liturgie16
Start Omhoog liturgie17

                 

Broeder van ons

Genesis

Stad  

Dominee  

Het lied van de bomen  

Mijzelf  

Mens  

Ik word ouder... van gestalte en van geest.

OM TROUW  

De aangewezen weg  

Is God een woord, een vreemd verhaal,

Er is voor wie het weten wil

Waarom moet toekomst eruit zien als een geŽffend pad?

De dromen voor de toekomst zijn als regen;

Puinroos  

Vandaag zouden ze vijftig jaar getrouwd zijn,

Ik ben afgelopen nacht begraven,

Cantiek  

Christus' geboorte   

Wat heb je gedaan

Erectiele disfunctie

JIJ: Een onttroonde tyran

Vluchteling  

De schepping  

Nieuwjaarswens  

advent  

Sprookjes  

Hoe het na de opstanding verder gaat

Erectiele disfunctie


Broeder van ons

 

Jezus als brood

zijt Gij door de wereld gegaan,

als licht hebt Gij U uitgedeeld,

 

goede herder, mens onder mensen,

broeder van ons - als een lam

zijt Gij ter slachting geleid,

 

ons leven hebt Gij geleefd,

ons lot hebt Gij gedeeld,

onze dood zijt Gij gestorven,

 

wij mensen leven voor onszelf,

wij misgunnen elkaar het geluk,

slechte herders zijn wij,

 

andermans nood doet ons deugd,

zijn pijn is onze genezing,

zijn dood ons brood,

 

o Heer, erbarm U over ons,

wij leven ons eigen leven,

sterven wij ons eigen dood?


Genesis

Bomen

roepend om een naam

dieren

hijgend naar een stem

schepping

happend naar adem

schepping

kreunend om voltooiing

langzaam word ik Adam

roep namen om me heen

ga rond met mijn adem

geef mijn stem

mijn hart aan al wat leeft

langzaam word ik Adam

tong der schepping

het verlossend woord

langzaam word ik mens


Stad

 

Wereld van steen

aarde onder de voet gelopen

nergens vaste grond

 

maar woorden

gaan over en weer

 

wereld van steen

je wordt er koud van

je hapt naar adem

 

maar handen die strelen

kinderen die spelen

wereld van steen

maar mensen

warm van liefde

stenen worden brood

straten bloeien open

flats gaan ademen


Dominee

 

Een herder is hij

een man van woorden

een mens onder mensen

 

behoedzaam

noemt hij hun naam

spreekt hij hen uit

 

naar het droge

het lieve zinsverband

de lieve vrede

 

zondags

klimt hij in de boom

gevaarlijk spel

 

maar het moet

het verhaal verteld

het hoge woord eruit

 

hij is ademloos

veel wind gevangen

hij beeft als een riet


Het lied van de bomen

 

Leven als de bomen,

trouw en aardsgezind,

bij het water wonen,

leven van de wind.

 

Hemelhoog geloven,

leven uit ťťn stuk,

ademnood te boven,

onverdeeld geluk.

 

Leven als de bomen,

God heeft hen geplant,

leven om te loven,

leven uit Gods hand.

 

Op de lente hopen,

weten van de herfst,

dromen van de zomer,

leven dat niet sterft.

 

Toevlucht van de vogels,

schaduw, onderdak,

huis van mededogen,

liefde wijdvertakt.

 

Leven als de bomen,

zingen voor je God,

levenslang geloven,

vaste voet aan grond.


Mijzelf

 

Geloven dat ligt mij niet

m'n handen staan er niet naar

m'n hart klopt er niet naar

je leeft maar boven je macht

je gaat maar in tegen de draad van je bloed

je snijdt jezelf maar de pas af

gelovend ben ik een vis op het droge

een vogel zonder vleugels

een man zonder gezicht

je gaat er onderdoor

je slaat de hand aan jezelf

je maakt van je hart een moordkuil

nee geloven ligt me niet

ik wil wat voorhanden is

God is mij te ongrijpbaar

ik wil iets naar mijn hart

God is mij te riskant

wie gelooft verloochent zichzelf

alle menselijks is hem vreemd

hij is een schimmige gestalte

zijn handen zijn geen handen meer

zijn hart is geen hart meer

hij houdt op mens te zijn

nee het ligt me niet geloven

ik doe maar liever gewoon

ik blijf maar liever mezelf.


