liturgie5
Start Omhoog liturgie6

                 

Om aan te komen op het punt

Schepping 1

Schepping 2

Mens en mens  

Vragende mens  

Droom  

Dat onmogelijke rijk

Liefde

Erectiele disfunctie

De bidstoel  

 

DE OVERKANT  

 

Geloven is niet afwachten

 

De zon speelde op het mondstuk

Als wij niet meer geloven dat het kan

Hee kleine meid op je kinderfiets

Late Pinkster  

Hij nam de beker, dankte

Verheug je  

God

Kom in de ochtend

God is liefde

Erectiele disfunctie

Gelukkig is de kleine steen

Tussen het landschap en de lucht

Ik zoek U in den blinde

 

Dezelfde kracht

Hoe zwaar valt het om slechts stil te zijn.

Geloven is steeds weer beginnen te geloven

Ongeloof  

Klem

Hier  

Ik geloof in de heilige God,

Geloof wil niet alleen zijn

Geloven is scheuten van pijn zien gaan

Geloven is  niet meer saai kunnen zijn

Geloven doe je met je lichaam

God stelt zijn eer in ons geluk

Zingt en speelt voor God de Heer

Wanneer zij wakker wordt

Er is een diepte

Bidden is mij niet gegeven

Antenne

 


Om aan te komen op het punt

dat je nu nog niet kent

ga langs de weg die heet

weg van de onbekende -

om te bezitten wat

je nu nog niet bezit

ga langs de weg die heet

weg van bezitlozen -

om aan te komen op de plek

waar je nu nog niet bent -

ga over de weg

waarover je nu nog niet gaat -

en wat je niet weet is

het enige dat je wel weet -

en wat je nu bezit is

wat je niet bezit -

en waar je nu bent

ben je niet

 

naar T.S. Eliot


Schepping 1

 

In de morgen

zal ik geboren worden,

vliezen mist om mij heen.

Zon doet ze breken,

licht begint.

 

Ik kan er niet tegen.

 

Des middags zullen

de dieren komen

snuffelend, likkend.

Ik word meegenomen -

en aan hun stromen

doen ze mij drinken.

 

Ik beweeg.

 

Des avonds pas

zullen er mensen zijn.

Een man het laatst: mijn vader.

Achter zich latend

drooggelegd land.

 

Ik hoor een naam,

ik word herkend.

Ik leef.

 

Zo wordt het avond,

eindelijk.


Schepping 2

 

Paradijs,

ik heb getracht te schrijven:

wat het is.

 

Maar geen woord wou beklijven.

Een vogel werd een vis,

een mens een beest,

vrede vrees.

 

Beweeg je niet -

en hoor wat je niet ziet;

wind van land

naar de overkant.

 

Dat is het paradijs.

Geen grens dan de lucht.

En de wind als een brug

naar huis terug.

 

Vergeef in Godesnaam wat ik

er van heb gemaakt

in een onbewaakt

ogenblik.

 

En die ik liefheb -

laat zij mij vergeven,

om wat ik heb gemaakt,

om wie ik heb geraakt.

 

Want van eb

en vloed gaat het leven.


Mens en mens

 

Ben jij mijn schaduw

als de zon haar hitte spreidt?

Ben jij mijn steunen stut

wanneer mijn voet uitglijdt?

Ben jij mijn hulp, mijn wederwoord

dat mijn geluk bekoort!?

 

Ik ben het antwoord

waar jij telkens weer om vraagt.

Ik ben er altijd bij

als jij je laten draagt.

Ik ben voor jou een schaduwbeeld

dat zonder jou niet bestaat.

 

Als in een spiegel

tonen jouw ogen mijn gezicht.

Om jou bewogen

tonen mijn ogen jouw gezicht.

Leven is licht.


Vragende mens

 

Waarom heeft een mens soms pijn?

Omdat mensen wolven zijn:

koud, gemeen, verscheurend hard,

haat die alle liefde tart.

 

Dan denk je: God is dit het nou,

wat Jij de mensen geven wou?

