buitenlands
Start buitenland1 buitenland2 buitenland3 buitenland4 buitenland5 buitenland6 buitenland7 buitenlands8Erectiele disfunctieStart

                 

buitenlandse auteurs



El día abre la mano

Tres nubes

Y estas pocas palabras

 

De dag opent zijn hand

Drie wolken

En deze paar woorden

 

Octavio Paz


El hombre está habitado por silencio y vacío

¿Cómo sacia este hambre,

cómo acallar y poblar su vacío?

 

De mens wordt bewoond door zwijgen en leegte.

Hoe deze honger te stillen,

Hoe deze leegte opheffen en bewonen?

 

O. Paz in De gevangene 1948

 


Concorde

A Carlos Fuentes

Arriba el agua

Abajo el bosque

El viento por los caminos

 

Quietud el pozo

El cubo es negro El aqua firme

 

El agua baja hasta los árboles

El cielo sube hasta los labios

 

Eenstemmig

Voor Carlos Fuentes

Boven het water

Onder het woud

De wind op de wegen

 

Rust van de bron

De emmer is zwart het water vast

 

Het water stroomt naar beneden tot aan de bomen

De hemel stijgt op tot aan de lippen


La verdad est aquello,

Más allá de las fechas,

Más acá de los nombres,

Que la historia desdeňa :

El cada dá

 - latiod anónimo de todos,

latido
único de cada uno -,

el irrepetible

cada día idéntico a todos los días.

La verdad

Es el fondo del tiempo sin historia.

El peso

Del instante que no pesa …

 

De waarheid is dat

Wat aan gene zijde van de feiten ligt,

Aan deze kant van de naam,

Wat de geschiedenis miskent,

Het alledaagse

- de anonieme hartslag van allen,

uniek

de hartslag van elkeen –

de onherhaalbare

dag, identiek met alle dagen.

De waarheid

Is de basis van de tijd zonder geschiedenis.

Het gewicht

van het ogenblik zonder de last van de belangrijkheid…

 

O. Paz in Nachtstuk van San Ildefonso

 


T.S.Eliot: The Hollow Men

I

 The Hollow Men 

A penny for the Old Guy 

We are the  hollow men

We are the stuffed men 

Leaning together 

Headpiece filled with straw.  

Alas ! 

Our dried voices, when 

We whisper together 

Are quiet and meaningless 

As wind in dry grass 

Or rats' feet over broken glass  

In our dry cellar 

Shape without form, shade without colour, 

Paralysed force, gesture without motion; 

Those who have crossed 

With direct eyes, to death's other 

Kingdom 

Remember us - if at all-not as lost 

Violent souls, hut only 

s the hollow men 

The stuffed men. 

 

II 

Eyes I dare not meet in dreams 

In death's dream kingdom 

These do not appear: 

There, the eyes are 

Sunlight on a broken column 

There, is a tree swinging

And voices are 

In the wind's singing 

More distant and more solemn 

Than a fading star. 

Let me be no nearer 

In death's dream kingdom 

Let me also wear 

Such deliberate disguises 

Rat's coat, crowskin, crossed staves 

In a field 

Behaving as the wind behaves I 

No nearer-  

Not that final meeting In the twilight kingdom 

 

III 

This is the dead land 

This is cactus land 

Here the stone images 

Are raised, here they receive 

The supplication of a dead plan's hand 

Under the twinkle of a fading star. 

Is it like this In death's other kingdom 

Waking alone 

At the hour when we are 

Trembling with tenderness

Lips that would kiss 

Form prayers to broken stone.  

 

IV 

The eyes are not here

 There are no eyes here 

In this valley of dying stars 

In this hollow valley 

This broken jaw of our lost kingdoms  

In this last of meeting places 

We grope together 

And avoid speech

Gathered on this beach of the tumid river 

Sightless, unless 

The eyes reappear 

As the perpetual star 

Multifoliate rose 

Of death's twilight kingdom 

The hope only 

Of empty men. 

 

Here we go round the prickly pear . 

Prickly pear prickly pear 

Here we go round the prickly  pear 

At five o'clock in the morning. 