Mens

 

Geloven

een naam is over je uitgesproken

een adem door je heen gegaan

een stem bracht je ter sprake

langzaam word je verstaanbaar

bloei je op tot een lied

geloven

een hand is op je gelegd

je bent in beslag genomen

een genezing is begonnen

langzaam krijg je gestalte

word je een lichaam van licht

geloven

een oor heeft je opgevangen

je bent ter harte genomen

langzaam begin je te leven

word je gereed tot liefde

geloven

een oog heeft je ontdekt

een blik je aan het licht gebracht

langzaam ga je glanzen van aanzien

word je onmiskenbaar

o God ik geloof

uw adem heeft mij bewogen

langzaam word ik vrij voor U

langzaam word ik mens.


Ik word ouder... van gestalte en van geest.

Stijve botten, stramme schouders...

vroeger ben ik jong geweest.

 

Ik word minder... minder gaaf en minder rap.

Allengs ondervind ik hinder bij 't bestij

gen van de trap.

 

Ik word 'slechter'... slecht ter been, een slecht

gehoor, banden worden minder

hecht... Minder oog en minder oor.

 

Ik word banger... Bang van hoogte, angst verwart.

Des te ouder des te langer slaat

de angst me om het hart.

 

Ik word brozer... broos van stemming, ijl van klank.

Langzaam wordt het leven

vozer... ijler..., tegen wil en dank.

 

Ik word ouder... van gestalte en van geest.

Grijze haren, zonder tanden..., vroeger

ben ik jong geweest.

 

Jeroen Zijlstra


OM TROUW

 

Wij bidden om trouw. Dat wij ons niet

laten scheiden van de liefde Gods

en dat wij daarom vasthouden aan het

recht van de minsten.

Dat wij niet buigen, niet door de knieŽn gaan

voor goden zonder hartzeer,

voor machten zonder mededogen,

maar dat wij ons blijvend hechten aan die Ene,

die in ons open houdt de pijn om zijn

allerliefste mensen die altijd weer in doodsnood zijn.

Wij bidden om trouw.

Dat wij blijven aan de zijde van hen

die vechten voor voedsel en vrede.

Dat wij met hen de duiven voeren en niet de haviken;

dat wij daarom geen vertrouwen schenken aan de

machthebbers in hun gang over lijken,

maar dat wij wedden op de machtelozen in

hun hang naar bevrijding.

Wij bidden om trouw.

Dat wij de scheiding niet toestaan

die ons wordt aangepraat:

de hongerlijders ver van onze tafels

en de verdrukten ver

van ons bed. Wij bidden om trouw.

Dat wij niet scheiden wat onze God verbonden

heeft. Dat wij niet wegvallen uit de

liefde van de minsten der mensen.

 

Jan van Opbergen


De aangewezen weg

 

Wat wij niet kunnen bedenken,

wat alles te boven gaat,

God geeft het ons - liefde

 

liefde onvergankelijk,

duurzaam geluk,

leven voorgoed,

 

wij delen in een geheim

dat ons eeuwig maakt,

het ene nodige,

 

zijn Geest in ons hart,

vuur in onze ogen,

warmte in onze handen,

 

weg van de liefde,

de meest onvindbare weg,

wij zijn vluchtige mensen,


Is God een woord, een vreemd verhaal,

in onverstaanbaar vreemde taal?

God is een woord van het begin:

het blaast de mensen leven in.

Is God de vrucht van fantasie:

ik zie, ik zie, wat jij niet ziet?

God is de oorsprong van het licht:

Hij geeft de mensen het gezicht.

Is God de vlucht voor eenzaamheid:

een wankel baken in de tijd?

God is een groot en stil geheim

zolang wij broze mensen zijn.

Is God een vraag die niet verstomt

in ieders hart, in ieders mond?

God is voor ons levende stem:

een mensenzoon, luistert naar Hem.

 

leven langs elkaar heen, zoeken onszelf,

wij lopen dood,

weg van de liefde, de aangewezen weg,

weg naar de ander,

een gelukkig einde, een gelukkig begin,

de Geest belooft het ons,

wie liefheeft is een ander mens,

een nieuwe schepping,

hij is de toekomst.


Er is voor wie het weten wil

een weg naar toekomst uitgezet

langs palen onder `t maaiveld van het leven.

Het pad naar morgen maakt me stil,

maar diep in het leven ingebed

worden hoop en richting ons gegeven.

 

Rond middernacht als alles donker is

daal ik de trappen af naar ons verleden.

De diepe kerkers zijn nog zonder licht

Ik schuil een wijle; in een vensternis

heb ik gehoopt, heb ik gebeden?

De poort naar morgen voelt niet langer dicht.