 

Waarom staat een mens alleen,

zonder vrienden om hem heen?

Moe, verbitterd, star en stug,

valt hij op zichzelf terug.

 

Dan denk je: God is dit het nou

wat Jij de mensen geven wou?

 

Waarom heeft een mens verdriet?

Omdat hij 't 'waarom' niet ziet.

Schreeuwend van verslagenheid

raakt hij alle houvast kwijt.

 

Dan denk je: God is dit het nou

wat Jij de mensen geven wou?

 

Waarom is een mens soms bang?

Omdat hij een leven lang

doodsbenauwd zichzelf niet geeft

en beseft: 'Ik heb nooit geleefd..'

 

Dan denk je: God is dit het nou

wat Jij de mensen geven wou?

 

Eens is er een mens ontwaard

die zichzelf niet heeft gespaard.

Iedereen zag Hij als vriend:

te goeder trouw of onverdiend.

Dwars door diepe eenzaamheid:

angst en pijn en zware strijd

maakte Hij zichzelf heel klein

om toch maar dichtbij te zijn.

Gevend tot het einde toe.

Vraag je nu: waarom en hoe?

Omdat Hij steeds heeft voorvoeld:

Daarvoor is een mens bedoeld

 

Dan denk je: God dit is het nou

wat Jij de mensen geven wou!!

 

Jeroen Zijlstra


Droom

 

Droom van vriendschap voor de rest van je dagen

Droom van een einde aan alles wat scheidt

Droom van een leven in goede gezondheid

Droom dat armoede niet meer bestaat

Droom van een tijd zonder oorlog en strijd

Droom van de liefde en droom van de vrede

Droom dat gerechtigheid overal heerst.

Maar als je droomt, droom dan niet in je bed,

maar met de hand aan de ploeg, en bid

dat God je de krachten geeft om te werken

en de moed voor je droom te sterven.


Dat onmogelijke rijk

is niet van hier,

niet van de groten,

niet van de goudgerande machtigen,

niet van hen

die zetelen op geld.

 

In dat onmogelijke rijk

ligt de macht

in handen van de armen,

wordt de gemartelde gekroond,

wordt geluisterd

naar hen die vrede brengen,

wordt niet getwijfeld

aan de goede trouw van hen

die vergeving schenken.

 

In dat onmogelijke rijk

heerst alleen

de liefde.


Liefde

daar is dat woord

herken je het?

 

Ik heb veel, weet je

ik ben rijk

mijn kennis groeit iedere dag

psychologisch

doorgrond ik de mens.

 

Ik ben iets

vergis je niet in mij

respecteer mij

mijn woorden kunnen je breken

geheimen worden mij gegeven

en mijn invloed

reikt verder dan je denkt

ik heb macht.

 

Maar als er geen liefde is

is er niets.

 

Ik sta er goed voor,

met mijn middelen

kan ik hongerigen voeden

oorlogswezen een thuis geven

verminkten laten behandelen

als ik mij opoffer

leven velen door mij.

 

Maar als er geen bewogenheid is

is er niets.

 

Liefde is meer dan ikzelf

ze deelt

ze huilt om de pijn van een ander

liefde lijdt mee in het lijden

dichtbij - veraf.

 

Liefde is nooit hard

maar zoekt naar woorden

is stil

verdraagzaam.

 

Liefde kent zichzelf

en is zeker niet blind.

Liefde is open

zelfs voor de harde mening

van een tegenstander,

ze leert van alles

uit alles

en is waarheid.

Liefde vecht

legt zich niet neer

en verdooft

maar gaat door met het hopeloze.

 

Zegt ja

vaker dan nee

en nee

tegen het ja

van onrecht.

 

Er is veel waarom,

veel niet begrijpen

machteloosheid

aan de kant staan,

maar eens

kijk ik in de spiegel

en zie mezelf in nieuwheid

stralend door vredevuur -

daar wacht ik op.

 

Nu is er alleen

hoop-geloof-liefde

dat is genoeg.