 

Between the idea 

And the reality 

Between the  motion 

And the act 

Falls the Shadow 

For Thine is the Kingdom 

 

Between the  conception 

And the creation 

Between the emotion 

And the response 

Falls the Shadow 

Life is very long

Between the desire

And the spasm 

Between the potency 

And the existence 

Between the essence 

And the descent 

Falls the Shadow 

For  thine is the Kingdom 

For Thine is 

Life is 

For Thine is the 

 

This is the way the world ends 

This is the way the world ends 

This is the way the world ends 

Not with a bang but a whimper.


Ode aan de lucht 

Ik liep een eindje te wandelen

toen ik de lucht tegenkwam,

ik groette hem en zei eerbiedig:

'Het doet me plezier dat je voor

‚‚n keer je doorzichtigheid afgelegd

hebt, laten we daarom eens praten'.

De onvermoeibare danste,

liet de bladen bewegen,

veegde met zijn lach

het stof van mijn sandalen,

strekte dan heel zijn blauwe tuigage,

zijn geraamte van glas,

sloeg zijn wimpers van wind op

en bleef onbeweeglijk als een mast

naar mij staan luisteren.

Ik kuste de mantel

van de vorst der windstreken,

wikkelde mij in zijn vlag

van hemelse zij en sprak:

keizer of kameraad,

spinrag, bloemkroon, of vogel,

ik weet niet wie je bent,

maar ik vraag je ‚‚n ding:

verkoop je niet.

Het water heeft zich verkocht

en in de woestijn

heb ik de druppels

uit de leiding op zien houden

en de armeluiskinderen, het volk,

met hun dorst naar het zand zien waggelen.

Ook het licht van de nacht

is gerantsoeneerd,

het brandt volop

in de huizen der rijken:

alles is dageraad

in de nieuwe hangende tuinen,

alles is donker en zwart

in het afschuwelijke

duister der sloppen.

Daaruit stapt stiefmoeder nacht,

een dolk tussen haar lichtschuwe ogen,

en een kreet, een misdaad,

klinken op en sterven weer weg

door het duister verzwolgen.

Nee, lucht verkoop je niet,

laat je niet kanaliseren,

laat je niet door pijpleidingen voeren,

laat je niet opsluiten,

niet samenpersen,

laat geen tabletten van je maken,

laat je niet in een flesje stoppen,

pas op!

Roep mij als je mij nodig hebt,

ik ben een dichter, een zoon

van de armen, vader, oom,

neef, volle zwager en broer

van de armen, van alle armen,

uit mijn land en waar ook ter wereld,

van de armen

die langs de rivieren wonen

en van hen die hoog

in de steile rotsmassieven

steen houwen, planken spijkeren,

kleren naaien, brandhout sprokkelen,

akkers omspitten en daarom

wil ik dat ze ademhalen,

jij bent het enige wat ze hebben,

daarom ben je doorzichtig,

opdat zij zullen zien

wat er morgen zal komen,

daarom besta je, lucht,

laat je inademen,

laat je niet onderwerpen,

vertrouw niemand

die in een auto komt

om je te inspecteren

bemoei je niet met ze,

lach ze uit,

blaas de hoed van hun hoofd,

neem hun voorstellen niet aan,

laten wij samen door de wereld dansen,

de bloesems van de appelboom schuddend,

overal door de ramen naar binnen gaan,

samen fluitend, fluitend,

melodieën van gisteren en morgen,

en er zal een dag komen waarop wij

het licht en het water bevrijden,

de aarde, de mens,

en alles voor iedereen

zal zijn, zoals jij nu al bent.

Pas daarom op nu

en ga met mij mee,

wij hebben nog meer te doen

dan enkel dansen en zingen,

laten we gaan

naar de oevers van de zee,

naar het hooggebergte,

laten we gaan

daar waar de nieuwe lente

in volle bloesem staat

en met een vuistslag

van wind en gezang

de bloemen verdelen,

de geuren, de vruchten,

en de lucht van morgen. 

Pablo Neruda


Het water

 

Vooraf bestaat het water.

Achteraf bestaat het water;

het duurt, het duurt voort.

 

- Het water van het meer?

- Het water van de rivier?

- Het water van de zee?

 

Nooit water op water.

Nooit water voor water;

water echter, waar geen water meer is;

water echter in de dode herinnering van het water.

 

Leven in de levende dood

tussen de herinnering aan het water en het

vergeten ervan,

tussen

de dorst en de dorst.