 

In stil gebed is er die Ander.

Juist dan ervaar ik diep verbond;

op tonen van de leegte valt de stilte in.

God en mens gaan met elkander;

waar ik mijn diepste wortels vond

ligt gisteren naast nieuw begin.


Waarom moet toekomst eruit zien als een geŽffend pad?

Gods toekomst is een kruisweg.

Langs de kant van de weg staan teksten als:

Wie zijn leven wil behouden zal het verliezen,

wie zijn leven - daarentegen - wil verliezen, zal het vinden.

Toekomst is verleden

Winst is verlies

Dood is leven

 

Je weet niet waar je uitkomt

als je je laat leiden door die mens.

In elk geval bij je eigen bron, waaruit je kracht kunt putten om n

mens te worden en anderen meer mens te maken.

Eerder bij de arme dan bij de rijke.

Niet bij de grote, maar bij de kleine;

niet bij de sterke, maar bij de kwetsbare.

En tenslotte: niet bij de dood, maar bij het leven.

 


De dromen voor de toekomst zijn als regen;

de verdamping van onze wensen die we opzenden naar boven

Ze komen terug als regen die we opvangen,

met onze eigen handen.

 

De toekomst is niet meer wat zij geweest is.

De toekomst is wat geweest is

en wat daaruit worden kan.

Een sprong in het duister.

Een sprong in het licht.


Puinroos

 

Na vijftig jaar is zij bij haar man weggegaan.

Zoals zo vaak was drank de oorzaak

van een jarenlange lijdensweg,

die onvermijdelijk op scheiding uit moest lopen.

 

Wat overblijft zijn herinneringen aan de tijd,

dat alles nog goed was.

Naast een leeg en contactarm bestaan,

want ook vele goede vrienden laten het afweten;

de pastor heeft het druk

en de familie laat je links liggen.

 

En telkens die herinneringen.

Ongemerkt worden ze het ideaal

 

waarnaar je blijft verlangen

op de puinhopen van je bestaan.

 

`Ik dacht dat het alleen maar goed kon komen,

als alles was als vroeger.

Pas toen ik dat durfde los te laten is er voor mij

- heel geleidelijk aan -

een nieuwe toekomst begonnen.

Eerst moest ik de moed hebben

te erkennen dat vroeger voorbij is.

En dat mijn nieuwe toekomst moest groeien

uit wat er over is.'

 

Pas toen kon zij nieuwe contacten leggen

zinvolle bezigheden vinden,

haar huis en haar leven anders inrichten.

 

Volmaakt wordt het nooit meer,

maar soms bloeit er

in erbarmelijk slechte omstandigheden

ook een bloem.

 

Als je op die bodem durft te vertrouwen,

dan pas kan de puinroos bloeien.


Vandaag zouden ze vijftig jaar getrouwd zijn,

maar precies een week geleden hebben we vader begraven.

Wat een feestdag had moeten worden,

werd een rustige maar zeer intense familiebijeenkomst.

Want zulke dagen zijn wel moeilijk,

vooral als je er tegenaan kijkt.

Maar op de dag zelf slepen de onderlinge solidariteit

en de saamhorigheid je erdoor.

In een stille avondmis, zonder zang,

dachten we na over de talenten die je

als (klein)kind van je (groot)ouders krijgt.

Op jouw beurt mag jij er aan meewerken.

Opeens was duidelijk dat het grootste talent

misschien wel de eenvoud is

waarmee gewone mensen in het leven staan;

de vanzelfsprekendheid waarmee je ouders

vijftig jaar lang

elkaar en hun gezin trouw zijn geweest;

het werk van hun handen

waar ze dag in dag uit

voor anderen hebben gezorgd;

de liefde, die ook door moeilijkheden heen

stand hield.

Dat is meer waard dan wat smaakmakers

van onze moderne cultuur

je proberen bij te brengen.

Want daar kun je echt verder mee.


Ik ben afgelopen nacht begraven,

in een donkere kuil gegooid, zonder jou.

Die droom bedreigt me.

Zo ben ik geraakt en aangetast,

dat gisteren morgen wordt.

Waar staat mijn geboortehuis voor de toekomst?

Geluk heeft te maken met ongeluk;

het is iets van buiten af,

zoals mij mijn verleden werd ontnomen,

zo kan mij de toekomst gegeven worden.

Wil je mijn laat geluk bewaren?

Wil je bij me zijn als ik sterf?

Ik wil je vertrouwen.