De bidstoel

 

Ik trek mijn schoenen uit

- mijn ambities,

doe mijn horloge af,

- mijn planning,

zet mijn bril af,

- mijn visies,

leg mijn pen weg,

- mijn werk,

leg mijn sleutels neer,

- mijn zekerheid,

om alleen te zijn met Jou,

de enige ware God.

 

Nadat ik met Jou ben samengeweest

trek ik mijn schoenen aan

om te gaan  in jouw spoor,

doe ik mijn horloge om

om te leven in Jouw tijd,

zet ik mijn bril op

om te kijken naar Jouw wereld,

steek ik mijn pen bij me

om Jouw gedachten op te schrijven,

pak ik mijn sleutels op

om Jouw deuren te openen.

 

G. Kings


DE OVERKANT

 

Door het raam zie ik

een vrouw haar kind slaan

de man komt thuis en slaat zijn vrouw

ik sta en kijk

 

Ze zijn nu bij de buren

een veldslag huisraad

vliegt door ruiten

ik sta en kijk

 

Het huis vat vlam

en ook het huis ernaast

er liggen doden in de tuin

ik sta en kijk

 

Kinderkreten sterven weg

de overkant is een ruïne

uit een puinhoop steekt een hand

 

Ik keer mij af en

ga naar binnen

ik schrijf een giro uit

 

Lizzy Sara May


Geloven is niet afwachten

geloven is niet dromen

geloven is met grote inspanning

vandaag strijden voor morgen

geloven is als het slaan van een sikkel

geloven is de helpende hand bieden

geloven is niet leven uit een herinnering

die tot het verleden behoort

 

Laten we geen graan verwachten

als we niet hebben gezaaid

Laten we niet verwachten dat een boom

vruchten 'geeft' als we niet hebben gesnoeid

we moeten ons erom bekommeren

we moeten hem begieten

zelfs als onze botten pijn doen

 

Laten we niet dromen over wat voorbij is

d…t heeft de wind meegenomen

een bloem die vandaag bloeit,

verwelkt

al de volgende dag

er moeten ieder moment nieuwe

bloemen opengaan

 

Geloven is niet afwachten

geloven is niet dromen

geloven is met grote inspanning

vandaag strijden voor morgen

geloven is als het slaan van een sikkel

geloven is de helpende hand bieden

geloven is niet leven uit een herinnering

die tot het verleden behoort

 

Laten we de duisternis uitbannen.

laten we de angst begraven

laten we de wolken die het licht verbergen

opzijschuiven

we moeten helder en duidelijk

kunnen zien

want de weg is lang.

 

En we hebben geen tijd meer om

ons te vergissen

we moeten voorwaarts gaan

zonder uit de pas te raken

we moeten de aarde besproeien met

het zweet van hard werken

er moeten ieder moment nieuwe

bloemen opengaan.

 

Lluis Llach


De zon speelde op het mondstuk

van de morgen

de steden gingen bloeiend open

als merktekens van leven en bestaan

alles was zeker ten ondergegaan

als er niet een wolk was geweest

als niet zelf de heilige geest

was gedaald over bloemen en mensen

over korte dorpen en lange wensen

over verschijnselen en

over een boerenhoeve

over een eenzame deerne

die in een stedelijk hotel

zich haastig kleedde met nieuwe kleren.

 

Alles was anders geworden

als niet een brok als een ijsschots

in mijn keel was gekomen

als niet alle gevallen en voorvallen

naar de hemel verwezen

terwijl de mensen te zeggen

begonnen

wij zijn voor dit bestaan gewonnen

wij houden van de ark van de kerk

met werkmannen, liefvrouwen en

vogels genade

het schip van de kerk

vaart binnen de haven van de hemel

wij houden gewoon van de wereld met

sprekende tongen van licht met

de dwaalstreep van de nacht

alles was anders geworden

met menselijke stemmen:

 

o Heilige Geest

daal over ons neer

vanaf de heuvels van uw kennis

vanaf de bergen van uw wijsheid

heilige geest schrijf

langs de zandwand van de tijd

wij spreken weerbarstige woorden

wij willen leven

binnen uw aanwezigheid.

