handdoek
hangt er bij.
Hij wist veel,
die doper,
maar toch echt
niet alles.
Want het is
voor levenslang
ondergaan en
daaruit opstaan.
Onderweg leer
je leven:
een vloed an
tranen
en golven van
vreugde,
kortom water
bij de vleet.
Huilen, krijsen
deed het kind
om die zeeŽn
in de ogen,
en het vocht en
worstelde
om heelhuids
boven te komen.
Het had gelijk,
een drenkeling,
een goede
dopeling dat kind:
het voelde
nattigheid,
een
veelbelovend mens.
N. Schuman
Ik wist niet de
dat maan hier scheen
boven de naakte
beukebomen
in de eerste
dagen van april.
Nooit is een
voorjaar zo gekomen,
zo plotseling,
zo fel, zo pril:
er waarden
ongekende geuren,
de kruin der
bomen wiegde zacht,
de struiken, in
de vroege nacht,
kregen een
schijn van kleuren.
Het duurde
slechts een paar
minuten,
fluwelig vloog
een uil voorbij,
een wind stak
op, de regen viel
en al de
voorjaarsattributen
lagen verregend
in de klei.
Toen zag ik dat
nog lichten
brandden
aan vele
vensters in de stad,
ik dacht: ik
heb dit jaar mijn deel
aan zuiverheid
en jeugd gehad,
maar twee
minuten is niet veel.
J.van Nijlen
De wind bestaat
uit zeven soorten
water,
De zee is een
weerspiegeling van de
wind
En helder in
haar tijdeloze stilstand
Is de stilte de
vlezige oorsprong
Van alles dat
ontwijdend de aarde
bevolkt om te
wijden
Of uit de
liefde der wolken geboren
wordt
En in de
duisternis met snelheid sterft.
Van alles dat
handelend uitvindt de
nieuwe omgeving
der sterren
Of ook vergeet
de kleine rivieren
der vriendschap
Naar de grote
zee der bestemming.
Dit is de
heilige wil van de stilte:
Alom met handen
en voeten
aanwezig te
zijn
Als lichtgevend
water,
Als rustend
zeil in het der zeeŽn
evenwicht,
Als witte wol
aan het hart van de mens,
Het zwarte
schaap der schepping.
P. Snoek
hij was al
driekwart dood
ik moest mijn
hoofd afwenden
jullie hebben
hem kreupel geslagen
en wie moet de
schuld dragen?
Ik deed 't voor
ons bestwil!
kon ik hem dit
lijden maar besparen!
Christus, ik
weet dat je me niet hoort
ik deed alleen
wat hij wilde
ik zou m'n land
ervoor verraden
nu zit ik met
de moord op jou
ik heb
onschuldig bloed vergoten
en word door
modder en slijk gesleurd!
Hoe moet ik van
hem houden?
hij raakte,
maar waarom?
hij is een man,
gewoon een man
hij is geen
koning, hij is precies hetzelfde
als iedereen
die ik ken
hij maakt me
bang!
Als hij straks
dood is
laat hij mij
dan in vrede
houdt hij ook
van mij?
Bekommert hij
zich om mij?
Mijn geest is
in duisternis
God, God ik ben
ziek
ik ben
gebruikt!
en U wist 't al
lang God
waarom hebt U
mij uitverkoren
voor Uw
misdaad!
voor Uw lage
bloedige misdaad!
U hebt me
vermoord!
Eens werd een
feestmaal toebereid:
Sint Petrus was
een eeuwigheid
al burger van
het hemelrijk
waarin wel
duizend jaar gelijk
ťťn dag zijn
maar ook omgekeerd:
ťn enkele dag
wordt daar geŽerd
en zo genoten
met elkaar
als duurt hij
minstens duizend jaar
nochtans dit
keer een extra feest:
er was destijds
veel zorg geweest
om Petrus (dat
is evident)
voor ieder die
de Schriften kent.
De dis kwam in
een tel tot stand
met zoveel
engelen bij de hand
zodat de Heer
al binnentrad
er men het in
de gaten had.
Verheugd
begroetten zij elkaar:
"Dag
Petrus, hier al duizend jaar?
Wat gaat de
tijd toch razendsnel".
"Maar
Heer, dat weet Gij zelf toch wel
U, die ook alle
tijden schiep
toen gij het al
in 't aanzijn riep;
hoe goed, dat
Gij gekomen zijt,
zet U in al uw
heerlijkheid."
Toch bleef de
Heer nog even staan
en keek door 't
altijd open raam
dat uitziet op
het lief en leed
dat in de
Schriften wereld heet.
"Help Mij
eens, Petrus", zei de Heer,
"die man
daar, wie is dat ook weer;
die kromme rug,
dat slepend been,
zo diep
ellendig en alleen."
"Mijn
God", zei Petrus, "dat o Heer,
is Judas, op
mijn woord van eer."
Toen sprak de
Heer: "Als dat zo is,
wacht dan nog
even met de dis,
houd hij zolang
maar een sermoen:
Ik heb nog even
iets te doen."
Dat in de
vloedgolf van de tijd
jouw stem ons
bereikt,
in nietigheid
en pracht
van jouw genade
spreekt.