Cantiek

 

Diep in de wei hangt een grote ster

de nacht straalt koud en de reis is ver,

maar 't is die reis en die koude waard

een Maagd heeft daar een kindje gebaard.

Dat kindje, dat is Gods eigen Zoon

nooit was een kind op aarde zo schoon.

Kom laat ons gaan en talmen niet,

Hoort! Over de velden valt een lied:

"Glorie aan God en de menschen vree".

Wij gaan met de kleine herders mee.

 

Jacques Benoit


Christus' geboorte

 

Hij werd in het midden der barre nacht

in bloed en pijnen op d'aard gebracht.

Daar was geen luier of geen doek of zo

de moeder dekte Hem toe met stro.

En zelve rillend van koorts en kou

peinsde hoe ze Hem voeden zou.

En toenj - een ster was hun voor gegaan

klopten drie wijzen ter poorte aan.

De eerste bracht Hem, symbool van leed,

als offerende een bloedrood kleed.

De tweede bode van smaad en hoon

brachr Hem een staf en doornenkroon.

De derde, gebukt onder 's werelds wee

zeulde het kruis op de schouders mee.

Ook waren de herders opgegaan

zij voerden een duistere kudde aan.

Eind'loze rij van 't gesmade ras

dat aan de arbeid geketend was.

Aan d'arbeid verkocht voor luttel geld

eeuwen al leeg'rend in Efrata's veld.

Spiedend aan iedere horizont

of het ook zijn Verlosser vond.

En geen die zijn koning iets schenken kon.

Zij smeekten slechts Kyrie Eleison.

En Hij, verheerlijkt in hemelsch licht

heeft van de kribbe zich opgericht.

bood hun in opperste liefde aan

al wat Hij had: Zijn naakt bestaan...

 

Freek van Leeuwen


Wat heb je gedaan

dat je in mijn dromen

terecht moet staan

voor een tribunaal

van onverzettelijke partizanen?

 

In het holle licht

buigen hun moede gezichten

zich over de tafel

met het bewijsmateriaal:

koperen munten

en een half verbrand papier,

omkrullend aan de randen.

 

Wat heb je gedaan

dat ik tevergeefs

mijn armen om je heensla,

roepend: hij is geen verrader!

 

In het raam zonder uitzicht

verschijnt een soldaat,

het geweer in de aanslag.

 

Wat heb je

je aangedaan?


JIJ: Een onttroonde tyran

rusteloos ronddraaiend

in je gerieflijke huis

tussen de boeken en de schilderijen

en het geruisloze bestaan

van planten.

 

En ik: je spotzieke hofnar,

ontboden tot vermaak,

geliefkoosd en afgestraft

omdat ik me niet kan onderwerpen

aan je schijnbewind.

 

Soms luisteren wij samen

naar de wind aan het raam

die ons roept met de stem

van het heelal.

 

Hoe lang nog

houdt de angst in je ogen

ons gevangen?


Vluchteling

 

Maar ik ben geen vluchteling

want ik ben niet gevlucht

ik ben weggewaaid

als een blad van een boom

er is in ons land

een verschrikkelijke wind opgestoken

een wind vol vuur en verkrachting

en op 'n dag

op een dag die ik me niet meer herinner

op een dag die ik me niet meer durf te herinneren

ben ik weggewaaid

wie zou er uit zichzelf vluchten

wie zou er uit zichzelf

z'n eigen huis

z'n eigen stad

z'n eigen land

z'n eigen familie in de steek laten

en dan ergens aankomen waar je niet welkom bent

vluchtelingen zijn nooit welkom

dat weet iedereen

dat heeft de geschiedenis al zo vaak bewezen

waarom dan een langzame dood

in een vreemd land

als je op de drempel van je eigen huis

ook kunt sterven

vluchtelingen bestaan niet

er bestaan alleen weggewaaide mensen

mensen die door de wind over de wereld zijn geblazen

 

Ad de Bont


De schepping

 

God schiep het licht op een hemelse wijs.

't Was avond en morgen: de eerste dag.

En op aarde de wolken, wit en grijs.

't Was avond en morgen: de tweede dag.

God schiep het land uit de zee en toen was

er plaats voor de bomen, de bloemen, het gras.

En alles was goed, toen de Heer het bezag.

't Was avond en morgen: de derde dag.

 

God schiep de sterren, de zon en de maan.

't Was avond en morgen: de vierde dag.

En de vogels en de vissen zijn ontstaan.

't Was avond en morgen: de vijfde dag.

God schiep het wild en het goedige vee;

Hij maakte de mens en zij leefden in vree.