 

Jan Boelens.


 

Als wij niet meer geloven dat het kan

Wie dan wel?

Als wij niet meer vertrouwen op houden van

Wie dan wel?

Als wij niet meer proberen

Om van fouten wat te leren

Als wij 't getij niet keren

Wie dan wel?

 

Als wij niet meer zeggen hoe het moet

Wie dan wel?

Als wij niet meer weten wat er toe doet

Wie dan wel?

Als wij er niet in slagen

De ideeën aan te dragen

Voor een kans op betere dagen

Wie dan wel?

 

Als wij niet meer geloven dat het kan

Wie dan wel?

Als wij niet meer komen, met een plan

Wie dan wel?

 

Als wij er niet voor zorgen

Dat de toekomst is geborgen

Voor de kinderen van morgen

Wie dan wel?

 

Als wij onszelf niet dwingen

Een gat in de lucht te zingen

Waar zij in kunnen springen

Wie dan wel?

 

Paul van Vliet


Hee kleine meid op je kinderfiets

de zon draait steeds met jou mee

hee kleine meid op je kinderfiets

de zomer glijdt langs je heen

met je haar in de wind

en de zon op jouw wangen

rij je me zomaar voorbij

 

Hee kleine meid op je kinderfiets

je lacht en je zwaait naar een zwaan

en de vijver weerspiegelt jouw witte jurk

en het riet fluistert je naam

en het zonlicht speelt

in de draaiende wielen

schitterend strooi je met licht

 

Hee lieve meid op je kleine fiets

als een witte stip in het groen

slingert jou blinkende kinderfiets

zich dwars door het zomerseizoen

en je rijdt maar door

en je fiets wordt steeds kleiner

plotseling ben je weer weg.

 

Ralph Mc Tell/Rob Crispijn

 


Late Pinkster

 

Ik vond twee oude professoren,

de ene grijs, de andere kaal,

geheel in het bestaan verloren

van droge stof en schilfers taal.

 

Zij voegden zwijgzaam met

penselen

fragment aan rafelig fragment,

geen zucht kwam uit hun stroeve

kelen,

geen kuchje uit hun kakement.

 

Maar het gesnipperde ging spreken,

de lieden, alle waardigheid ten

spot,

zag ik de tranen uit de ogen

breken,

 

een kreet ontkwam hun dorre

strot,

uit pulver groeide taal en teken,

uit stof en as de stem van God.

 

Jaap Zijlstra.


Hij nam de beker, dankte

en zei die bij Hem waren:

'Neem deze en

verdeel hem onder elkaar.

Want vanaf heden zal ik

niet meer drinken van wat

de wijnstok voortbrengt

totdat Gods rijk er is.

Maar jullie die blijven

zullen Israël verder

hoeden en leiden'.

 

Toen ontstond er onder hen

verwarring over de vraag

wie van hen de eerste was.

Maar Jezus zei:

'Koningen knechten het volk

en machthebbers laten zich

weldoeners noemen.

Zo moeten jullie niet doen.

De voornaamste onder jullie

moet als de jongste zijn;

wie bevelen geeft

als iemand die dient.

Wie is de grootste:

die aanligt of die dient?

Toch zeker die aanligt.

Welnu, ik ben onder jullie

als degenen die bedient'.

 

Hij nam brood, dankte,

brak het en zei:

'Dit ben ik geheel en al

en ik beloof jullie vast

dat ge zult eten en drinken

aan mijn tafel in Gods rijk.

Maar zie die mij verraadt

met mij aan tafel'.

Ze vroegen zich af

wie van hen dit zou doen.