Bekrachtig jouw
volk.
Dat jouw woord
ons trots
gebergte schokt,
ons diepst
gesteente
vuur ontlokt.
Bekrachtig jouw
volk.
Dat de woestijn
van ons gemis
om jou bewogen
is,
wij tot in het
hart ontschorst
opengaan voor
jou.
Bekrachtig jouw
volk.
Jij bent niets
dan de lens in de lichtstroom
je kunt
ontvangen, geven en bezitten -
zoals de lens
het licht ontvangt,
geeft en bezit,
meer niet.
Licht zijn
of in het licht
zijn,
zelf niets meer
zijn,
zodat het licht
geboren kan worden,
zelf niets meer
zijn,
zodat het
geconcentreerd en verspreid kan worden.
D.
HammarskjŲld, Merkstenen
Wij trekken
rond Herodes'huis,
de koning van
de beulen
Hij hoort en
ziet maar geeft slechts
voor alwie met
hem heulen
Waar is mijn
kind, waar schuilt mijn man,
waar zijn ze
toch gebleven?
Herodes lacht,
hij weet ervan
hij zelf heeft
hen verdreven
Zal ooit die
dwaze moederklacht
de ware
wijsheid heten?
Zal ooit
Herodes' man en macht
op aarde zijn
vegeten?
J. v. Opbergen Toen wel wij
tweeŽn bestonden,
maar woest en
verlaten,
onze monden nog
niet geraakt
door woorden en
kussen van elkaar,
toen heeft uw
adem ons aangeraakt
en aan elkaar
gesmeed als man en vrouw.
Geef dat die
liefde bloeien mag,
omdat wij ons
leven op u hebben gebouwd.
Wij zijn als
klei in uw handen, God,
want zonder
liefde beginnen wij niets.
Houd ons dan
bij elkaar in lief en leed
en maak ons
open voor ieder ander.
Aan onze ouders
denken wij, dankbaar:
geef ze het
geluk dat ze verdienen,
dat ze in ons
altijd blijven herkennen
de kinderen die
zij hebben opgevoed.
Aan onze
vrienden denken wij:
dat ze bij ons
een open huis vinden,
een hand van
vriendschap zoals uw hand
die mensen
samenbrengt in vrede.
Aan ons werk
denken wij:
dat wij daar
van mens tot mens
vrede en
welzijn mogen brengen.
Voor uw kerk
bidden wij:
dat mensen er
in woord en gebed,
in lied en werk
uw woord vinden
bij elkaar.
Voor heel deze
wereld bidden wij,
dat er vrede
mag zijn, overal,
dat mensen en
volken geen dikke muren,
maar open
poorten bouwen voor elkaar.
Vrede,
geluk,
vreugde en toekomst
over de weg van
deze twee.
Woorden van
trouw, hoop en verwachting
en onze
vriendschap met hen mee.
Vrede, genade,
God om je heen,
een leven, lang
en goed,
met ons en
iedereen!
Jij die ons
kent, Jij die ons aanvoelt,
Jij die de hele
wereld draagt:
kom naar ons
toe, leer ons te leven,
help ons te
zien wat ieder vraagt,-
tijd om te
leven, kans om te zijn,
een plek om nu
en ooit
gezien,
aanvaard te zijn.
door wat ik
ervan vind...
Jan is Marij
niet
en Marij is
geen Jan
hij kan goed
vissen
en zij is niet
te missen
bij drie in de
pan.
Wat is een
verschil
en wat is
ongelijk?
Een verschil
bestaat gewoon
dat weet ieder
kind
maar
ongelijkheid is er pas
door wat ik
ervan vind ...
Want iemand die
goed rekent
dat vinden wij
een wonder
en iemand die
alleen graag tekent
die krijgt op
zijn donder.
Maar iemand die
kan rekenen
die is toch
niet meer waard
dan iemand die
kan tekenen
of heel goed
spijkers slaat?
Wat is een
verschil
en wat is
ongelijk.
Een verschil
bestaat gewoon
dat weet ieder
kind
maar
ongelijkheid is er pas
door wat ik
ervan vind...
Mensen zijn
niet ongelijk
en meer en
minder waard
maar om de
verschillen die er zijn
worden ze zo
gemaakt:
die is stom en
die is gek
en die krijgt
minder geld
en als je ook
nog baanloos bent
dan ben je
uitgeteld!
Vreemdeling,
verdwaald in de mist.
Eenzaam staat
daar de struik, ligt de steen.
Geen boom ziet,
dat er nůg een is.
En ieder mens
is alleen.
Vrienden waren
ooit om mij heen,
toen ik zag in
het licht wat ik wist.
Met de wereld
van toen verdween
gezicht na
gezicht in de mist.
Het is waar:
geen mens wordt ooit wijs
die het donker
niet kent in zichzelf,
dat zo
onontkoombaar verrijst
en alles
scheidt met geweld.
Vreemdeling,
verdwaald in de mist.
Al wat leeft
gaat in eenzaamheid heen.
Niemand weet
wie een ander mens is.
Want ieder mens
is alleen.
Hermann Hesse
|
voor meer en ander werk zie http://landscape.mystiek.netcanandanann - 20-02-2006 18:04:27 |