En alles was goed, toen de Heer het bezag.

t Was avond en morgen: de zesde dag.

 

Hemel en aarde en al wat er is -

en God heeft gerust op de zevende dag -

zijn geroepen uit leegte en duisternis.

En God heeft gerust op de zevende dag.

God gaf de mensen het woord in de mond

en zij gaven namen aan al wat bestond.

En alles was goed, toen de Heer het bezag.

't Was avond en morgen: de zevende dag.

 

Jan Wit


Nieuwjaarswens

 

Niet dat geen wolk van lijden over je heen zal komen -

niet dat je toekomstige leven altijd over rozen zal gaan -

niet dat je nooit een traan van verdriet zult laten -

niet dat je nooit pijn zult voelen -

nee, dat alles wens ik je niet!

Mijn wens voor jou is,

dat je altijd de gouden herinnering aan elke rijke dag

van je leven zult bewaren -

dat je dapper zult zijn in het uur der beproeving,

wanneer het kruis op je schouders wordt gelegd,

wanneer de berg die je moet beklimmen te hoog lijkt

en het licht van de hoop oneindig ver weg -

dat elke gave die God je geschonken heeft

zal groeien en ertoe zal dienen

de harten van wie je lief hebt met vreugde te vullen.

 


advent

 

In deze laatste week van de advent zou

het moeten gaan sneeuwen: ieder jaar

zijn het dezelfde dingen waar je naar

verlangt. Dus sneeuwt het niet; maar

alles went.

 

Je steekt de kaarsen aan op het dressoir

en denkt aan alle doden die je kent.

terwijl je wacht op een gemist moment

schuiven de dagen naadloos in elkaar.

 

Je poogt je tegen beter weten

in iets te herinneren wat er niet was,

omdat wat weg is diepte heeft en zin.

 

Je draait muziek, drinkt thee,

je leest een boek dat je ook lang geleden al

eens las. Maar alles is

onachterhaalbaar zoek.

 

Jean Pierre Rawie


Sprookjes

 

We zijn teveel met sprookjes opgegroeid

waarin ze lang en heel gelukkig leven

dat wordt ons met de moedermelk al ingegeven

en niet zo een twee drie maar uitgeroeid

 

Sneeuwwitje, Assepoester en Roodkapje

't kwade wordt gestraft, de deugd beloond

de liefde met een huwelijk bekroond

jij bent een kind, je weet nog niet zoveel

maar de moraal die snap je, .snap je, snap je.

 

In feite zijn 't maar vertelseldromen

en dromen zijn nou eenmaal vaak bedrog

ze blijken maar voor zelden uit te komen

en desondanks geloven we ze toch

Sprookjes!

 

Je trapt er dan ook onbekommerd in

je bent niet voorbereid op de misŤre

jou sprookje heet gezinnetje en top-carriŽre

een koning met z'n sprookjeskoningin.

 

Maar alle sprookjes eindigen bij voorkeur

maar jij denkt dat 't jouwe pas begint

en elke generatie staart zich blind

op het geluk dat open bloeien zal

achter de eigen voordeur

 

In feite zijn 't maar vertelde dromen

en dromen zijn nou eenmaal vaak bedrog

ze blijken maar zo zelden uit te komen

en desondanks vertellen we ze toch.

We zijn teveel met sprookjes gek gemaakt

de mythe van een lang gelukkig leven

blijkt vaak in de praktijk een dubieus gegeven

waar menigeen door in verwarring raakt.

 

Toch kunnen we niet zonder sprookjes leven

we blijven altijd toe een beetje kind

en hopen dat 't goede overwint

en dat is lief, en ook naÔef

maar 't blijft een een nobel streven

 

Robert Long


Hoe het na de opstanding verder gaat

 

De vrouwen op die eerste dag

zijn door de tuin gelopen

met schrik: het graf was open

alleen de tuinman die men zag.

 

De vrouwen lieten daar het graf

met blijdschap: er was leven!

Ze zagen het maar even,

maar niemand nam hen dat meer af.

 

Die vreugden vrees en wankele moed

zijn eeuwenlang gaan duren.

Geen Thomas, geen structuren

verhulden ons dat zicht voorgoed.

 

Jij, die de weg nu met mij gaat,

door nacht of mist moet lopen,

hou vol! En laat ons hopen

omdat de Tuinman ergens staat.

 

Gonny Luijpers

 


 

 
                 

 

      de Rijn - collage 30 x 40 cm

    voor meer en ander werk zie http://landscape.mystiek.net

canandanann - 20-02-2006 18:04:28