Verheug je

 

niet aan jezelf

voorbij leven

 

of erger nog

jezelf afwijzen

jezelf haten

 

méns ben je

weergaloos mens

 

hoor je naam

zie je gezicht

voel je hart

 

verheug je

over jezelf

 

H. Bouma

 


God

bron van melodieën

 

harmonieën

doen zich horen

zetten zich vast

op mijn netvlies

en ik zie

soms even

licht

 

ze trillen mijn binnenste

open

zodat mededogen

zich baan breekt

 

bespelen  mijn hart

en er ontgloeit

warmte

 

mijn handen nemen

hun cadans over

en strelen gezichten

getekend door dood

mijn voeten horen

het ritme

en dansen het leven

 

God

openbaar je, je

soms zo?

 

bron van melodieën

God

W. Kamminga


Kom in de ochtend

en open mijn venster

kom binnen

door een deur die

gesloten was;

kom met je vragen

en leg je hoofd

in het kussen

van de stoel, die ik

op je te wachten schoof

roer in je ik, als ik in

mijn gestorven zijn

geloof in het wonder

dat wat voorbij ging

vervangen werd

door nieuwe kracht

laat heel je wezen

rusten

in die zegen en wacht

op de Hand, die ook mij

dit wezenlijke gaf

 

L. Barbiers


God is liefde

Hoewel

er geen

bewijs

voor is

in wat gebeurt

laat ik

het toch

graag staan.

Schrift is

niet zo maar wat.

 

Liever wacht ik

dan dat ik schrap.

 

G. Boogaard

 


Gelukkig is de kleine steen.

Hij zwerft het pad langs, heel

alleen.

Carrière maken doet hij niet,

hij heeft geen rampen in 't

verschiet.

Zijn bruine jasje is gebreid

door Oude Moeder Eeuwigheid.

Als de zon onafhankelijk,

en praktisch onvergankelijk,

voert hij god's creatief besluit

in zorgeloze eenvoud uit.

 

Wilmink (E. Dickinson)


Tussen het landschap en de lucht

ligt een randschap waarheen ik

vlucht;

waar mensen opgehouden zijn

en de goden nog niet begonnen

ligt, onaangetast, een klein

en smal gebied, nog onontgonnen

fantasie - en droomterrein

 

Theo van Baaren


Ik zoek U in den blinde

en tast de hemel af.

De lucht blijft leeg. Ik wacht

totdat Gij mij zult vinden

in dit verlaten land.

 

Draag mij op uw vleugels

de vrijheid tegemoet

 

Ik zie U in de verte.

Gij komt steeds naderbij,

machtige majesteit.

Uw schaduw overdekt me

met troost en tederheid.

 

Draag mij op uw vleugels

de vrijheid tegemoet

 

Gij, verre en nabije,

ik voel uw zachte bries

als Gij mij zoekt en ziet.

Gij aan de hemel, wijs me

uw hoopvol nieuw verschiet.

 

Draag mij op uw vleugels

de vrijheid tegemoet

 

P. Begheyn


Dezelfde kracht

die in de lente

de bloemen uit de grond drijft

de appelbloesem doet geuren

en de lichte groene blaadjes

aan de takken

zich doet openvouwen

 

dezelfde kracht

die in de lente

de lammeren doet rondhuppelen

over de wei

en de nieuwe vogels

uit hun ei doet breken

 

is dezelfde kracht

die in de lente

binnen in mensen ontwaakt

en ze als minnaars naar elkaar drijft

en voor elkaar doet opengaan

in liefde

 

is dezelfde kracht

die in de lente

Jezus de man uit Nazareth

heeft heen getild

over de uiteindelijke grens

van de dood en daarom

onze dood zal overwinnen

 

de kracht die ooit

in het begin heeft geklonken

als een oerklank

die nooit meer

nooit meer

zal ophouden te klinken

 

de kracht van de orewoet

die sinds het oerbegin woedt

de kracht van de minne

die nooit ophoudt mensen te manen

de zachte kracht die zal

overwinnen in het eind.

 

E. Thuring


Hoe zwaar valt het om slechts stil te zijn.

 

Hoe moeilijk is de stilte te verdragen.

De stilte die zwaar is van onmacht.

 

Hoe graag willen we troostwoorden zeggen.