 

Het water treedt binnen:

ceremonieel.

Het water grijpt om zich heen,

het vloeit:

vruchtbaarheid.

 

Steeds water voor water.

Steeds water op water.

Overvloed.

 

- de woestijn was mijn land.

De woestijn is mijn weg,

mijn dwalen.

 

Steeds tussen twee horizons;

tussen de horizon en

het roepen van de horizon.

Hiernamaalsgrens.

 

Het zand glinstert als water

in onstilbare dorst.

 

Kwelling, door de nacht tot rust ge­bracht.

 

Onze stappen besprenkelen de dorst.

Afwezigheid.

 

 

- Het water van het meer?

- Het water van de rivier?

- Het water van de zee?

 

Spoedig komt de regen,

om de ziel van de doden te wassen.

 

Laat de afgebrande schaduwen voor­bij,

de morgenstonden met de geofferde bomen.

Walm. Walm.

 

(Schreeuw eens als vruchten,

als bloesem,

als bladeren

en hun lange uitgestrekte armen.)

 

Elke arm zijn horizon.

Elke bloesem, elke vrucht

haar jaargetijde.

Het blad zijn neiging.

 

De hemel kijkt neer op de aarde.

Schrijven wil zeggen, de woorden uit­lopen laten,

om de bodem te bevloeien.

Elke zin bestaat uit regen

en uit licht.

 

Ik schrijf de woestijn.

Zo sterk is het licht,

dat de regen zich vervluchtigd heeft.

 

Er blijft alleen het zand,

waar ik wandel.

 

Edmond Jabès

uit: Das gedächtnis und die Hand

Münster 1992


 Gib mir

 

Gib mir

Den Blick

Auf das Bild

Unser Zeit

 

Gib mir

Worte

Es nachzubliden

 

Worte

Stark

Wie der Atem

Der Erde

Rose Ausländer 


Du merkst nicht 

Du spürst nicht

Dass der Schnee der Jahre

In dein Haar fällt

Und merkst nicht

Wie die Sonne

Deinen Weg verbrennt

 

Im Licht

Schwimmst du hinaus ins Meer

Verstehst dich mit Delphinen

Und merkst nicht

Dass das Wasser finster wird

 

Kommst zurück zur Erde

Die du liebst

Und merkst nicht dass sie

Weggewandert ist

Und du an ihrem Rand stehst

 

Du steigst hinauf

Zum schneebestirnten Gipfel

Bewunderst das Panorama

Unten das grüne Tal

Und merkst nicht

Dass ein Grab geschaufelt wird

Rose Ausländer


Ein Märchen 

Ein Mensch wandert

Von Land zu Land

Van Stadt zu Stadt

 

Er sucht einen Ort

Ohne Streit ohne Hass

 

Ruhelos

Wandert er

Durch die Welt

Und sucht

 

Ein Märchen

 

Rose Ausländer


IK ZOU WILLEN

 

Ik zou willen dat mijn boek was,

zoals de hemel bij nacht,

alle waarheid presenterend, zonder geschiedenis.

 

Dat, net als deze, het zich helemaal zou geven

op elk moment, met al zijn sterren, zonder

dat kindheid, jeugd en ouderdom

konden verminderen of vermeerderen

de betovering van zijn onmetelijke schoonheid.

 

Beving, glans, muziek,

tegenwoordig en alomvattend!

Beving, glans, muziek op het voorhoofd

- hemel van het hart - van het pure boek!

 

Juan Ramón Jiménez


Metamorphoses

A word is elegy to what it signifies. --Robert Haas, 1979

 

The first snowfall caps my world

stillness

seeps through the earth and holds fast.

 

under pools of artificial sunlight

curtains of snow turn incandescent crystal

wind chimes with dandelion wings.

 

Why is't these clouds emit such an eerie glow

as to hurry true night back to surreal day?

of this I am sure I do not wish to know.

 

Even waves seek permanence in mid-reach

how could I not be certain

Atlantis rises behind these fog-veiled lights?

 

My breath interrupts stillness pausing

but snow replenishes my footprints

as the lonely reconcile.

 

Karyn Lu

 

 


 

 
                 

 

      de Rijn - collage 30 x 40 cm

    voor meer en ander werk zie http://landscape.mystiek.net

canandanann - 20-02-2006 18:03:54