Hoe snel willen we opbeuren.

 

Hoe vlug zoeken we verklaringen,

halen we God erbij,

zeggen we dat het

een verborgen zin heeft.

 

Hoe vlug vluchten we weg.

het is ons leed niet.

Het treft een ander.

 

Zwijgen zou nietszeggend zijn.

Zwijgen zou niets betekenen.

Denken we.

 

Hoe moeilijk is het om te blijven zwijgen.

Hoe zwaar valt het om slechts stil te zijn.

 

Stil, maar toch aanwezig.


Geloven is

steeds weer beginnen te geloven

is steeds weer op weg gaan

Abraham geloofde in God

en trok weg uit Haran

trok steeds weer uit Haran

hij is er altijd blijven wonen

het land kleefde aan zijn voeten

hij heeft er nooit meer gewoond

wandelde met God

geloven is een worden

een levenslange geboorte

je bent er nooit

is eindeloos genezen

steeds weer op adem komen

onophoudelijk gestalte krijgen

geloven is

steeds weer bidden om geloof

bidden om de Geest van God

Hij woont in je hart

Hij is er Hij is er niet

Hij verovert je steeds weer

laat je niet vrij

geloven is bidden om de Geest

de adem die je draagt

de grond onder je voeten.


Ongeloof

 

Altijd weer het ongeloof

de gestalte die ineen valt

het gezicht dat je verliest

altijd weer de onliefde

de naam bevuild

de stem gebroken

je loopt over het water

één en al oog voor de Heer

en plotseling is het donker

ben je jezelf weer te machtig

bergen verzet je

en ineens ben je bedolven

je eet je brood

en stenen knarsen tussen je tanden

je streelt de liefste

en onbereikbaar wordt ze

ik leid een dubbel leven

wil twee heren dienen

werk me langzaam dood

wil leven onder voorbehoud

ik geloof ik geloof niet

ik heb nog nooit geleefd

o God breek mij stuk

ik geloof zo innig in mezelf

o God geef me geloof.


Klem

 

Geloven is op weg zijn

naar iets toe leven

er is iets wat je trekt

geloven is reisvaardig zijn

steeds weer opbreken

ontevreden lusteloos

geloven is onder één dak leven

met een reeds en een nog niet

wanhopig tasten naar zinsverband

is klem zitten tussen

het vervulde en het onvoltooide

geen adem meer over hebben

geloven is God zien

hand in hand wandelen

kind in huis zijn

is God nog niet zien

er mank aan gaan

roepen om een huis

geloven is een verrukking

je kunt je vreugde niet op

geloven is een pijn

je gaat kapot van verlangen

o God wil voltooien

laat reizen niet meer nodig zijn

maak geloven tot aanschouwen.


Hier

 

Tussen de bomen

kan ik wel geloven

bomen zijn een lied voor God

of liggend in het gras

wat is er nederiger dan gras

maar hier in deze stad

stad van steen en rook

steen dat maar geen brood wordt

rook dat Gods adem verdrijft

stad van flats en auto’s

vogels die weg vluchten

bomen die geen kans krijgen

hoe moet ik hier geloven

ontdek ik op rotondes

de lijnen van Gods hand

hoor ik zijn stem

als lawaai mij verdooft

ontmoet ik mijn naaste

als ik stik in de massa

maar ik woon hier

hier moet ik geloven

hier tussen steen en rook

mijn God als ik uw adem niet voel

uw zoon niet herken

geloof ik niet.


Ik geloof in de heilige God,

God is licht,

Hij kent geen duisternis,

 

zijn gedachten gaan hoger

dan onze gedachten,

Hij zint op vrede en recht,

 

een bewoonbare wereld,

Hij stelt zijn eer

in het geluk van de mensen,

 

God is anders dan wij,

onze wegen lopen dood,

wij beminnen het kwaad,

 

God staat vrij,

Hij gaat zijn gang,

Hij komt ons tegemoet,

 

honger en dorst,

ziekte en dood,

bederf allerwegen,

 

wij hebben het gewild,

een gave schepping

legde God in onze handen,

 

om te bewerken en te bewaken,

te noemen met een naam,

te hoeden als een herder,

 

wij hebben gefaald,

wij wisten Gods belangen

niet te behartigen.

 

deze geteisterde wereld,

die een chaos dreigt te worden,

is onze wereld,

 

zij ligt niet in de lijn

van Gods verwachtingen,

Hij is teleurgesteld in ons,

 

ik geloof dat God

trouw is aan zijn schepping,

Hij is begaan met onze wegen,

 

Hij kent onze tijden,

Hij neemt het in zijn hand

en Hij maakt ze nieuw,

 

heilig en vrij als Hij is

werpt Hij ongebroken licht

in onze duisternis,

 

Hij bevrijdt ons van schuld,

Hij stuurt ons zijn Zoon,

Jezus het verlossende Woord,

 

licht der wereld,

eerst geborene der doden,

Gods wil aan ons geschied,

 

Hij leidt ons leven,

brengt ons thuis bij God,

goede herder,

 

wie hem volgt

is een nieuwe schepping.


Geloof wil niet alleen zijn

heeft niet genoeg aan zichzelf

heeft te veel aan zichzelf

geloof zoekt altijd een samen

steekt altijd een handen uit

een gelovige is een boom

maar ook een tak ook een blad

een gelovige is een huis

maar ook een muur ook een steen

een gelovige is een gedicht

maar ook een zin ook een woord

geloof zoekt altijd een samen een warmte

geloven is samen bij God zijn

een boom van lofzang

een huis van ontmoeting

een gedicht van aanbidding

geloven alleen is

maar een stem uit het lied

een lid van het lichaam

is maar een kruimel van het brood

een flits van de bruid

is maar onvoltooid maar eenzaam zijn

geloven is wereldwijd

is een lied zijn over de aarde

een lichaam van gemeenschap

is brood zijn voor de mensen

bruid voor God.


Geloven is

scheuten van pijn zien gaan

door het lichaam der schepping

haar zien hijgen naar bevrijding

rijkhalzend naar voltooiing

is weten van het lijden der bomen

de radeloosheid der dieren

de wanhoop van de zee

geloven is weten

dat de schepping ziek is

en dat wij mensen haar ziekte zijn

haar smaad haar vruchteloosheid

geloven is bomen gebukt zien gaan

weten onder onze schuld

is de onvrede der dieren zien

weten wij verbraken de vrede

geloven is je schamen

je ogen neerslaan voor alles wat leeft

gebogen gaan onder de aanklacht der vogels

de teleurstelling der paarden

de verwijten van de zon

geloven is

de schepping niet onder ogen kunnen zien

blikken van bloemen vermijden

het licht uit de weg gaan

is bidden, bidden eindeloos bidden

om genezing.


Geloven is

  niet meer saai kunnen zijn

kunnen leven in vormen

ademen in clichés

geloven is

geen dode plekken meer krijgen

sterven aan gewoontes

geloven is leven vanuit je oorsprong

ze tintelt in je vingers

je bent origineel tot en met

niets is gewoon meer

 

alles is nieuw onder de zon

elke dag is de eerste

geloven is

een ongekende verrassing zijn

men staat van je te kijken

je bent onvergetelijk

een unieke verschijning

geloven is

een nieuwe taal spreken

God heeft je op de lippen genomen

is met nieuwe ogen kijken

je hebt Gods hart gezien

geloven is

opvallen door oorspronkelijkheid

kind zijn van God.


Geloven doe je met je lichaam

het woord is vlees geworden

je bent lijfeigene van God

geloven is lichaam zijn

tempel van de Geest

huis van ontmoeting

natuurlijk je verslijt

je brokkelt af

langzaam sterf je weg

maar je hebt de Heer gezien

je handen hebben Hem betast

Hij heeft je brood gebroken

je hebt zijn adem gevoeld

dit lichaam sterft weg

maar ik geloof

geloof met hart en ziel

vlees en bloed

in mijn nieuwe gestalte

ik geloof in mijn lichaam

het woord is vlees geworden

dit vlees dit bloed

de heer is opgestaan

ik heb Hem betast

mijn vingers staan in zijn lichaam

zijn lichaam tintelt in mijn vingers.


God stelt zijn eer in ons geluk

Hij draagt onze ziel op handen

zijn woord is trouw en barmhartig

zijn daden lankmoedig en vol liefde

 

Hij wacht aan de poort van ons leven

de ziel die hij ons gaf

geeft licht

zij mag zijn adem ademen

zijn spoor volgen naar het licht


Zingt en speelt voor God de Heer,

in ons lied stelt Hij zijn eer,

hoog troont Hij op onze lof,

huldigen wij onze vorst.

 

Steekt de loftrompet voor Hem

die ons mensen vrolijk stemt,

Hij bevrijdt van ademnood,

dankbaar maken wij Hem groot.

 

Laat het orgel ongehoord

juichen in het grote koor,

zegevierend, speels en fors,

toonaangevend draagt het ons.

 

Zingend houden wij God hoog

die genadig bij ons woont,

vreugdevol en luisterrijk

zullen wij Hem dienstbaar zijn.


Wanneer zij wakker wordt,

haat zij de klok

 

en brengt geen groeten

aan het morgen rood.

 

Zij kan nooit zeggen

dat de dag haar lokt.

 

In eenzaamheid eet zij

haar tranenbrood.

 

Er hangt een tegel

aan de wand: En toch.

 

Geert Bogaard


Er is een diepte

waartoe wij geraken

in vreugde en verdriet -

 

er is een liefde

die wij voelen

voor en met elkaar -

 

er is een hoop

die wij koesteren

door alles heen -

 

er is een naam

die wordt genoemd

de eeuwen door:

uw naam, mijn God -

 

die ik bid

om alwat goed is

in en met ons

waar te maken;

om al wat heilig is

door en voor ons

gezicht te geven:

 

eerbied voor het leven,

trouw zonder voorbehoud,

deemoedig mensen zijn -

 

die ik bid

om vertrouwen

in het jaar dat komt,

om een teken aan de hemel

een ster om te volgen;

om geloof in de weg

van Jezus Christus,

kind van Bethlehem,

man van Nazaret,

uw zoon onze broeder, amen.

 

Peer Verhoeven


Bidden is mij niet gegeven

als ik mensen zie

die zonder werk

hun jonge leven moeten slijten

en het stille verwijt verduren

van liever lui dan moe.

Het vloekt in mij

als ik daaraan denk.

Laat dan mijn vloeken maar

mijn bidden zijn.

 

Bidden is mij niet gegeven

als ik kinderen zie verkracht

tot werken

voor een hongerloon.

Het huilt in mij

als ik daaraan denk.

Laat dan mijn huilen maar

mijn bidden zijn.

 

Bidden is mij gegeven

als ik vloeken mag

als ik huilen kan

als ik breken leer

om zoveel onrecht

zoveel leed.

En als ik met liefde doe

en met plezier

wat mij te doen staat:

niet meer en niet minder.

Wil Kamminga


Antenne

 

Wij zagen je gaan

jij was niet te stuiten

we spraken je aan

maar bleven erbuiten.

 

jij ging zo je gang

stil van ellende

toch was je niet bang

maar kon je niet wenden

 

en toen brak de tijd - -

voor ons ongeweten.

jij hebt je bevrijd

van die pijnlijke keten.

 

zo dreef je weer heen

niet te bereiken -

te diep en alleen

enkel nog wijken.

 

los moest deze band

met knippen en scheuren -

men reikt jou de hand

opent de deuren.

 

Kom over de brug

ga weer herkennen

dan ben je terug

met je antenne.

 

Willemien Waterreus


 

 

                 

 

      de Rijn - collage 30 x 40 cm

    voor meer en ander werk zie http://landscape.mystiek.net

canandanann - 20-02-2006 18:04:00